Hoorcolleges onderzoeksontwerp
Week 1
H1 uit het boek
Wat is bedrijfskundig onderzoek?
- Cases zijn allemaal gericht op onderzoek wat een probleem deelt > de problemen staan
centraal. Problemen zijn aanleiding tot onderzoek en staan dus centraal in elk bedrijfskundig
onderzoek. In praktijk is er vaak onduidelijk wat de problemen zijn, dus er moet vaak een
probleemverkenning en definitie worden uitgevoerd.
- Alle cases gaat om toepassing van kennis en oplossingen uit onderzoek in de praktijk.
Betekent dit dat bedrijfskundig onderzoek altijd op deze manier probleem-gedreven en
toepassingsgericht is?
Onderzoeksgat/research gap = brede algemene probleem behelst, en speelt zich niet in 1 bepaalde
setting. Oplossen van research gap moet een praktisch doel hebben en kennis gebruiken managers
om een beter beleid te kunnen doorvoeren en betere voorspellingen kunnen doen.
In fundamenteel bedrijfskundig onderzoek is het primaire doel dus intellectueel doel.
Toegepast onderzoek kan leiden tot fundamenteel onderzoek.
Life cycle assessment = wetenschappelijke methode uit de milieukunde waarmee je de milieu
prestaties kunt kwantificeren, kun je doen voor oude en nieuwe product en zo vergelijking maken.
Twee typen bedrijfskundig onderzoek
- Toegepast bedrijfskundig onderzoek;
Probleem: geworteld in een managementvraag of organisatieprobleem en is daarmee organisatie
specifiek.
Doel: praktisch; gericht op oplossen van managementvraag of organisatieprobleem en de oplossing
of de kennis die hiervoor gegenereerd wordt is alleen bestemd voor de gebruik in de context van de
organisatie waarin het onderzoek is gedaan.
Toepassing: direct; kennis en uitkomsten van dit onderzoek zijn geschikt voor toepassing in de
context waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden.
- Fundamenteel bedrijfskundig onderzoek
Probleem; algemener van aard en betreft een kennisprobleem in de literatuur = research gap.
Doel: intellectueel/academisch; waarmee wetmatigheden worden gegenereerd over hoe
organisaties opereren of zich gedragen, startpunt van dit onderzoek is een research gap dus met
deze wetmatigheden een nieuwe bijdrage leveren aan het vakgebied.
Toepassing: indirect; niet altijd direct mogelijk, want primaire doel is intellectueel van aard, wel is
het zo dat fundamenteel onderzoek moet wel van nut zijn in de praktijk en heeft een toegepast doel,
dus uitkomsten dragen indirect bij aan toepassingen in de praktijk (soms wel direct).
Altijd sprake van een toegepast doel ook in fundamenteel onderzoek, maar primaire doel is
oplossen van een kennisprobleem bij fundamenteel onderzoek.
Fundamenteel onderzoek kan voortkomen uit toegepast onderzoek, bijvoorbeeld als blijkt
dat kennis voor een bedrijfsspecifiek probleem nog niet bestaat.
,Soorten onderzoek > 4 subdoelen;
- Toegepast en fundamenteel onderzoek kunnen doel hebben om een bepaald fenomeen in
een bedrijf of organisatie te beschrijven > inzicht geven in financieel overzicht van een
afdeling en een manager zou willen weten hoe het ervoor staat, ook in literatuur kan het
handig zijn om over een financiële sector informatie te hebben;
o Rapportage onderzoek; blijft dichtst bij verzamelde en gepresenteerde feiten, vaak
bestaande onderzoeken en database gebruiken en onderzoeker presenteert hieruit
de belangrijkste informatie. De cijfers in onderzoek spreken voor zich.
o Descriptief onderzoek; beschrijvende kennis, aanleiding zijn onderzoeksvragen die
beginnen met wat, wie, wanneer, waar en hoe. Hoeveel geld gaat in omloop, in
welke periode zijn consument geneigd meer te doneren, welke groepen laten zich
minder vaccineren, hoe is bedrijf gegroeid naar winstgevend. Gevolgtrekking gaat
verder dan rapportage > je kan basisgegevens verzamelen en presenteren, maar
gedurende dit onderzoeksproces worden gevolgtrekkingen gedaan a.h.v. logica en
interpretatie, dus cijfers uit onderzoek spreken niet automatisch voor zich.
Wat je niet boven tafel krijgt, zijn verklaringen voor hetgeen wat beschreven
is, bijvoorbeeld op vraag hoe is het bedrijf in loop van 5 jaar naar winstgevende
wereldspeler, dan krijg je antwoord over de geschiedenis, a.h.v. tijdlijn. Waarom de
gebeurtenissen plaatsvonden wordt niet met dit type beantwoord, heb je meer
informatie en gevolgtrekking bij nodig.
