Hoofdstuk I: octrooirecht
Het octrooirecht heeft betrekking op uitvindingen. Het geeft aan de houder een
exclusief recht anderen te verbieden de geoctrooieerde uitvinding toe te passen. Aan
de verlening van bescherming aan uitvindingen liggen in beginsel de volgende
gedachten ten grondslag. Enerzijds is het octrooirecht een aanmoediging tot het doen
van uitvindingen; aan de uitvinder wordt immers een beloning gegeven voor de
verrichte prestatie. Anderzijds wordt met de aan het octrooi verbonden
openbaarmaking van de uitvinding bereikt dat de techniek daarop kan voortbouwen.
Omdat voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen langdurig onderzoek nodig is
en over het algemeen de periode tussen de octrooiaanvrage en de verkrijging van een
vergunning om het geneesmiddel op de markt te brengen dermate lang is dat de
effectieve octrooibescherming te kort is om de investeringen terug te verdienen, is
binnen de EU een systeem ontwikkeld op grond waarvan men na afloop va het octrooi
voor een geneesmiddel een aanvullend beschermingscertificaat kan krijgen (genaamd
ABC).
In de ROW (Rijksoctrooiwet) is de ‘Bolar-exceptie’ ingevoerd. Dit heeft te maken met
het verkrijgen van een vergunning voor de verhandeling van medicijnen. Voor de
verhandeling is het noodzakelijk om het betreffende medicijn te testen wat in beginsel
een octrooi-inbreuk oplevert, door de bolar-exceptie levert dit geen probleem op.
Artikel 52 EOV bepaalt dat een octrooi wordt verleend voor uitvinden op alle terreinen
van de technologie als aan vier voorwaarden is voldaan:
1. Er moet een uitvinding zijn;
2. De uitvinding moet nieuw zijn;
3. de uitvinding moet inventief zijn (dat wil zeggen niet op een voor de vakman
voor de hand liggende wijze voortvloeien uit datgeen wat al bekend was (=
stand van de techniek));
4. de uitvinding moet kunnen worden toegepast op het gebied van de nijverheid.
Zie voor de voorwaarden ook artikel 2 lid 1 ROW.
Uitvindingen dienen technisch van aard te zijn (ook wel technisch karakter).
Echter, wat onder het begrip ‘technisch’ moet worden verstaan is voor discussie
vatbaar.
Uit artikel 83 EOV jo. artikel 25 ROW blijkt dat een uitvinding op grond van de in
de aanvraag voor octrooi opgenomen informatie ‘nawerkbaar’ moet zijn, dat wil
zeggen dat de vakman de uitvinding moet kunnen toepassen.
Het begrip ‘uitvinding’ is niet gedefinieerd. Wel geeft artikel 52 EOV jo. artikel 2
lid 2 ROW een niet uitputtende lijst van de begrippen niet onder een uitvinding vallen.
Artikel 3 lid 1 sub b ROW geeft uitvindingen die in beginsel octrooieerbaar zijn naar de
norm van artikel 2 jo. 7 ROW. Krachtens artikel 53 EOV zijn van octrooiering
uitgesloten uitvindingen die in strijd zijn met de openbare orde en de goede zeden.
,Samenvatting IE recht; Kort begrip
In beginsel is de indieningsdatum van de octrooiaanvrager de relevante datum om de
vraag te beantwoorden of een uitvinding octrooieerbaar is. echter, indien een
aanvrager zgn. ‘prioriteit’ kan inroepen van een eerdere octrooiaanvrager, dan is de
relevante datum de prioriteitsdatum, die maximaal één jaar voor de indieningsdatum
is gelegen.
Het recht van prioriteit (recht van voorrang) is geregeld in artikel 87 EOV
(artikel 9 ROW). Voor de vraag of het om dezelfde uitvinding gaat, moet gekeken
worden naar het prioriteitsdocument in zijn geheel. Alle elementen van de conclusies
van de aanvrage waarbij beroep op prioriteit wordt gedaan, moeten als tot de
uitvinding behorend kunnen worden aangewezen in de voorrangsaanvrage in haar
geheel.
Binnen het octrooirecht doen zich regelmatig vragen van uitleg voor, waarbij van
belang is hoe iemand een bepaalde openbaarmaking begrijpt. Veel octrooizaken
beginnen met de beantwoording van de vraag wie in de technische context van het
specifieke octrooi de relevante vakman is. De vakman beschikt over de algemene
vakkennis op zijn vakgebied en heeft toegang tot alle stand van de techniek.
Een octrooi kan slechts worden verleend als deze nieuw is. datgene wat bekend is
wordt aangeduid met de term ‘stand van de techniek’. Dit is al hetgeen openbaar
toegankelijk is gemaakt door een schriftelijke of mondelinge beschrijving, door
toepassing of op enig andere wijze.
Van nieuwheid is alleen sprake, als de uitvinding op het moment dat de
aanvrage wordt ingediend geen deel uitmaakt van de stand van de techniek. Tot de
voor de beoordeling van nieuwheid relevante stand van de techniek behoort ook de
inhoud van eerder ingediende octrooiaanvrage die pas op of na de dag van indiening
van de latere octrooiaanvrage in het octrooiregister zijn gepubliceerd (artikel 54 lid 3
EOV en artikel 4 lid 3 ROW).
Een octrooirecht moet ook voldoen aan inventiviteit. Dat wil zeggen verrassend, niet
voor de hand liggend (artikel 52 lid 1 en 56 EOV; artikel 2 lid 1 en 6 ROW). De vakman
wordt geacht te beschikken over de beschikbare algemene vakkennis en tevens
toegang te hebben tot de volledige stand van de techniek. Anders dan bij de
beoordeling van nieuwheid, behoeft het feit dat de uitvinding voor de hand ligt niet te
blijken uit één openbaarmaking. Ook als de uitvinding voor de hand lag voor de
vakman door de combinatie van meerdere openbaarmakingen kan sprake zijn aan een
gebrek aan inventiviteit.
Anders dan bij de beoordeling van nieuwheid bestaat bij de beoordeling van
inventiviteit de mogelijkheid tot subjectiviteit. Steeds bestaat het risico dat men de
uitvinding beoordeelt met gebruikmaking van later verkregen kennis. Veel bijzonder
knappe uitvindingen lijken later eenvoudig en voor de hand liggend. Dit gevaar wordt
‘hindsight’ genoemd. Bij de beoordeling van inventiviteit wordt gebruik gemaakt van
de ‘problem solution approach’. Daarbij worden de volgende drie stappen in acht
genomen:
, Samenvatting IE recht; Kort begrip
1. welke openbaarmaking kunnen uit de stand van de techniek beschouw worden
als de meest nabije stand van de techniek;
2. het technische probleem moet geïdentificeerd worden;
3. is het voor de hand liggend voor de vakman.
De problem-solution approach is slechts een mogelijke benadering. Van belang is dat
er steeds een reden moet zijn voor de vakman om bepaalde elementen uit de stand
van de techniek te combineren.
In de rechtspraak wordt ook aangenomen dat een uitvinding niet inventief is als
het voor de vakman voor de hand ligt om routinematig onderzoek te doen met een
redelijke succesverwachting.
Artikel 52 EOV stelt het vereiste dat de uitvinding toegepast kan worden op het gebied
van nijverheid (art. 2 ROW). Deze eis wordt nader uitgewerkt in artikel 57 EOV (art. 7
ROW).
Toepasbaarheid kan zijn op ieder industrieel gebied, waaronder de landbouw.
Het begrip moet ruim worden uitgelegd. Het bakent de beschermbare uitvinden af van
de niet-beschermbare zuivere uitvindingen. Van belang is dat het voortbrengsel
vervaardigd kan worden. Voor methoden van geneeskundige behandeling en
diagnostische methoden kan op grond van artikel 53 onder c EOV geen octrooi worden
verkregen als dit niet ethisch wordt geacht.
Verkrijging van het recht
Octrooi wordt niet vanzelf verkregen door een uitvinding te doen, zoals het
auteursrecht verkregen wordt door het enkele scheppen van een werk. Octrooi wordt
slechts verkregen doordat het op aanvrage van de rechthebbende wordt verleend.
De eisen die aan de aanvrage worden gesteld, vinden we in artikel 78 e.v. EOV en het
Uitvoeringsreglement (art. 41 e.v.).
De octrooiaanvrage moet in eerste plaats een beschrijving van de uitvinding
bevatten. In die beschrijving dient een overzicht te worden gegeven van de voor de
uitvinding relevante stand van de techniek.
Daarnaast moet duidelijk gemaakt worden welk technisch probleem de
uitvinding beoogt op te lossen en wat die oplossing is.
Er dient minimaal één manier beschreven te worden waarop de uitvinding kan
worden toegepast eventueel voorzien van meerdere uitvoeringsvoorbeelden.
Tekeningen kunnen worden toegevoegd ter verduidelijking. De tekening moet in de
beschrijving worden toegelicht.
De beschrijving moet van zodanige aard zijn dat de uitvinding door een
vakman kan worden begrepen en aan de hand ervan kan worden toegepast (artikel 83
EOV).
De octrooiaanvrage dient voorts één of meerdere conclusies te bevatten. De
conclusies zijn het belangrijkste deel van de aanvrage en van het op grond daarvan te
verlenen octrooi. Een octrooiconclusie is de woordelijke uitleg van de uitvinding. Zij
bepalen de bescherming die aan de octrooihouder toekomt en bakenen dus het aan
hem toegekende monopolie af (artikel 84 en 69 EOV & artikel 53 lid 2 ROW).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jesjel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.