Algemene psychologie
Doelen:
1. Beschrijft individuele verschillen in gedrag, ontwikkeling en
persoonlijkheidskenmerken.
2. Geeft een verklaring voor psychologische processen bij individuen en
groepen.
3. Beschrijft de determinanten van gezond en ongezond gedrag.
4. Beschrijft de verschillende psychologische therapieën.
5. Past kernbegrippen uit de psychologie toe op een casus.
6. Legt uit hoe attituden en gedrag tot stand komen.
7. Analyseert hoe mensen waarnemen, leren en denken aan de hand van een
casus.
Literatuur:
Zimbardo, P., Johnson, R., &: McCann, V. (2013). Psychologie, een inleiding.
Amsterdam: Pearson Education. ISBN 9789043021678. Hoofdstuk 1, 2, 3, 4,
5, 6, 9, 10, 14
Dijkstra, P. (2016). Hoofdstuk 5. De rol van persoonlijkheid in het leven van
alledag. In: Barelds, D.P.H. &: Dijkstra , P. (red.), Inleiding in de
persoonlijkheidspsychologie (p. 165-210). Amsterdam: Boom Lemma.
Doelen stellen:
Wat ik wil weten en kunnen na deze module is meer kennis hebben over de
psychologische theorieën zodat ik mij kan verdiepen in de toegepaste psychologie.
Mijn doel is om deze toets met een voldoende
,Hoofdstuk 1: geest, gedrag en psychologische
wetenschap
1.1
Het woord psychologie is afkomstig uit het Oudgrieks, psyche = geest – ologie = gebied van de studie.
De Grieken geloofden dat de geest op zichzelf en apart van het fysieke lichaam bestond.
Psychologie is een breed veld, met vele specialismen, maar in wezen is psychologie de wetenschap
van gedrag en geestelijke processen.
Psychologie houdt zich niet alleen bezig met geestelijke processen maar ook met gedragingen. Met
andere woorden; psychologie beslaat de interne geestelijke processen die we alleen indirect
waarnemen (denken, voelen, begeren), evenals de externe waarneembare gedragingen (praten,
lachen, lopen). Psychologie is gebaseerd op objectieve, verifieerbare gebeurtenissen.
Psychologie: wetenschap van gedrag en mentale processen
3 manieren om psychologie te bedrijven:
- Experimenteel psychologen: de kleinste van de 3 groepen, maar voeren het meeste
onderzoek uit. Bijvoorbeeld bij bedrijven, onderzoeksinstellingen, universiteiten of
neuropsychologie
- Docenten psychologie: HBO of universitair (+ meestal wetenschappelijk onderzoek)
- Toegepast psychologen: gebruiken de kennis van experimenteel psychologen om problemen
van mensen op te lossen door middel van trainingen, het ontwerpen van speciale
gereedschappen of psychologische behandelingen. Bijvoorbeeld scholen, klinieken,
bedrijven, welzijnsorganisaties, luchthavens en ziekenhuizen.
Specialisaties in de toegepaste psychologie
- Arbeids- en organisatiepsychologen: aanpassingen aan de werkplek die de productiviteit en
arbeidersmoraal van werknemers moet vergroten.
- Sportpsychologen: werken met atleten om prestaties en motivatie te verbeteren.
- Schoolpsychologen: zijn deskundig op het gebied van lesgeven en leren + omgevingsfactoren
hierbij
- Klinisch psychologen en counselors: helpen mensen zich aan te passen op sociaal en
emotioneel gebied, of om moeilijke keuzes in relaties, carrière of opleiding te maken.
- Forensisch psychologen: deskundig op het gebied van het wets- en rechtssysteem.
- Gerontopsychologen, onderzoeker, ontwikkelingspsycholoog, gezondheidszorgpsycholoog,
seksuoloog, sociale psycholoog, cognitieve psycholoog etc.
Verschil psychologie en psychiatrie
Psychiatrie is een medisch specialisme en maakt geen deel uit van de psychologie. Psychiaters
hebben een medische opleiding genoten en hebben daarnaast een gespecialiseerde opleiding achter
de rug in de behandeling van geestelijke en gedragsmatige problemen, meestal met behulp van
geneesmiddelen. Daardoor richten psychiaters zich voornamelijk op de behandeling van mensen met
ernstiger psychische stoornissen dan psychologen en doen dit vanuit een medische invalhoek.
Pseudopsychologie: Dit zijn de niet onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd; waarzeggerij/handlezen/voorspellen.
De 6 vaardigheden voor kritisch denken:
1. Wat is de bron?
, 2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal? (anekdotisch bewijsmateriaal)
4. Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
Anekdotisch bewijsmateriaal: getuigenissen die de ervaringen van iemand of enkele personen
schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs wordt aangezien.
Bias: vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op basis van persoonlijke
ervaringen en waarden.
Emotionele bias: de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in plaats van
op een rationele analyse van het bewijsmateriaal; op basis van emotie.
Confirmation/bevestiging bias: de neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te
negeren of te bekritiseren en om in plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel mee eens
ben. Gebeurtenissen herinneren die het bevestigen en tegenstrijdige gebeurtenissen vergeten.
