Productgeorienteerd kenmerken voor type organisatie:
- Kwaliteit en innovatie
- Medewerkers zijn goed opgeleid
- Ik- organisatie genoemd
- Hebben moeite met merkbelofte het gaat meestal meer over het product dan de
emotionele aankoopargumenten
- Inside-out bedrijven het voortbrengen van innovatieve producten staat centraal.
Inside-out bedrijven verwachten dat ze markt zich aan hen aanpast. Inside-out bedrijven
houden concurrentie slecht in de gaten en benchmarking wordt hier nauwelijks gebruikt. Het
heeft weinig aansluiting op de markt, er is een gebrek aan concurrentie hierdoor kunnen zij
zich overeind houden.
Conceptgeorienteerde kenmerken voor type organisatie:
- Richt zich op het naleven van een groot idee
- Voorbeelden zijn Google & tony chocolonely
- Ook wel; missionary companies organisatie die een bepaald, maatschappelijk
relevant doel voor ogen
- De kunst is medewerkers laten werken vanuit het concept zodat er een werkcultuur
ontstaat waarin medewerkers weten wat er van hen wordt verlangd, medewerkers
zetten zich dan goed in voor de organisatie en het draait niet alleen om geld.
- Kenmerk eigenzinnige cultuur kan bepaalde medewerkers aantrekken/
afstoten.
- De organisatie is open omdat ze doelstelling verder rijkt dan gebruikelijke
doelstellingen.
- Ze reageren vaak op de vraag van de klant
Het is belangrijk om te kijken met welke orientatie een organisatie te maken heeft zodat je
weet wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Het kan gaan om een combinatie. Als
je weet waar de focus ligt van de organisatie, kan je de visie en missie bepalen.
- Visie: is een kort en krachtig geformuleerd beeld van de markt over 5/10 jaar. Vraag-
en aanbodontwikkeling in de markt. Het is het toekomstbeeld op de markt en de
positie die ze in de markt willen nemen.
- Missie: een pakkende beschrijving van de wijze waarop de organisatie denkt doelen
te realiseren binnen het kader van de visie en welke competenties de organisatie
moet hebben.
De toegevoegde waarde van de visie en missie:
- Denken staan de medewerkers achter de visie en missie?
- Voelen raken de visie en missie hun harten
- Doen willen de medewerkers de visie en missie waarmaken?
Voor goede visie moet je:
- Ervaring
- Gevoel hebben
- Inzicht hebben op ontwikkelingen
,Een missie mag een BHAG zijn.
Procesgeoriënteerde bedrijven hun visie en missie:
- Zwakke visie en missie, ze weten onvoldoende over de toekomstige ontwikkelingen.
Er is een slechte missen omdat de focus ligt op beheer en niet veranderen
Marktgeoriënteerde bedrijven hun visie en missie:
- Ze weten niet hoe de markt zich ontwikkelt, ze krijgen hun informatie via de klant of
concurrent. Slechte missie en vissie wel een goede doelstelling.
Productgeoriënteerde bedrijven visie en missie:
- Ze hebben een goed beeld over de toekomst van de markt. Ze zijn bezig met hoge
kwaliteit en innovatie hebben een goede visie en missie, maar geen doelstellingen
Conceptgeoriënteerde bedrijven visie en missie:
- Scherp inzicht in de toekomst, leggen de lat van de missie erg hoog. Sterke visie en
missie
De golden cirkle van Sinek komt overheen met de visie (why) en missie (how).
Kerncompetenties
Vanuit de historie en analyse van dominante bedrijfsoriëntatie is vast te stellen waar de
kracht van de organisatie ligt. Op basis van de visie en missie kunnen ze vaststellen welke
vaardigheden de organisatie heeft om doelstellingen waar te maken.
Kerncompetenties moeten worden ontwikkeld nadeel als je haast hebt, voordeel de
concurrent kan het niet makkelijk kopiëren. Een kerncompetentie is een langdurig houdbaar
competitief voordeel (SCA). Een kerncompetentie kan uitgroeien tot een SCA als het voldoet
aan de volgende 3 dingen:
- Verankering de kerncompenties moeten stevig zijn verankerd in de organisatie
- Relevantie kerncompetenties moeten relevant zijn voor de klanten
- Differentiatie de kerncompetenties moeten uniek zijn en concurrenten moeten
deze niet gemakkelijk kunnen kopiëren.
