Performance Assessment 2
25 januari, 2023
De bronnen die gebruikt zijn in de tekst zijn niet als literatuurverwijzing toegevoegd. Dit
was puur een samenvatting voor mijzelf voor het voorbereiden. Hopelijk heb je er wat
aan! Zet hem op!
1
,Inhoudsopgave
Inhoudsopgave.............................................................................................................................................. 2
Basis Motiverende Gespreksvoering.............................................................................................................. 3
1.1 Gespreksvaardigheden: focussen, richting kiezen en ontlokken (14 punten)................................................3
1.2 Basishouding (20 punten)..............................................................................................................................4
1.3 Verpleegproblemen uitvragen/indiceren (5 punten).....................................................................................4
Casus 1: Beau de Vries................................................................................................................................... 5
Onderdeel 1: Het gesprek.....................................................................................................................................6
Onderdeel 2: Verpleegtechnische handeling........................................................................................................7
Onderdeel 3: Debriefing.....................................................................................................................................10
Casus 2: Jos en Willy Alta............................................................................................................................. 16
Onderdeel 1: Het gesprek...................................................................................................................................17
Onderdeel 2: Verpleegtechnische handeling.....................................................................................................18
Onderdeel 3: Debriefing.....................................................................................................................................20
Casus 3: Robin Teze...................................................................................................................................... 24
Onderdeel 1: Het gesprek...................................................................................................................................25
Onderdeel 2: Verpleegtechnische handeling.....................................................................................................26
Onderdeel 3: Debriefing.....................................................................................................................................29
Casus 4: Sam Polac....................................................................................................................................... 34
Onderdeel 1: Het gesprek...................................................................................................................................35
Onderdeel 2: Verpleegtechnische handeling.....................................................................................................36
Onderdeel 3: Debriefing.....................................................................................................................................39
2
,Basis Motiverende Gespreksvoering
Bij motiverende gespreksvoering breng je de zorgvrager in beweging om zijn/haar gedrag te
veranderen. De kern van deze benadering is dat mensen gaan inzien dat zij een probleem
hebben en gemotiveerd raken om dit aan te pakken. Met motiverende gespreksvoering
versterkt een hulpverlener de intrinsieke motivatie om te veranderen door de ambivalentie
van de cliënt te onderzoeken en op te lossen. Dit doe je door een paar stappen te
doorlopen:
- Engagement: vertrouwensband opbouwen. Bijv. bij begin gesprek vragen om
toestemming om het over het gedrag te hebben. Probleem helder krijgen, niet in
oplossingen denken, geen invloed op autonomie uitoefenen en niet te veel sturen.
- Focussen: doel van gesprek helder krijgen. Welk gedrag is vervelend? Waar wil
zorgvrager het over hebben? Wat is de gedragsverandering?
- Ontlokken: opzoek naar mogelijke ambivalenties. Dit zijn tegenstrijdige gevoelens die
altijd optreden als het gaat om een gedragsverandering. Voor en nadelen benoemen:
voordelen huidige gedrag, nadelen huidige gedrag, nadelen toekomstig gedrag,
voordelen toekomstig gedrag. Letten op woorden als “maar” (verandertaal) en
“onder andere” (er is meer).
- Plannen: samenvatting geven van beide zaken. Verandertaal van zorgvrager zelf
gebruiken. Na samenvatting vraag stellen: “Hoe wilt u nu verder gaan?”. “Zullen we
het hier later nog over hebben, dan loop ik morgen nog bij u langs”.
Gedurende het hele gesprek maak je gebruik van de basistechniek ORBS: Open vragen
stellen, Reflectief luisteren, Bevestigen en Samenvatten.
1.1 Gespreksvaardigheden: focussen, richting kiezen en
ontlokken (14 punten)
A: Open vragen stellen
- Hoe gaat het met u de laatste tijd?
- U zegt ‘onder andere’, wat speelt er nog meer mee?
