100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Psychopathologie II - samenvattingen van de artikelen €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Psychopathologie II - samenvattingen van de artikelen

 59 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvattingen van de artikelen van PPII

Voorbeeld 3 van de 17  pagina's

  • 27 januari 2023
  • 17
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
hmldekruijff
Samenvattingen onderzoeksartikelen PPII
Artikel 1: Mental disorders as networks
Dit model kijkt naar mentale stoornissen als complex netwerken van interacterende
symptomen. Er wordt hierbij vooral gekeken naar comorbiditeit, predictie en klinische
interventie.
- Comorbiditeit: model geeft een verklaring voor het samen voorkomen van verschillende
stoornissen.
o Komt voor wanneer er bridge symptomen zijn die bij beide stoornissen horen.
o Onderzoeken wijzen uit dat er bijna nooit echte grenzen te trekken zijn tussen
stoornissen.
o Comorbiditeit is een som van de gedeelde symptomen tussen stoornissen, minder
gedeelde oorzaken.
o Wanneer er veel gelijkenissen zijn kan je makkelijk van het een naar het ander
reizen, aangezien afstanden kort zijn.
- Predictie: symptoomnetwerken bij zieke mensen zijn anders dan bij niet-zieke mensen, er
zouden vroege waarschuwingen te zien moeten zijn in de netwerken van niet-zieke
mensen.
o Veel mensen ervaren enkele symptomen, echter ontwikkelt maar een deel een
psychische stoornis, hoe kan je dit voorspellen?
o Twee vormen van aanpak: het kijken naar early-warning signals en het kijken naar
groepsniveau netwerken om verloop van psychopathologie te voorspellen.
o Early-warning signals zouden een transitie moeten voorspellen tussen gezond en
ziek. VB: critical slowing down, waarbij herstel langer duurt.
o Voor zwakke netwerken zorgt een negatief externe gebeurtenis voor een toename
in symptomen, in sterke netwerken kan dit een transitie van gezond naar ziek
teweeg brengen.
o Voorspellen a.d.h.v. netwerk kenmerken: sterke temporele emotionele netwerken
laten zien dat een emotie sterk afhankelijk is van de emotie ervoor.
o Ook zijn er per stoornis bepaalde symptomen die in meerdere maten voorspellend
zijn voor het ontwikkelen van psychopathologie.
- Klinische interventie: dit richt zich vooral op centraliteit, aangezien dit het meest
onderzocht is. Het aanpakken van het meest centrale symptoom is een therapeutische
strategie.
o Symptomen met een hoge outdegree zijn goede targets voor interventie, omdat
deze veel andere symptomen beïnvloeden.
o Stellen welke aan te pakken is lastig omdat onderzoeken moeilijk te vergelijken
zijn.
o MDD: depressieve stemming, verlies van interesse en plezier, vermoeidheid.
Centraliteit:
- Sommige elementen zijn belangrijker dan anderen
- Strength: hoe sterkerker alle verbindingen, hoe sneller je van een centraal station direct
naar andere stations kan komen.

,- Closeness: hoe sterker een station indirect verbonden is met andere stations, des te sneller
kom je overal.
- Betweenness: hoe vaak ligt een station op het kortste pad tussen andere stations, een
centraal station is een belangrijke overstapplaats.
 Kritiekpunt: model is 2D.


