In deze samenvatting staat alles voor onderzoek semester 2 toetsende statistiek uitgewerkt! Met deze samenvatting heb ik zelf een 7,9 gehaald voor het tentamen
,Prevalentie: hoeveel bestaande gevallen zijn er op een bepaald moment in de tijd?
Incidentie: hoeveel gevallen komen er bij in een bepaald tijdsbestek?
Patienten kunnen dood gaan of herstellen van een ziekte waardoor de prevalentie
verminderd.
Absolute frequentie: de absolute frequentie van een waarde is het aantal keer dat deze
waarden voorkomt. Alle waarden en hun bijbehorende frequentie brengen we onder in een
frequentietabel. De som van alle absolute frequenties is gelijk aan het totaal aantal waarden.
Relatieve frequentie/ proportie: is de frequentie van de uitkomst gedeelt door het aantal
waarnemingen. De relatieve frequentie is in een percentage. (In spss analyse, descriptive
statistics, frequency).
Sensitiviteit: de kans dat een test een uitstag “positief” of “afwijkend” geeft bij mensen die
een ziekte hebben (terecht positief).
Specificiteit: de kans dat een test de uitslag “negatief” of “Niet afwijkend” geeft bij mensen
die de ziekte niet hebben (terecht negatief).
Gouden test: de best beschikbare test om onderscheid te kunne maken tussen “afwijkend”
en “niet afwijkend”.
De sensitiviteit en specificiteit kunnen we zelf bereken:
Hoe kies je tussen twee diagnostische meetinstrumenten?
- Wat is kwalijker: diagnoses missen of mensen onnodig ongerust maken.
- Naast diagnosticeren: welke voor- en nadelen zijn er verbonden aan de meetinstrumenten
(invasief, risico’s).
,Waarom toetsende statestiek?
Onderzoek wordt vaak gedaan in een kleinere onderzoeksgroeps dan de doelpopulatie
waarover je iets wilt zeggen, aangezien de groep voor het onderzoek anders te groot is. Door
het trekken van een steekproef.
Toetsende statestiek is het uitsluiten van toeval
Hoe weet je of resultaten in je steekproef geldig zijn voor de doelpopulatie?
Steekproef representatief
Steekproef zo groot mogelijk
Resultaten steekproef:
Zijn een schatting van de werkelijke waarde in de doelpopulatie
Onderzoeksvraag bepaalt mede soort statische methoden.
Beschrijvende onderzoeksvraag beschrijvende statestiek (frequenties, centrum en
spreidingsmaten)
Vraag naar verschillen of verbanden eerste indruk beschrijvende statestiek
(frequenties, centrum en spreidingsmaten) daarnaToetsende statestiek: H0 en Ha, P
waarde.
Van onderzoeksvraag naar hypotheses:
Hypothese: wat je verwacht als uitslag van je onderzoek.
Om onderzoekshypothese Ha te toetsen moet ook een vergelijkbarehypothese H0 opgesteld
worden. Start met aanname dat er geen verschil/verband is. vervolgens probeer je het
tegendeel te bewijzen.
Standaard geldt:
toetsen van verschillen
Nulhypothese H0 er is geen statistisch significant verschil tussen
Alternatieve Ha er is een statisch significant verschil
Toetsen van verbanden:
Nulhypothese H0 er is geen statisch significant verband tussen….
Alternaltieve hypothese Ha is er is een statisch significant verband tussen…..
, Waarom gebruiken we SPPS?
Om te berekenen hoe groot de kans is dat een fenomeen dat wij in onze steekproef hebben
gevonden, ook gevonden zal worden als we het onderzoek zouden repliceren met andere
deelnemers
P-waarde:
overschrijvingskans, de kans dat de gevonden waarde in de steekproef geldt onder de
aanname dat H0 waar is.
Significantieniveau (a):
een grenswaarde waaronder de kans dat een gevonden waarde in de steekproef geldt,
onder de aanname dat H0 waar is, te klein wordt.
Vaak wordt een grens gehanteerd van 5%, oftewel p= 0,05
P < 0,05:
H0 verwerpen, Ha aanhouden
Er is een significant verschil/ verband
P > 0,05 of gelijk aan 0,5:
H0 aangehouden, Ha verwerpen
Er is geen significant verschil/ verband
o Toeval kunnen we niet uitsluiten.
Hoe kleiner de P waarde, des te sterker het bewijs tegen H0
De P-waarde zegt alleen niks over de effectgrootte, daarom ook altijd beschrijvende
statestiek gebruiken.
Variabele meetniveau:
Norminaal: beschrijvende catergorieën zonder ordering
- man – vrouw
- juist- onjuist
Ordinaal: catergorieën met ordening, geen gelijke verschillen
- stelling: helemaal oneens – helemaal eens
- opleidingsniveau: laag, midden, hoog
Continu: getallen, verschillen gelijk tussen waardes
- gewicht, lengte, bloeddruk
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MBRTsamenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,19. Je zit daarna nergens aan vast.