In verklarend onderzoek gaat het om de waaromvraag en hoe onderzoeksvraag > meer moeite doen
om van feiten naar een verklarende conclusie komen, dus theorie
nodig waarmee je tot hypothese komt en je verschillende
verklaringen toetst. Of data verzamelen en daarmee patronen en
thema’s herkennen en daarmee tot verklaring komen.
Voorspellend onderzoek; zelfde als verklarend, in mate van
gevolgtrekking > grootste sprong van feiten naar conclusie maken,
rol van theorie is het grootst om die sprong van conclusie maken.
Hoe bereik je het onderzoekdoel > door middel van onderzoek dat zowel;
- Systematisch is
- Gecontroleerd is
Gegevens die worden verzameld en gebruikt zijn op gecontroleerde wijze verzameld en wijze
van dataverzameling heeft een duidelijke en goede reden en kan herhaalbaar zijn.
Alternatieve verklaringen van uitkomsten worden uitgesloten of meegewogen, ze worden
niet over het hoofd gezien.
- Empirisch is; gebaseerd op observaties en feiten uit de werkelijkheid.
(Conceptueel van aard en niet direct observaties van empirisch onderzoek gebruiken, maar
wel indirect gebruikt door voort te bouwen op bestaand onderzoek)
- Kritische houding, waarmee we zeggen dat uitkomsten ter discussie kunnen worden gesteld
als er nieuwe feiten komen uit onderzoeken die conclusies weerleggen, dus zeggen dat we
een hypothese aannemen of verwerpen o.b.v. onderzoek.
1. Doel van het onderzoek moet duidelijk geformuleerd zijn en aan de hand van de tekst moet het
duidelijk worden of het een toegepast of fundamenteel onderzoek is. aan de hand van
probleembeschrijving kijken of het probleem praktisch of intellectueel is, en of je deze in context of
in brede zin gaat oplossen. A.h.v. beschrijving moet duidelijk wordt wat doel is van onderzoek,
verklarend, voorspellend, rapporterend.
,2. onderzoeksproces is compleet uitgewerkt, hoe analyseren, welke plaats etc. > iemand die dit leest
kan het onderzoek volledig herhalen.
3. gedetailleerd en gedragen uitgewerkt onderzoek ontwerp > welke methode kiezen gegeven het
doel en onderwerp en welke keuze binnen deze methodes maak je.
4. voldoen aan hoogstaande ethische standaarden; privacy en welzijn van deelnemers.
Eigenschap 5 t/m 9 deels aanbod
Empirisch en kritisch zijn betekend dat goede onderzoeker gebruik blijft maken van empirische
feiten, observaties en kritisch is. Onderzoeker staat open voor nieuwe observaties uit werkelijkheid
die in theorie hypothese bijstellen of verwerpen. Alle wetenschappelijke kennis is vijlbaar.
Wat is aard van werkelijkheid, wat zijn geldige observaties, wat accepteren we als kennis, wat is rol
van onderzoeker > geen eenduidig antwoord. Bedrijfskundig onderzoek valt onder de sociale
wetenschappen. Wetenschapsfilosofie; meerdere perspectieven en antwoorden op de vragen en niet
alle onderzoekers zijn het eens over hoe je bedrijfskundig onderzoek doet.
3 wetenschapsfilosofieën met drie dimensies;
- Positivisme: deelt veel vergelijkenissen met exacte wetenschap zoals natuurkunde.
Wat is de aard van de werkelijkheid (ontologie): aangenomen dat er een externe werkelijkheid
bestaat die objectief en onafhankelijk waar te nemen is, zoals wordt aangenomen in exacte
wetenschap, zoals bestuderen van sterren aan hemel. Dus feiten verzamelen ook over complexe
processen van gedrag op afstand.
Wat is acceptabele kennis (epistemologie): alleen feiten, hetgeen onafhankelijk geobserveerd kan
worden kan leiden tot kennis. Fenomenen moeten worden versimpeld en gereduceerd voor
vervolgtrekking. Met feiten toets je hypothesen die je van te voren gevormd hebt. Objectieve feiten
spreken voor zich.
Wat is de rol van waardes (axiologie): onderzoek is geheel waardevrij. De onderzoeker is afhankelijk
en objectief.
- Interpretivisme:
Wat is de aard van de werkelijkheid (ontologie): realiteit is sociaal geconstrueerd en het gaat erom
hoe mensen in sociale wereld bijv. in organisatie de werkelijkheid interpreteren en er betekenis aan
geven en daarnaar handelen. Je moet je als onderzoeker mengen in deze wereld.