Artikel 2: transdiagnostisch model van angststoornissen
tCGT: transdiagnostische CGT waarbij ook gerelateerde symptomen aangepakt worden naast
de angststoornis zelf. Inzetbaar voor (comorbide) angststoornissen, PTSS en depressieve
stoornissen.
- Lijkt effectiever dan gewone CGT bij comorbide angst/depressie
- Het centrale/gemeenschappelijke probleem lijkt aangepakt te worden omdat het bij
verschillende diagnoses tot goede uitkomsten leidt.
Model ziet verschillen tussen diagnosen vooral in uitlokkende stimuli en coping mechanismen
die erbij horen, voornamelijk externe en dus extra-persoonlijke factoren (enige klasse van
mentale stoornissen die dit heeft). Niet in cognitieve, gedragsmatige of emotionele aspecten
bijvoorbeeld.
= uitlokkende stimulus  catastrofische misinterpretatie  sympatische/emotionele reactie
 escape/avoidance.
Er wordt niet gekeken naar verschillen in vorm van stoornissen, maar naar gelijkheden en
functies van gedrag.
Veel verschillen als je diagnosen van angststoornissen gaat vergelijken wanneer gegeven door
verschillende personen, moeilijk/niet te onderscheiden.
- Diagnose van ADNOS is dus misschien meer praktisch en bruikbaar.
- Één diagnose zou kunnen zorgen voor betere zorg en betrouwbaarheid.
- Diagnosen zijn temporeel onstabiel en er zijn veel transities tussen diagnosen.
Erfelijkheid lijkt ongeveer 30-40% te zijn. Al is er kans dat dit voornamelijk te maken heeft
met een aanleg voor neuroticisme. Er zijn geen specifieke genlocaties gevonden.
- Het grootste deel blijft echter omgeving/leren gerelateerd.
Transdiagnostisch lijkt er geen gehele gelijke basis te zijn op neurologisch gebied, gedacht
werd dat de amygdala een voornaamste gelijke factor was. Echter blijkt in OCD het striatum
belangrijk en in PTSS is het anterieur cingulate hypoactivatie.
- Wel wordt gedacht dat er alsnog een gelijke neurologische basis ten grondslag ligt aan
overeenkomstige symptomen in verschillende stoornissen.
Hogere heterotypische stabiliteit lijkt een indicatie voor frequente fluctuatie in diagnoses over
tijd. In sociale angststoornissen lijkt overbescherming door ouders wel een onderliggende
ontwikkelingsfactor te zijn.

, Er lijkt op het gebied van gedrag een overeenkomstige basis te zijn op het gebied van hoe
mensen deze gedragingen aanleert en hoe men ervaringen generaliseert. Er zijn wel
verschillen te vinden, maar er lijkt wel een zekere mate van een gelijke basis te zijn.
Op cognitief gebied lijkt er een gelijke basis te zijn in dat stimuli als een bedreiging gezien
wordt, cognitieve bronnen een dreiging zijn en de angst gegenereerd/in stand gehouden wordt.
Ook is er wellicht in PTSS en paniekstoornissen een gelijke selectieve geheugenbias m.b.t.
dreiging te zijn, echter is deze er niet in andere angststoornissen.
Behandeling middels serotonine gerichte medicatie of cognitieve gedragstherapie geeft
gelijksoortige effecten, wat ook weer bevestiging geeft voor een transdiagnostische aanpak.
Over het algemeen is er meer gelijkheid dan verschil tussen verschillende diagnosen
gevonden. Ervaringen van vrees of angst komen vaak voort uit excessieve overschatting van
dreiging. Een angststoornis blijft vaak bestaan door situationele, cognitieve of emotionele
vermijdingsstrategieën die ervoor zorgen dat ervaringen niet gediscomformeerd worden.
Verschillen zijn vooral te vinden in de targets, daarom is een enkele diagnose met extra
symptoombeschrijvingen waarschijnlijk een betere oplossing.


Artikel 3: gedragsstoornissen en pesten
Er is zeker dat pesten een risico vormt voor psychiatrische problemen in de kindertijd, nog
onzeker is het of dit tot aan de vroege volwassenheid voortduurt.
Slachtoffers alleen hebben meer kans op agorafobie, GAD, paniekstoornis.
Pesters/slachtoffers meer kans op depressie, paniekstoornis, agorafobie (alleen vrouwen) en
suïcidaliteit (alleen mannen).
Pesters alleen hebben een hogere kans op een antisociale PS.
Slachtoffer kan zorgen voor fysieke, gedragsmatige, emotionele, psychotische en school
gerelateerde problemen. Gepest worden vergroot ook de kans op gedachten/uitvoer van
suïcide.
Bij meisjes zijn de ervaringen vaak meer traumatisch. Bij jongens lijkt het vooral een
voorspeller te zijn voor latere psychopathologie en minder een voorspeller te zijn voor andere
uitkomsten.
Gepest worden kwam twee keer meer voor in de kindertijd (9-13) dan adolescentie (14-16).
Pesters of pesters/slachtoffers waren vaker jongens, bij slachtoffers was hier geen verschil in.
Beide groepen van slachtoffers hebben een hoger risico op psychiatrische stoornissen in de
volwassenheid in vergelijking tot pesters/zonder pestgeschiedenis.
(heb niet alles samengevat, maar de overige informatie leek mij niet toetsvraagwaardig)


Artikel 4: Angststoornissen
Zes processen die angststoornissen in stand houden:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hmldekruijff. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd