1 – Gezondheidsgedrag van volwassenen.
EC – Positieve psychologie in het licht van volwassenheid + WG 1 – Iedereen doet
mee!
Psychologische ontwikkeling van volwassenen; volwassenheid als leeftijdsfase
De volwassenheid is een lange periode van 40 jaar in het leven. Gedurende deze periode ontwikkelt een
mens zich verder na de ontwikkeling in de adolescentie. De volwassenheid wordt opgesplitst in 3 fases; de
vroege, middelbare en late volwassenheid.
Iedere fase in de psychologische ontwikkeling van de mens wordt gekenmerkt door een conflict. Dit
conflict moet op een positieve wijze worden opgelost voordat het individu door kan gaan naar de volgende
fase. Conflict staat voor een levenstaak dat bestaat uit twee tegenpolen, die in het gunstige geval
uitmonden in een deugd.
Vroege volwassenheid – late tiener jaren tot circa 30 jaar
Levenstaak: intimiteit versus isolement met als deugd: liefde (ontwikkelingstaken: verkenning, autonomie
en intimiteit)
In deze fase staat de mens voor de ontwikkelingsstaak een wederkerige en intieme relatie opbouwen
volgens de componenten:
- Nabijheid, onafhankelijkheid, gewaardeerd worden, identiteit, experimenteren, roekeloosheid, aangaan
van verantwoordelijkheden.
Middelbare volwassenheid – 30 jaar tot 55/65 jaar
Levenstaak: openstaan voor verandering tegenover stagnatie met als deugd: zorg (ontwikkelingstaak:
complexiteit en generativiteit)
Het doorgeven aan de volgende generatie van wat men belangrijk en waardevol vindt aan waarden,
normen, geloof, ontwikkeling staat centraal. Men ontwikkelt zich vaak ook in creativiteit en op geestelijk
gebied. Werk is in deze fase cruciaal.
De sandwichgeneratie: groep mensen tussen de 40 en 60 jaar, die ingeklemd zitten tussen de zorg
van hun opgroeiende kinderen en de mantelzorg voor hun ouders.
Late volwassenheid – 55/65 tot de dood
Levenstaak: ego-integriteit versus wanhoop met als deugd: wijsheid (ontwikkelingstaak: integriteit)
Ego-integriteit= ‘de eerlijkheid, oprechtheid en echtheid van jet ego (persoonlijkheid, karakter) van een
individu’.
Er ontstaan zowel fysieke als cognitieve verandering. Het haar, de huid, spieren en longen veranderen.
Informatie wordt minder snel opgenomen en bewegen gaat moelijker. Ook ontstaan er sociale en
emotionele veranderingen met o.a. afscheid nemen.
Realisatie en behouden van lichamelijk, emotioneel, psychologisch en sociaal welbevinden
vanuit de perspectieven:
Positieve gezondheid
Huber introduceerde het concept van positieve gezondheid. In dit concept wordt gezondheid niet gezien
als de af- of aanwezigheid van ziekte, maar het vermogen van individuen om met de fysieke, emotionele
en sociale levensuitdagingen om te gaan, en daarbij zoveel mogelijk
eigen regie te voeren. Het gaat om het vermogen om met
veranderende omstandigheden om te gaan. Huber onderscheidt zes
gezondheidsdimensies om het ‘gezondheidswelzijn’ te meten:
1. Lichaamsfuncties: medische feiten, medische waarnemingen, fysiek
functioneren, klachten en pijn, energie.
2. Mentale functies en -beleving: cognitief functioneren, emotionele
toestand, eigenwaarde/zelfrespect, zelfmanagement.
3. Spiritueel/existentiële dimensie: zingeving, doelen/idealen
nastreven, toekomstperspectief, acceptie.
4. Kwaliteit van leven: welbevinden, geluk beleven, genieten, ervaring
van gezondheid, lekker in je vel zitten, levenslust, balans.
5. Sociaal maatschappelijke participatie : sociale/communicatieve
vaardigheden, betekenisvolle relaties, sociale contacten, werk.
6. Dagelijks functioneren: basis van Algemene Dagelijkse
Levensverrichtingen (ADL), werkvermogen, health literacy.