Wat is acceptabele kennis (epistemologie): subjectieve interpretaties van mensen over fenomenen,
de betekenis hiervan en de details van de situatie waarin dit gebeurd. Dus onderdeel zijn van
organisatie of team en meedoen.
Wat is de rol van waardes (axiologie): onderzoeker brengt zijn of haar waardes in het onderzoek.
Dus subjectief en niet onafhankelijk en niet goed generaliseerbaar.
- Realisme: ligt tussen deze twee
Wat is de aard van de werkelijkheid (ontologie): uitgegaan van objectieve werkelijkheid, die
onafhankelijk is van menselijke waarnemingen en gedrag (macro-niveau), maar interpreteren van de
werkelijkheid is wel sterk gevoelig voor subjectiviteit (micro-niveau).
Wat is acceptabele kennis (epistemologie): realisme gebruikt positivisme voor acceptabele kennis
en combineert interpretivisme om achterhalen hoe mensen betekenis geven aan hun omgeving. Dus
onderzoek op basis van feiten; hetgeen onafhankelijk geobserveerd kan worden. maar ook
onderzoek naar hoe mensen betekenis geven aan hun directe omgeving in een bepaalde context.
Wat is de rol van waardes (axiologie): onderzoeker brengt zijn of haar waardes in het onderzoek,
dus subjectief en niet-onafhankelijk.
, Implicaties in onderzoek > hoe komen verschillen tot uiting in het onderzoek;
- Positivisme;
Operationalisatie en data: voorkeur aan kwantitatieve data, op één duidelijke manier gemeten en
kunnen daardoor verschillende onderzoekers in staat te stellen om tot dezelfde observaties te
komen, want objectief en onafhankelijk zijn. Houdt weinig rekening met onzekerheid en
omstandigheden.
Doel en generalisatie: statische generalisatie, moet voldoende representatief bewijs zijn en
voldoende grote steekproef om uitspraken te doen over een bepaald fenomeen in een bepaalde
populatie.
- Interpretivisme;
Operationalisatie en data: kwantitatief-kwalitatief combineren, meerdere manieren en bronnen om
te meten, kans is wel groot dat onderzoekers tot een andere metingen kunnen komen. Kleine groep
managers langer volgen om doorgronden hoe het proces van onzekerheid werkt.
Doel en generalisatie: diepte in binnen een bedrijf, dus kleine steekproef heeft voorkeur.
Generaliseerbaarheid minder relevant, uitvoerige en gedetailleerde beschrijvingen en verklaringen
over een bepaald fenomeen in een bepaalde context. Hele kleine steekproef voldoende.
3 manieren van wetenschappelijke redundantie;
- Inductie
Logica: observaties vormen de basis om ongetoetste conclusie te genereren > allerlei mogelijke
verklaringen waarom Groningers fietsen; slecht openbaar vervoer, duur, energie over > conclusies
zijn nog niet getoetst.
Generaliseerbaarheid: data > theorie. Specifiek > algemeen.
Gebruik van gegevens: gegevens worden verzameld om fenomenen te verkennen, patronen en
thema’s te identificeren.
Theorie: bouwen van nieuwe theorieën en daarmee de basis voor nieuwe conceptuele modellen.
- Deductie
Logica: als observaties waar zijn dan moet de conclusie ook waar zijn, dus al bekend met theorie en
inzichten uit literatuur en daarmee conceptueel model maken met relaties tussen variabelen.
Generaliseerbaarheid: theorie > data. Algemeen > specifiek.
Gebruik van gegevens: gegevens worden verzameld om hypotheses in relatie tot een theorie te
toetsen.
Theorie: theorie (adhv conceptuele modellen en hypotheses) toetsen (falsificeren)
- Reflectieve redenatie > 2 combineren, beginnen met inductieve studie als er onvoldoende
bekend is over een fenomeen > levert proposities die begin leveren voor theorie, deze is
ongetoetst > deductief onderzoek uitvoeren om deze theorie te toetsen en kijken of deze
theorie standhoudt.
Logica: observaties worden gebruikt om toetsbare conclusies te genereren.
Generaliseerbaarheid: data <-> theorie. Specifiek <-> algemeen.
Gebruik van gegevens: combinatie van exploreren/inductie en toetsen /deductie.
Theorie: combinatie van bouwen en toetsen; theorie uitbreiden waar nodig.
Onderzoeksui van Saunders; overzicht van mogelijkheden van keuzes in bedrijfskundig onderzoek,
handig bij maken van onderzoeksontwerp of beoordelen ervan, aangeven wat beter kan en kwaliteit
bekijken. Er is niet een manier van onderzoek doen.