2 – Preventie organiseren.
HC - Preventie
Gezondheidsvaardigheden
Gezondheidsvaardigheden zijn de vaardigheden om informatie over gezondheid te verkrijgen, te
begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheid gerelateerde beslissingen.
1. Functioneel; zoals lezen, schrijven, zoeken op internet, rekenen etc.
2. Interactief of communicatief; zoals begrijpend lezen, abstract denken, hoofd= en bijzaken scheiden,
reflecteren etc.
3. Kritisch; zoals het toepassen van informatie, ordenen, vooruitdenken, prioriteiten stellen.
Beperkte gezondheidsvaardigheden hangen deels af van opleidingsniveau, culturele en etnische aspecten.
Gezondheidsdeterminanten
Gezondheidsdeterminanten zijn factoren die invloed hebben op de gezondheid. Voor elk
gezondheidsprobleem zijn er gezondheidsdeterminanten. --> Preventie (positieve factor) of bedreiging
(risicofactor)
Gezondheidsdeterminanten in het “Health Field Concept” van Lalonde
Het Health Field Concept van Lalonde (1974) vat de gezondheidsdeterminanten samen in vier
categorieën: biologische factoren, voorzieningen in de
gezondheidszorg, leefstijl en omgeving.
1. Biologische factoren (Endogene factoren)
Biologische factoren zijn de factoren binnen in het
individu. Ze kunnen biologisch bepaald zijn of
erfelijke, zoals het geslacht of de genetische aanleg
voor bepaalde ziektes. Biologische factoren kunnen
ook verworven zijn door de leefstijl of de omgeving.
Voorbeelden hiervan zijn gewicht, bloeddruk en longfunctie.
2. Organisatie van de gezondheidszorg
De kwaliteit en organisatie van de gezondheidszorg spelen een belangrijke rol in de gezondheid van de
mens. Het gaat ten allereerste over de kwaliteit van de (medische) zorg, die afhankelijk is van
wetenschappelijke inzichten. Ook organisatie in de gezondheidsrol speelt een grote rol. Een voorbeeld
is de verplichte zorgverzekering waardoor de zorg goedkoper wordt. Toegankelijkheid is ook een
belangrijke factor. Ondanks dat elke burger toegankelijkheid heeft tot de zorg door de wet op
patiëntenrechten, kunnen bepaalde aspecten van de gezondheid minder toegankelijk zijn voor een
aantal bevolkingsgroepen.
Ook de preventieve gezondheidsvoorzieningen zijn belangrijk. Hier wordt gestreefd naar het
bevorderen, beschermen en behouden van de gezondheid van de bevolking. Dit zijn bijvoorbeeld de
vaccinaties en de bevolkingsonderzoeken.
3. Leefstijl (Exogene factoren)
Met leefstijl wordt een combinatie van gedragingen bedoeld, die gerelateerd in aan de gezondheid.
Hier horen een aantal patronen bij, zoals de voedings- en bewegingspatronen, omgaan met stress,
alcoholgebruik etc. Dat gedrag, gerelateerd aan de gezondheid, wordt bepaald door de kennis en
vaardigheden van een individu, de drijfveren om gezond of ongezond gedrag te stellen en de
omgeving waarin iemand leeft.
4. Fysieke en sociale omgeving
Hiermee wordt bedoeld de samenstelling en vormgeving van woon-, werk-, en schoolomgevingen en
de voorzieningen daarbinnen zoals de verkeersituatie, aanwezigheid van speelvoorzieningen etc. De
sociale omgeving omvat zowel de organisatie van de sociale banden waarin een individu leeft en mee
te maken heeft, als de sociale invloeden op het individu. Voorbeelden zijn de collega’s, de
gezinssamenstelling, de buren etc.
Omgeving is opgesplitst in vier contexten: fysieke, sociaal cultureel, economisch en politieke. De
economische context heeft te maken met de betaalbaarheid en marketing van producten en diensten,
maar ook met de economische welvaart van een land of gebied. De politieke heeft te maken met
wetten, regels en aanbevelingen met betrekking tot de gezondheid. Ook de politieke ideologieën of de
aan- of afwezigheid van oorlog in een land of gebied hebben invloed.
Gezondheidsdeterminanten in het “Sunrise model” van Leininger
Het Sunrise model van Leininger onderscheidt zich in het opzicht dat
Leininger gedrag van cliënten en verpleegkundigen en hun interacties
expliciet in een breder kader van cultuur plaatst. Volgens haar is
Kennisweek 2
1
, gezondheidszorg en verpleging slechts te begrijpen in de context van culturen. Verpleging kenmerkt zich
in haar theorie als een geheel van verzorgingsgedragingen, -rituelen en -opvattingen.