Positieve psychologie
Kennisweek 1
1
, Positieve psychologie is een stroming binnen de psychologie. De grondleggers Martin Seligman en Mihaly
Csikszetmihalyi gaven aan dat binnen de positieve psychologie het over drie onderwerpen gaat:
1. Positieve ervaringen die mensen kunnen hebben, zoals geluk, hoop en liefde.
2. Positieve eigenschappen, zoals vitaliteit, doorzettingsvermogen en wijsheid.
3. Positieve instituties; de manieren waarop veranderingen een positief verschil kunnen maken binnen de
maatschappij.
Welbevinden volgens Seligman (2011):
Seligman ontwikkelde de well-being theory, en is daarbij een van de grondleggers van positieve
psychologie. De theorie is gebaseerd op vijf pijlers:
- Postive emotions (het plezierige leven) - Meaning (het zinvolle leven)
- Engagement (het goede leven) - Accomplissment (iets bereiken in het leven)
- Relationship (positieve relaties)
Positieve verpleegkunde
Positieve verpleegkunde is natuurlijke zorg, ondersteuning en herstel bij ziekte, maar ook het bevorderen
van de lichamelijke, mentale en sociale gezondheid, het versterken van de veerkracht, empowerment en
het bevorderen van het welbevinden.
Dit wordt gedaan door persoons/klantgerichtheid, motivational interview, oplossingsgericht taalgebruik en
kijken naar de vorderingen.
Flow model (Csikszetmihalyi)
Csikszetmihalyi omschrijft dat mensen het gelukkigst zijn, wanneer ze in staat van opperste concentratie
zijn en daardoor volledig opgaan in de activiteit/handeling die ze uitvoeren. In het flow-model wordt de
emotionele toestand weergegeven, waarin iemand zich kan bevinden gedurende het uitvoeren van een
taak of activiteit. Dit gebeurt aan de hand van de twee wegingsfactoren uitdaging (challenge) en
vaardigheid (skill level), die tegen elkaar worden uitgezet.
Welbevinden staat voor de mate waarin iemand zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelt.
Emotioneel Psychologisch Sociaal
1 Mate van aanwezigheid van positieve Doelgerichtheid Positieve visie op anderen.
. gevoelens. (plezier)
2 Mate van aanwezigheid van negatieve Persoonlijke groei Geloof in maatschappelijke
. gevoelens. vooruitgang.
3 Mate van tevredenheid over het leven. Autonomie Begrip voor de maatschappij.
.
4 Omgevingsbeheersi Participatie in de maatschappij.
. ng
5 Zelfacceptatie Zich thuis voelen in de
. maatschappij.
6 Positieve relaties
.
Belang van persoonsgerichte benadering als beginpunt van de verpleegkundige zorg
Klantgerichte benadering richt zich op de oorzaak van de klacht en op het veranderen van disfunctionele
gedachten en gedragingen om de klacht te reduceren en te beperken.
Persoonsgerichte/klachtgerichte benadering richt zich op het bevorderen van welbevinden om
uiteindelijk een betekenisvol leven te leiden.
Natuurlijk wordt er binnen persoonsgerichte zorg ok gekeken naar een ziekte(oorzaak) en naar de
behandeling en genezing. Er wordt breder gekeken, waardoor de ziekte(oorzaak) vaak niet het eerste
aandachtspunt is.
Coping en de verschillende copingstijlen i.r.t. het realiseren en behouden van welbevinden
Coping is de manier waarop een individu met problemen en stress omgaat. De reactie op een probleem is
een combinatie van verstand en emoties. Er zijn verschillende copingstijlen, die te maken hebben met de
persoonlijkheid van het individu.
Copingstijlen
Probleemgerichte copingstrategie → opzoek naar oplossingen
Emotiegerichte copingstrategie → verminderen van negatieve emoties
Responsgerichte copingstrategie → verminderen van de mogelijke gevolgen
Het probleem actief aanpakken: effectief; Individuen gebruiken vooral het verstand. Ze gaan in de
aanval en zijn optimistisch. Het probleem wordt opgedeeld in verschillende stukken, waarvoor elk stuk
een oplossing wordt gezocht.
Kennisweek 1
2