B: Reflectief luisteren: Eenvoudige reflectie: Verwoordt wat zichtbaar is
- Feitelijk teruggeven wat zorgvrager zegt: “Dus u bedoelt...” i.p.v. “Begrijp ik het goed
dat...” Zorgvrager blijft hierdoor in de flow van het gesprek.
C: Verwoord onderliggende gevoelens/emoties/gedachten
- Ik zie dat dit u raakt
D: Verwoorden van twee kanten van ambivalentie
- Voor- en nadelen benoemen: voordelen huidige gedrag, nadelen huidige gedrag,
nadelen toekomstig gedrag, voordelen toekomstig gedrag.
E: Omgaan met weerstand
3
, - Benoemen wat je ziet: “ik zie dat deze opmerking iets met u doet, zeg ik iets
verkeerd?” Wat is er aan de hand?
- Beste is om weerstand te voorkomen.
F: Bekrachtigen/Bevestigen
- Complimenten geven, waardering en begrip tonen
- “Wat knap dat u dit deelt”
G: Samenvatten
- Aan het einde van gesprek: “als ik dit zo hoor zegt u ..., als ik het zo hoor krijgt u weer
meer energie..., hoe vindt u dat/wat vindt u daarvan?”
- Waken voor het zelf trekken van conclusies!
1.2 Basishouding (20 punten)
A: Relatie opbouwen en onderhouden: Samenwerken
- Samenwerkingspartner, opzoek gaan naar de beste oplossingen.
- Waken voor probleemoplossende modus: ik los het probleem niet op voor de
zorgvrager maar help hem zijn eigen probleem op te lossen.
B: Relatie opbouwen en onderhouden: Ondersteunen van autonomie en respecteren van
zorgvrager zoals hij/zij is
- Door houding, geen woorden in de mond leggen bijvoorbeeld.
- Herhalen van eigen woorden van zorgvrager, gebruik maken van verandertaal.
C: Relatie opbouwen en onderhouden: Erkenning geven voor het recht van zorgvrager om
niet te willen veranderen zodat er ruimte kan ontstaan om eigen besluit te maken
- “Ik hoor u zeggen dat u verandering moeilijk vindt, hoe komt dat?”
D: Compassie: stelt welzijn zorgvrager voorop en heeft gidsende rol
- De wens om er voor de zorgvrager te zijn.
-
1.3 Verpleegproblemen uitvragen/indiceren (5 punten)
Doorvragen om verpleegproblemen te formuleren
- “Ik begreep van mijn collega dat u nog steeds pijn aangeeft, hoe is het nu met de
pijn?”.
- Vragen hoe het met iemand is bij aanvang gesprek, hier uitzoeken wat de
verpleegproblemen zijn. Of eerst motiverende gespreksvoering en daarna “nog even
kijkend naar de verpleegproblemen, hoe is het met ...”
Bevestiging/toetsing bij zorgvrager
1. Toetst in voldoende mate of hij/zij probleem goed begrepen heeft
2. Vraagt regelmatig bevestiging van het probleem aan de zorgvrager
- Bijvoorbeeld vragen naar: Pijn, Ziektebeeld: diabetes, Wond. “Hoe is het met de pijn?
U heeft diabetes en soms wat ontregelde bloedsuiker, is dit voor u een probleem? De
wond van de operatie ziet er goed uit, hoe vindt u het herstel?
4
,Casus 1: Beau de Vries
Beau de Vries heeft obesitas en is bekend met Diabetes Mellitus type 2 (DM2). Patiënt is
opgenomen met ontregelde bloedsuikers en acute pijn in de maagstreek. Bij het maken van
een echo blijkt patiënt een pancreatitis te hebben ten gevolge van galstenen. De galstenen
worden door middel van een ERCP verwijderd. Na een paar dagen is de pijn acceptabel en
herstellen de bloeduitslagen van de lever richting de normaalwaarden. Patiënt is gestart
met licht vloeibaar eten, en kan dit steeds beter verdragen. Wel blijft Beau wat misselijk,
waarvoor anti-emetica IV is voorgeschreven. Beau heeft een infuus: 1 L NaCl 0,9% per 24
uur. Beau vertelt dat hij/zij voor de opname regelmatig ontregelde bloedsuikers heeft gehad
omdat patiënt het moeilijk vindt zich aan de leefregels van ‘gezonde voeding en bewegen’
te houden. Patiënt weet wel dat dit invloed op zijn/haar bloedsuikerspiegel heeft.
Student: Jij loopt stage in het ziekenhuis op de afdeling Maag Darm Lever (MDL) en zorgt
vandaag voor Beau de Vries. Jij gaat een motiverend gesprek met patiënt aan over diens
voedingspatroon.
5
, Onderdeel 1: Het gesprek
Opening
o Voorstellen met naam en functie: “Goedemiddag, ik ben .... De leerling
verpleegkundige op deze afdeling.”
o Beginnen met vragen basisgegevens: “Zou ik uw naam en geboortedatum mogen?
Dan noteer ik deze alvast.”
o Vertellen wat ik kom doen qua handeling:
Variant 1: “Ik begreep van mijn collega dat u zich misselijk voelt? Ik ga
daarvoor de medicatie klaarmaken en toedienen. Als ik dat gedaan heb, zou ik
graag nog even met u willen kletsen over hoe het nu gaat, vind u dit goed?”
Variant 2: “U heeft een infuus die constant zachtjes druppelt. Het is tijd om
het systeem te verwisselen omdat hij bijna leeg is. Daar ga ik nu even mee
beginnen en dan zou ik daarna graag nog wat verder met u kletsen, is dat
goed?”
Wellicht tijdens handelingen al vragen naar pijn, voeding, misselijkheid.
Motiverende gespreksvoering + ingaan op verpleegproblemen!
o Engageren: “Zoals ik al zei kom ik graag nog even met u kletsen over uw gezondheid,
vind u dit goed? Hoe gaat het nu met u?”
o Focus: “Ik las in het dossier dat u voorafgaand aan de opname regelmatig ontregelde
bloedsuikers heeft gehad, hoe gaat het hier nu mee?”
o “Wat merkt u wanneer de bloedsuikers te hoog zijn en wat doet dit met u?”
o Reflecteren: “Dus u vindt het vervelend dat u suikers zo hoog zijn omdat... Of: ik zie
aan u dat.…”
o “Heeft u enig idee hoe het komt dat de bloedsuikers ontregelen?”
o Ambivalentie/reflecteren/samenvatten: “Enerzijds hoor ik u zeggen dat u wel graag
wilt dat de bloedsuikers weer op peil zijn maar u vindt het moeilijk om uw leefstijl aan
te passen, klopt dat?”
o “Wat maakt het moeilijk om uw leefstijl aan te passen? Welke voordelen heeft uw
huidige manier van leven”
o Bekrachtigen: “Wat goed dat u dat u dit zo weet te benoemen!”. “Wat knap dat u dit
met mij deelt”.
o “Welke nadelen heeft deze manier van leven voor u?”
o Samenvatten: “Samengevat hoor ik u zeggen dat u graag uw leefstijl zou aanpassen
maar dat u .... nog moeilijk vindt omdat het u ..... oplevert. Heb ik dit goed gehoord?”
o “Oke, en welke nadelen zou een gezondere voeding en meer bewegen met zich
meebrengen”.
o “Welke voordelen zou het hebben voor de toekomst om gezonder te eten en meer te
bewegen?”
o Samenvatten: “Ik hoor u zeggen dat ... (nadelen toekomstig gedrag) maar dat ...
(voordelen gezond gedrag). Klopt dat?”
Afronden gesprek
- “Bedankt voor uw open- en eerlijkheid. Het lijkt mij goed om het gesprek even te
laten bezinken. We hebben veel besproken. Zal ik morgen nog even bij u terugkomen
om verder te kletsen?”
6