SCA basis voor strategisch merkbeleid van een organisatie.
4 soorten kerncompetenties:
1. Procesgeriënteerd interne logisitiek het gaat vooral over het optimaliseren van
orderproces binnen organisatie. Supermarkten voorbeeld goedkoopste, verse
producten etc.
Bijzondere vorm kostenleiderschap strategie waarbij processen zo
kostenefficiënt worden ingericht om niet duurder te zijn dan de concurrent.
2. Procesgeoriënteerd externe logistiek externe logistiek te stroomlijnen,
bijvoorbeeld zo snel mogelijk iets van A naar B brengen
, 3. Marktgeoriënteerd marktkennis door op basis van kennis van de klanten je aan te
passen zijn klanten bereid meer te betalen.
4. Martkegeoriënteerd klantcontacten communicatie met klanten
5. Prodcutgeoriënteerd uitvinden het draait hierbij om techniek die is uitgevonden
denk aan de dyson
6. Productgeoriënteerd productie iets maken waar andere niet tot in slaat zijn
7. Conceptgeoriënteerd motivatie medewerkers een belangrijk onderdeel van
motivatie is vertrouwen, als de medewerkers motivatie hoog is levert dit voordelen
op
8. Conceptgeoriënteerd samenwerken een organisatie werkt goed als medewerkers
willen samenwerken, het vergt vaardigheden om afdelingen goed samen te laten
werken. Als er goed samen wordt gewerkt dan is het terug te zien in de
bedrijfsresultaten.
Organisatiecultuur
Organisatiecultuur heeft betrekking op hoe mensen met elkaar omgaan, elkaar aanspreken,
wat iemand belangrijk vindt en wat mensen bindt. Het is af te lezen aan: hoe medewerkers
met elkaar omgaan, de kleding, de hiërarchie.
Eerst lag de aandacht in organisaties vooral op: aansturing, controle en stabiliteit. Nu meer
op: zelfsturing, flexibiliteit en responsiviteit.
Voor het in kaaart brengen van de organisatiecultuur: concurrerende waarde model,bestaat
uit:
- De formele cultuur (procesgeoriënteerd) strak aangestuurd. De begrippen
meerdere en mindere worden gebruikt, ook wel functionele hiërarchie. Alles in de
organisatie is geregeld. Belangrijke kenmerken zijn structuur, procedures, formele
regels, efficiëntie, betrouwbare levering en kostenbeheersing. Medewerkers worden
niet gestimuleerd om klantgericht te handelen.
- De prestatiecultuur (marktgeoriënteerd) hiërarchisch ingesteld. Medewerkers
worden beoordeeld op wat zij hebben gepresteerd. In het personeelsbeleid staat een
up or out strategie je maakt promotie of je moet vertrekken. Er worden hoge eigen
gesteld. Er kan passiviteit ontstaan doordat medewerkers niet kunnen waarmaken
wat de baas wil. Gevolg ziekteverzuim kan toenemen.
- Familiecultuur (productgeoriënteerd) het houdt in dat medewerkers het gevoel
hebben dat zij deel uitmaken dan een familie op hun werk. Ook wel: warm nest
cultuur of HRM-cultuur. Het is gericht op het in stand houden van goede interne
verhoudingen, zorg voor personeel en flexibiliteit. De baas is een soort mentor.
Nadelen: afspraken niet altijd nagekomen, slechte samenwerking tussen afdelingen
- Adhocratie (conceptgeoriënteerd) dynamisch en flexibel, projecten staan centraal
en beslissingen worden zo genomen dat het project goed kan worden uitgevoerd. In
een adhocratie heerst ondernemingsangst. De motivatie van werknemers is erg
hoog weinig ziekteverzuim. De betrokkenheid van medewerkers is erg hoog, het