Invloeden op de levensloop 2
Psychiatrie, schuld en de zelfredzaamheidsmatrix
Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM)
Je kunt zelfredzaam worden genoemd als je een acceptabel niveau van functioneren hebt
gerealiseerd op de gebieden (domeinen) waarmee jij, zoals iedereen in de Nederlandse samenleving,
in her dagelijks leven te maken krijgt. Wat kunnen mensen zelf en wat wordt er vanuit de
maatschappij verwacht dat mensen kunnen. Multiprobleemsituaties.
- 13 leefgebieden in de ZRM, deze leefgebieden dwingen jou als sociaal werker om naar het
hele leven van de cliënt te kijken.
Hoe werkt de zelfredzaamheidsmatrix?
Je kijkt of de cliënt volledig zelfredzaam is. Je gaat ervanuit dat iemand zelfredzaam is. Je neemt aan
dat iemand het wel kan, tenzij…
Check de domeinen van rechts naar links. Dus van 5 naar 1.
3 deelterreinen of specialistische visies van de psychiatrie:
1) Biologische richting
2) Psychotherapeutische richting
3) Sociale richting
Psychopathologie (geestesziekteleer)
Psycho: geest, patho: ziekte, logie: leer.
Een wetenschap, je probeert wetmatigheden (oorzaak-gevolg) bloot te leggen. We streven naar
objectiviteit. Wetenschap die ziektes van de geest onderzoekt.
Psychiatrie
Vanaf 1800, praktische toepassing. Dit was vanaf de tijd dat er meer wetenschap begon te ontstaan.
Vanaf 20e eeuw pas moderne psychiatrie. Jonge wetenschap dus.
1.1 Gek of ziek?
Beoordelingscriteria voor ‘normaal’ gedrag:
- Kenmerken van de beoordeelde persoon, zoals leeftijd, geslacht, beroep, maatschappelijke
positie of sociale rol. Zo is bepaald gedrag normaal voor een kind, maar niet voor een
volwassene.
- Tijd en plaats van het gedrag. In pyjama op straat is ‘abnormaal’, tenzij het carnaval is.
- Waarden en normen van de heersende cultuur en tijdgeest. Denk aan de discussie of
homoseksualiteit een afwijking is.
,Abnormaal
Houden mensen zich aan de norm? Als 99% het doet en 1% niet, dan zou die ene procent abnormaal
zijn. Dit is gedragsmatig: kenmerken, tijd/plaats en normen. Denk aan het dragen van een badjas op
straat. Dat is met carnaval normaal, maar buiten dat niet. Ook kan het zijn dat in de Westerse landen
iets gek is, maar in Azië normaal.
Vooral tijd en plaats. Niet iedereen heeft dezelfde normen en waarden.
Gestoord
Vind de persoon zelf het storend. Vinden de andere het storend. Het is repliceerbaar, het is niet
alleen bij één persoon.
Medisch model
1) Diagnose
Karakteristieke eigenschappen
2) Verklaring
Factoren
3) Prognose
(Natuurlijk) verloop
4) Therapie
Interventies
5) Preventie
Primair: hoe kan ik voorkomen dat het ontstaan, secundair: hoe kan ik ingrijpen dat het snel
stopt, tertiair: hoe kunnen we iemand helpen om hiermee om te gaan.
2.1 Classificatie: van symptoom tot syndroom
Syndroom
Groep samenhangende symptomen in puur beschrijvende zin. Dit laatste wil zeggen dat we deze
groepering of samenhang alleen vaststellen (en onder een bepaalde naam omschrijven), zonder dat
er een verklaring voor te geven. Hier kan je een stoornis aan vasthangen. Denk aan depressie of
borderline.
Hoofdsymptoom
Uiting, signaal of kenmerk van een psychische stoornis, die verwijst naar een specifieke stoornis.
Symptomen die met grote waarschijnlijkheid verwijzen naar een specifieke stoornis.
,Bijsymptoom
Kenmerken die het beeld van de stoornis compleet maken, maar bijkomstig zijn.
Voorbeelden
- Een hoofdsymptoom van anorexia nervosa (een syndroom) is de allesoverheersende wens
om mager te zijn; een bijkomstig symptoom is de afwezigheid van menstruaties.
- Een hoofdsymptoom van depressie (een syndroom) is een somber gevoel; een bijkomstig
symptoom is een laag energieniveau.
Categoriale classificatie
Psychische stoornissen worden onderverdeeld in duidelijk afbakende klassen of categorieën op
grond van een aantal kenmerken die aanwezig moeten zijn om van een dergelijke stoornis of
syndroom te mogen spreken.
