Hierbij hoofdstuk 2 van het boek. Helaas heb ik 2 bladzijden die missen uit het boek, maar ik heb wel geprobeerd het zo goed mogelijk samen te vatten en het begrijpelijk te maken. Handig als je de CGT cursus doet of als je meer wil weten over hoe CGT. Ik heb soms ook wat eigen voorbeelden gebruikt ...
Er ontstaat steeds meer integratie van CGT en andere soorten therapieën. Zo zie je dat CGT therapeuten ook
steeds meer EMDR en IPT doen die niet vanuit CGT zijn ontstaan. Ook gedragstherapie en cognitieve therapie
raakte verwikkeld: cognitieve therapeuten en gedragstherapeuten begonnen zich steeds vaker CGT therapeuten
te noemen.
Gedragstherapie
Dit ging vooral over de wijze waarop wetsnschap moest worden bedreven. Het kwam voort uit het behaviorisme.
Alleen de methoden die als objectief beschouwd konden worden, telden mee. Dan heb je het dus niet over
introspectie, maar over zichtbaar gedrag. Behavioristen keken dus naar een waarneembare prikkel en
waarneembaar gedrag. Cognities en geest werden niet ontkend, maar het bestuderen ervan was niet
wetenschappelijk. Het ging om stimulus en responsrelaties (S-R-relaties).
De eerste gedragstherapeuten
Skinner was de ‘oprichter’ van het operante leren en Pavlov klassieke conditionering. Door bepaalde gedragingen
te bekrachtigen en bij andere gedragingen bekrachtigingen te onthouden zijn vanuit operantie conditionering
meerdere methoden ontwikkeld om disfunctionele gedragingen te veranderen.
Vanuit Pavlov zijn idee zijn methoden ontwikkeld om pathologische angst te verminderen. Door de pt bloot te
stellen aan de geconditioneerde stimulus (CS) samen met een een andere (dus niet angst) reactie, kan de angst
voor CS afnemen. Dus de S-R-reactie bij de CS (spin), waarbij een andere reactie wordt toegepast (ontspanning),
verandert de oude S-R-reactie (spinangst). Dit is de basis van systematic desensitization van Wolpe.
Skinner was een inspiratiebron voor het ontwikkelen van therapie. Door het bestraffen/belonen van gedrag
slaagden ze er bijvoorbeeld in om erg gedesorganiseerde pten sociaal gedrag te laten vertonen. Een voorbeeld is
de token economies op psychiatrische afdelingen. Pten ontvangen tokens bij gewenst gedrag.Toch is hier niet
heel veel mee gedaan met als kritiek dat pten geen aapjes zijn die je kan verleiden met snoepjes etc. En dat er
geen goed getraind/gemotiveerd personeel was. Toch lijkt het tegenwoordig weer een beetje ingang te krijgen in
de verslavingszorg (denk aan responsconsequentie van de zelfcontrolemaatregelen van CGT middelen).
Wel wordt het op andere manieren meer toegepast. Denk aan het bekrachtigen van goed gedrag van pten en
uitleg geven aan omgeving van pten wat ze meer moeten doen (om bijvoorbeeld te belonen) of juist minder
moeten doen.
Mowrer, tweefactorentheorie. Angst ontstaat volgens hem door klassieke conditionering. Door het vermijden van
de prikkel, krijg je te maken met opluchting, wat een bekrachtiger is voor het vermijden van de prikkel. Hierdoor
blijft pt dus de prikkel vermijden, angst wordt niet uitgedoofd en pt blijft in die cirkel. Dus de prikkel die gevreesd
wordt komt door klassieke conditionering en het vermijden past bij operante conditionering. Doorbreken van
vermijden en desensitisatie van vrees komen dus voort uit deze theorie en wordt nog steeds gezien in
behandelingen.
Het gaat dus echt over wat je kan zien: de stimulus en het gedrag. Het gaat er in dit geval dus niet om wat er in
de pt omgaat (angst). Psychose heeft bij het behaviorisme dus te maken met het niet aangaan van sociale
contacten en niet een verstoring van informatieverwerking. Bij behaviorisme keken ze dus naar de omgeving, wat
ze daarin konden veranderen om het gedrag te veranderen. Hiermee probeerden ze dus het gedrag van pten te
beïnvloeden.
Het orthodoxe behaviorisme wordt verlaten
Er kwam uiteindelijk een S-O-R-model. O (niet-waarneembaar) medieerde tussen de wel waarneembare S en R.
Dit was meer het neobehaviorisme. O waren toen de interne prikkels, zoals honger en dorst.
Later kwam Lazarus die zei dat er meer focus moest komen op de praktijk in plaats van theorieën. Uiteindelijk
kwam dus meer aandacht voor cognities, persoonlijkheidskenmerken die onder O vielen. Hierna ging het van
neobehavioirisme naar cognitivisme.
Hierna kwam evidence-based therapie: het ging niet meer over de theoretische en methodische uitgangspunten
die de waarde van therapie bepaalde, maar in hoeverre het succesvol was in het verminderen van klachten bij
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper PsychologieStudentEUR. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.