1.2
De 6 belangrijkste perspectieven van de psychologie
Scheiding van lichaam en geest en het moderne biologische perspectief
René Descartes; Hij stelde het eerste radicale nieuwe idee voor dat uiteindelijk leidde tot de
moderne psychologie: een scheiding tussen spirituele geest en het fysieke lichaam. Hij behoorde tot
het rationalisme; een filosofische stroming die de ratio/het denken als enige middel zag om aan
wetenschap en filosofie te doen. Veel kritiek vanuit het empirisme; zij zien het denken als onnodig en
storend in de wetenschap en filosofie. Zij beweren dat waarnemingen, ervaringen en experimenten
de enige ware bronnen zijn. John Locke vindt dan ook dat de mens bij de geboorte een tabula rasa is;
een onbeschreven blad.
Het moderne biologische perspectief
350 jaar later vormt Descartes revolutionaire perspectief de basis voor het moderne biologische
perspectief. Moderne biologische psychologen hebben lichaam en geest opnieuw samengevoegd. Zij
beschouwen de geest als product van de hersenen. Volgens dit standpunt komen zowel onze
persoonlijkheid, onze voorkeuren, onze gedragspatronen als onze vaardigheden voor uit onze
lichamelijke eigenschappen. Daarom zoeken biologisch psychologen naar de oorzaken van ons
gedrag in het zenuwstelsel, het endocriene stelsel (hormoon) en de genen.
Biologisch perspectief: het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in het
functioneren van de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en hormoonstelsel.
2 variaties op het biologisch perspectief:
Neurowetenschap: de biologische psychologie gecombineerd met de biologie, de neurologie en
andere disciplines die geïnteresseerd zijn in processen in de hersenen. Richt zich op begrip van hoe
de hersenen, gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale
processen creëren.
Evolutionaire psychologie: een groot deel van menselijk gedrag komt voort uit overgeërfde
neigingen. Natuurlijke selectie; individuen met de meest bevoordeelde lichamelijke kenmerken
werden bevoordeeld. een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat gedrag en mentale
processen beschouwt op basis van hun genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting.
- Zenuwstelsel
- Hormoonstelsel
- Genetica
- Fysieke kenmerken
Begin van de wetenschappelijke psychologie en het moderne cognitieve perspectief
, Een tweede belangrijk idee dat de vroege psychologische wetenschap vormgaf is afkomstig uit de
scheikunde, waar wetenschappers patronen ontdekten in de eigenschappen van de chemische
elementen. Wilhelm Wundt dacht de geest op dezelfde manier te kunnen simplificeren. Hij deed
onderzoek naar sensorische en emotionele reacties op verschillende prikkels, de elementen van het
bewustzijn met inbegrip van gewaarwording en waarneming, geheugen, aandacht, emotie, denken,
leren en taal. Introspectie is de beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaring.
Structuralisme: Er werd gezocht naar de structuur van het denken, de waarneming, etc. Er moest
volgens Wundt een bepaalde structuur in ieder menselijk brein zitten waaruit logisch zou blijken hoe
een persoon zou denken en waarnemen in verschillende situaties // Historische stroming binnen de
psychologie die de basisstructuren van de geest en de gedachten trachtte te ontrafelen,
structuralisten zochten de “elementen” van de bewuste ervaring.
Functionalisme: William James bekritiseerde het structuralisme en vond Darwin een stuk
interessanter. Zij zijn geïnteresseerd in de veranderlijkheid, de dynamiek in het bewustzijn. Er werd
gezocht naar de functies van het bewustzijn. James beschreef de aangeleerde ‘gewoonten’, John
Dewey was de oprichter van ‘het nieuwe leren’. // Historische stroming binnen de psychologie die
meende dat psychische processen het beste begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve
nut en functie.
Het moderne cognitieve perspectief
De nadruk wordt gelegd op cognitie; de geestelijke activiteiten zoals waarnemingen interpretaties,
verwachtingen, overtuigingen en herinneringen. Vanuit dit standpunt gezien zijn iemands gedachten
en handelingen het resultaat van het unieke cognitieve patroon van waarnemingen en interpretaties
en ervaringen.
- Mentale processen zoals gedachten, leren, geheugen en perceptie
- De geest als een computerachtige machine
- Hoe emotie en motivatie gedachten beïnvloeden
Een van de belangrijkste psychologische perspectieven, waarbij de nadruk ligt op mentale processen,
zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen van informatieverwerking.
Het behavioristische perspectief
Rond 1900 maakte een bijzonder radicale en opstandige groep wetenschappers, de behavioristen,
naam doordat ze het met iedereen oneens waren. Zij bouwden voort op het empirische idee dat je
enkel zekerheid kan verwerven over datgene wat je kunt waarnemen en op het idee dat de mens bij
de geboorte een tabula rasa/ongeschreven blad is. Zij werden het beroemdst met het idee dat het
bestuderen van de geest geen deel van de psychologie uit zou moeten maken. (Skinner)
Het behaviorisme: is de wetenschap van het gedrag en van de meetbare omstandigheden in de
omgeving die dit gedrag beïnvloeden. Een historische school die ernaar streefde om van de
psychologie een objectieve wetenschap te maken die zich alleen op gedrag richtte (en niet op mentale
processen).
Het behavioristische perspectief: een psychologische invalshoek die de bron van onze handelingen
zoekt in stimuli vanuit de omgeving, in plaats van in innerlijke mentale processen.
- Leren
- Beheersing van gedrag door de omgeving
- Stimuli en responsen – maar niet op mentale processen
Whole person perspectieven:
Psychodynamische psychologie