FROM HERODOTUS TO H-NET: THE STORY OF HISTORIOGRAPHY – JEREMY D. POPKIN
PREFACE
De auteur (J.D. Popkin) begrijpt historiografie op 2 manieren: de eerste manier is dat
historiografie de vragen die historici moeten stellen om het verleden te bestuderen en te
beschrijven. De tweede manier is dat historiografie de geschiedenis is van de manieren waarop
historici deze vragen hebben beantwoord door de geschiedenis heen – dit begon met Herodotus,
Thucydides, en Sima Qian, en eindigt in het heden. Historiografie zorgt ervoor dat
geschiedenisstudenten verder kijken dan enkel de interesse in geschiedenis. Door historiografie
kunnen studenten ontdekken hoe geschiedenis gemaakt wordt en kunnen zij meningen vormen
over wat een succesvol historisch onderzoek is en wat niet. Een goede geschiedkundige moet
beide begrippen van historiografie bezitten. Als we de ‘why’ en de ‘how’ van het verleden willen
begrijpen is het in chronologische volgorde behandelen van de historici uit het verleden in hun
eigen context de meest effectieve manier – vandaar dat dit boek chronologisch ingedeeld is (en
nog een paar redenen, maar die zijn irrelevant).
PART ONE: HISTORIOGRAPHY FROM HERODOTUS TO THE TWENTIETH CENTURY
CHAPTER 1: WHAT IS HISTORIOGRAPHY?
De vragen over de aard en de betrouwbaarheid van bewijzen over het verleden, de manieren
waarop verhalen over het verleden georganiseerd worden, de manier waarop deze studies
vervormd worden, en het doel dat zij hebben, zijn de dingen van historiografie. We kunnen
historiografie definiëren als de kritische beoordeling van de manieren waarop historici
gebeurtenissen uit het verleden willen reconstrueren.
THE CONCERNS OF HISTORIOGRAPHY
De term ‘historiografie’ verwijst ook naar het verleden van de geschiedenis: het begrip van hoe
historici uit het verleden hun projecten en methode opzetten. Historici spreken ook wel over
historiografie in termen van specifieke historische onderwerpen, zoals de ‘trans-Atlantische
slavenhandel’, of de ‘Amerikaanse Burgeroorlog’. In dit boek houdt historiografie het volgende
in: de gedeelde problemen waar historici tegenaanlopen – zonder te kijken naar de eeuw of het
onderwerp waarin zij in geïnteresseerd zijn. De uitdaging en moeilijkheden waar je bij
historiografie tegenaan loopt komen vooral door de complexiteit van de term ‘geschiedenis’. In
de meeste talen betekent dit namelijk zowel de gebeurtenissen uit het verleden als de verhalen
die verteld/geschreven worden over het verleden. Historiografie kijkt naar de vragen die
opkwamen door het verschil tussen deze twee betekenissen van ‘geschiedenis’. Het kijkt naar
welke methodes leiden tot betrouwbare verhalen over het verleden, en het probeert de
verschillende meningen van historici over het verleden met elkaar te verenigen. Historiografie
is een ‘metadist-course’, een narratief over een narratief waarvan het onderwerp niet de
historische gebeurtenissen is, maar de geschiedkundige werken die gemaakt zijn.
Historiografie als een vak is belangrijk voor historici, omdat het de verschillen blootlegt
tussen consumenten van historische kennis en de personen die deze kennis produceren. Het
vak probeert vragen te beantwoorden over de menselijke aard of het menselijke bestaan. Deze
vragen hebben vaak geen simpel antwoord, waardoor historici vaak in ingewikkelde debatten
verzeild raken. Deze debatten zijn niet zonder betekenis. Zij helpen bij het verduidelijken van de
assumpties die gemaakt worden vanuit de verschillende hoeken en laten de redenen voor
meningsverschillen onder historici zien. Dit helpt om de discipline levendig te houden. De grote
vragen waar historiografie zich mee bezig houdt overlappen vaak met andere academische
disciplines. Degenen die meedoen in deze historische debatten vinden zichzelf vaak in dialoog
met anderen – filosofen, antropologen, economen, etc. Maar historiografie is er ook om de
vragen te beantwoorden over wat geschiedenis een distinctieve tak van kennis maakt en
waarom deze tak de moeite waard is om te behouden. Het leren over historiografie is een
manier om begrip te krijgen van wat geschiedenis inhoudt en wat een historicus definieert. Het
bestuderen van historiografie houdt in dat je kijkt naar de groep van individuelen die speciale
, vaardigheden hadden in het bestuderen van het verleden, en naar de instituties die de
geschiedkundige gemeenschap samen houden. Het perspectief dat historiografie ons bied
waarschuwt ons voor de assumptie dat onze eigen tijdsperiode een unieke eeuw in de studie
van geschiedenis is.