1. Religie en zingeving: Eigen geboden en verboden rituelen uit belang van religie.
2. Technologische factoren: vertrouwen in de westerste medische technieken/PC-kennis/online-info
verwerken.
3. Sociologische factoren: Duur van verblijf/ generatie/ minderheidspositie/ ervaringen met
discriminatie/ integratie/ sociaal netwerk
4. Culturele waarden en levenswijzen: Soort migratie/ wettelijke status/ vertrouwen in officiële
instanties.
5. Politieke en legale factoren: Economische positie/ gastarbeiders/ economische positie in land van
herkomst
6. Economische situatie: “
7. Opleiding en onderwijs: onderwijs/ analfabetisme/ beheersing Nederlandse taal/ kennis menselijk
lichaam en ziektes/ kennis organisatie gezondheidszorg/ irreële verwachtingen van sociale diensten/
huisarts niet bestaand in land van herkomst
Overzicht van alle aspecten die betrokken worden bij keuzes maken in de maatschappij of zorg. zoals
religie, socialiteit en politiek. Het wordt ingezet bij een anamnese om een goed behandelplan op te stellen
aan de hand van hoe de patiënt naar de wereld kijkt en welke factoren hierbij betrokken zijn.
Etnisch en cultuur gerelateerde gezondheidsdeterminanten volgens het conceptueel model van
Stronks e.a.
Stronks e.a. (1999) hebben een conceptueel model van gezondheid ontwikkeld waarin etniciteit in is
verwerkt. Dit model geeft weer dat er risicofactoren zijn die bij iedereen aanwezig kunnen zijn en
contextuele mechanismen. Deze mechanismen, die beïnvloed worden door het proces van cultuur en
acculturatie, geven in combinatie met de risicofactoren het verschil weer tussen de gezondheid van
allochtonen en autochtonen. Het model brengt overzichtelijk weer welke factoren van invloed zijn op de
gezondheidsbeleving.
Specifieke risicofactoren zijn: leefstijl, fysieke omgeving, sociale omgeving, psychosociale stress en
gebruik van zorg.
Contextuele mechanismen (kenmerken van etnische groepen) zijn: genetische factoren, korte-termijn
migratiegeschiedenis, culturele kenmerken, etnische identiteit en positie in de maatschappij.
Het model wordt van rechts naar links toegelicht. De
risicodeterminanten (l) worden beïnvloed door de
contextuele mechanismen (ll.)
Relatie tussen gezondheidsdeterminanten, preventie
en gedragsverandering
Om gezondheid te kunnen bevorderen is het van belang om gezondheidsdeterminanten te groeperen in
welke positief of negatief zijn. Hiervoor kunnen de gedragsverklarende modellen gebruikt worden.
Preventie is erop gericht om risico’s voor de gezondheid (risicofactoren zo klein mogelijk te houden, of
zelfs weg te nemen. Ook kan preventie gericht zijn op het beschermen en bevorderen van de gezondheid.
De verschillende gezondheidsdeterminanten beïnvloeden niet alleen de gezondheid, maar ook elkaar.
Sommige determinanten beïnvloeden direct de gezondheid en andere indirect door de invloed op andere
(achterliggende) determinanten.
Motieven en principes van integraal gezondheidsbeleid en de rol van de verpleegkundige
daarbinnen
Integraal gezondheidsbeleid is beleid waarbij de belangrijkste relevante sectoren binnen en buiten het
volksgezondheidsdomein samenwerken aan de gezondheid, waarbij het gemeenschappelijke doel is het
bevorderen of beschermen van de gezondheid. Het is niet eenvoudig om te bepalen of een bepaald beleid
een integraal gezondheidsbeleid is. Hiervoor is de Beslisboom Integraal Gezondheidsbeleid. Voor integraal
gezondheidsbeleid zijn de volgende kenmerken:
Samenwerking tussen de sector volksgezondheid en een of meerdere relevante sectoren hierbuiten.
Gericht op beïnvloeding van een of meerdere determinanten van gezondheid in onderlinge samenhang.
Uiteindelijke doel is gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming.
Overheid is belangrijkste actor.
Integraal gezondheidsbeleid vindt plaat op lokaal, nationaal of internationaal (bijv. Europees) niveau.
Het beleid is een vorm van preventiebeleid. Het doel is immers het bevorderen of beschermen van de
gezondheid.
Kennisweek 2
2