In de praktijk blijken psychische stoornissen echter niet zo eenvoudig te ordenen in strikt
afgebakende syndromen. Naast twijfel over betrouwbaarheid en bruikbaarheid van dergelijke
classificaties, is het de vraag of het wel geoorloofd is mensen (met psychosociale problemen) in
‘vakjes’ te delen. Het antwoord van die vraag hangt af van de betekenis en het belang van de
diagnose.
Diagnose
De nauwkeurige vaststelling , onderscheiding en omschrijving van stoornissen (syndromen,
symptomen, ziekten).
Diagnostiek
De werkwijze om tot een diagnose te komen. Een van de middel hiertoe is het classificatiesysteem.
Classificatiesysteem
Systeem om tot een diagnose te komen. Dit systeem is te vergelijken met een atlas, die als gids of
leidraad dient om een onbekend terrein overzichtelijk of toegankelijk te maken. Een landkaart kan
nooit het landschap vervangen, maar het is wel een handig instrument.
Op soortgelijke wijze staat een classificatie van psychische stoornissen ten dienste van onderzoek en
zorgverlening bij mensen met psychosociale problemen. Voorwaarde hierbij is wel dat de ordening
en daarop gebaseerde diagnose betrouwbaar en bruikbaar zijn in de praktijk. Men kan de
nauwkeurigheid van een diagnose toetsen door na te gaan in hoeverre verschillende beoordelaars
tot dezelfde conclusie komen wanneer ze onafhankelijk van elkaar dezelfde cliënt onderzoeken.
Verschil classificeren en diagnostiek
Classificeren Diagnostiek
Objectief Subjectief
Generaliserend Individualiserend
Intersubjectief Intrasubjectief
Empirisch Interpretatie
‘Hard’ Intuïtie
Van differentiële diagnostiek naar einddiagnose middels interview, lichamelijke en psychodiagnostisch onderzoek.
, In de geneeskunde geldt de regel dat men voor een bepaalde klacht of symptoom eerst een
organische verklaring moet trachten te vinden. Pas wanneer hiervoor geen aanwijzingen zijn, kom
men tot het besluit dat ‘het psychisch moet zijn’. In de psychiatrie is deze opvatting achterhaalt. Het
is immers bepaald niet eenvoudig om te bepalen of lichamelijke klachten een psychische oorsprong
hebben. Anderzijds kan achter een tal van psychische stoornissen een somatische (lichamelijke)
oorzaak schuilgaan.
Psychodiagnostisch onderzoek
IQ-testen, stijlen van denken, etc. Alle psychologische testen.
- Beoordelingsschalen
- Zelfbeoordelingsschalen
- Functietests
Verloop diagnose
1) Acuut (even slecht en
dan goed)
2) Chronisch intermitterend
(onderbroken)
3) Chronisch statisch (gelijk)
4) Chronisch progressief
(gaat steeds slechter,
zoals Alzheimer)
3.1 Wat is de oorzaak?
Verklaringen van psychische stoornissen verwijzen steeds naar een bepaald mensbeeld en hoe dat in
diverse theorieën tot uiting komt.
Theorie
Een gesystematiseerd geheel van ideeën die als verklaring geleden voor een groep verschijnselen.
Wetenschappelijke theorie: staat ten dienste van verder onderzoek. De mogelijke verklaring van
verschijnselen wordt herleid tot veronderstellingen (hypothesen), waarvan de juistheid vervolgens
getoetst moet worden.
In de psychiatrie blijft een sterke neiging om stoornissen te onderzoeken, verklaren en behandelen
vanuit één visie: biologisch, psychologisch of sociaal.
Criteria beoordeling sterke en zwakke kanten van theorierichtingen:
1) Originaliteit: welk nieuw inzicht laat deze theorie toe, vergeleken met bestaande visies?
2) Toetsbaarheid: in hoeverre is deze theorie te toetsen met behulp van systematisch
onderzoek?
3) Bruikbaarheid: wat heeft deze theorie praktisch te bieden voor de zorg?
Voor psychische stoornissen geldt geen simpele redenering van ‘oorzaak-gevolg’. Evenmin kan men
een eenvoudig antwoord geven op de vraag of een stoornis psychisch dan wel somatisch van
oorsprong is. Hetzelfde geldt voor het eeuwenoude debat of de mens nu een product is van de
natuur (erfelijkheid, constitutie, organisme) of van cultuur (opvoeding, ontwikkeling, omgeving). Het