Al een aantal decennia lang zijn historici al aan het debatteren over de taalkundige
wending in filosofie en sociale theorie. Historici zoals Hayden White hebben vragen opgeroepen
over of we ooit toegang tot de realiteit van het verleden kunnen hebben, omdat hij gelooft dat al
onze kennis is doorgegeven door middel van taal, en dat er geen duidelijke connectie is tussen
de taal en het fenomeen dat het zegt te beschrijven. Een ander set van voortdurende
strijdpunten heeft wortelen in de opening van de discipline voor de perspectieven van groepen
die langere tijd uitgesloten waren van de heersende historische narratiefs – zoals de vrouwen,
de Afro-Amerikanen,, de Latino’s, homoseksuelen, etc. Historici geven tegenwoordig meer
aandacht aan niet-Westerse geschiedenis en aan postkoloniale geschiedenis. Voor sommige
historici heeft de taalkundige wending nieuwe perspectieven geopend, terwijl dit voor andere
juist betekende dat het onmogelijk werd om algemeen geaccepteerde narratiefs over het
verleden te maken. Tegelijk met de taalkundige wending, veranderde ook de manier waarop
historici hun bronnen benaderden en hun bevindingen bekend maakten. Veel historici
begonnen zich niet enkel meer te richten op primaire bronnen, maar ook op visuele en orale
materialen – vaak via het internet. Hierdoor had een historicus veel meer bronmateriaal tot zijn
beschikking. Dit heeft echter wel weer nieuwe vragen opgeroepen over bijvoorbeeld de
authenticiteit van het materiaal.
THE BOOK AND ITS AUTHOR
Het doel van dit boek is om de lezers bekend te maken met de geschiedenis van het historisch
denken, en met andere zaken waar historici zich tegenwoordig mee bezig houden. Door het
leren over hoe geschiedenis gedaan werd in verschillende samenlevingen gedurende de eeuwen,
krijgen we een bredere waardering voor de verschillende doelen die historische narratiefs
gediend hebben en voor de verschillende manieren die historici ontwikkeld hebben om
geschiedenis te doen. Geschiedenis houdt zich bezig met het verleden, maar het is uitgevoerd in
het heden – het bepaalt de manier waarop wij onderzoek doen, schrijven, en geschiedenis leren.
JUSTIFYING THE STUDY OF THE PAST
Geschiedenis wordt vaak genoemd als een collectieve equivalent voor individuele gedachtenis,
maar de waarde van het herinneren van het collectieve verleden is niet noodzakelijk voor
iemands leven.
- Eeuwenlang werd gedacht dat kennis over het verleden vitaal was voor men die
betrokken waren bij publieke zaken, omdat het hen regels zou leren over het menselijk
gedrag – dit konden zij als leidraad nemen. Gebeurtenissen uit het verleden gaven
universele regels voor het menselijke leven. Geen enkele twee gebeurtenissen zijn
precies hetzelfde, en verschillende historische voorgangers kunnen vaak geciteerd
worden ter ondersteuning van verschillende gebeurtenisverlopen. De meeste historici
zijn het dan ook eens dat kennis van het verleden ons begrip kan geven in de mogelijke
uitkomsten van gebeurtenissen, maar dat het dus geen universele regels geeft.
- Een van de meest waardevolle lessen die we verkregen hebben uit de bestudering van
geschiedenis is het belang van onopzettelijke consequenties. Historici vandaan de dag
leggen meer nadruk op de waarde van geschiedenis in het produceren van een collectief
gevoel van identiteit dan op de praktische leidraad. Gemeenschappen, op ieder niveau,
hebben een gedeelde herinnering van hun verleden nodig.
- Historici hechten ook belang aan de waarheidlievende geschiedenis als een manier om
emotioneel geladen mythes uit het verleden die gevaarlijke consequenties in het heden
hebben te vernietigen – bijvoorbeeld de Krim.
- Een andere belangrijke taak die historici hebben is die van het beoordelen van degenen
die de macht hebbe/hadden. Hierdoor weten machthebbers dat zij in de toekomst aan
hevige kritiek onderworpen zullen worden – voor of na hun dood.