Cursus Notariële praktijk en
hypotheekrechten
Algemene inleiding
Wat doet een notaris?
Notariële akten maken en verlijden (bv. een verkoopakte) => opzoeking
vooraf + formaliteiten achteraf
Aangiftes van nalatenschap opmaken
Advies geven (bv. schatting van een huis, successieplanning)
In welke takken van het recht is de notaris actief?
Onroerend goed-recht (dit is de grootste categorie)
o Verkoop
o Ruil
o Krediet
o Afstand of verdeling: dit is niet hetzelfde als verkoop. Verdeling is
een soort van verkoop tussen mede-eigenaars. Voorbeeld: je erft
een huis met 3 kinderen en 1 van de kinderen wil het huis om erin
te wonen en koopt de andere kinderen uit.
o Schenking onroerend goed
o Erfpacht en opstal
o Levenslange huur: huur gebeurt meestal niet bij de notaris, maar
levenslange huur wel. Levenslange huur duidt op de huurder. Je
gaat een huur aan en zegt dat de huurder zolang hij leeft in het
pand mag blijven. Dit is een vrij ingrijpend contract.
o Verkavelingsakten: verkaveling is een stuk grond dat wordt
opgedeeld in verschillende stukken waarop een woning kan gezet
worden. Er worden verschillende loten gecreëerd.
o Basisakten: een basisakte komt voor bij appartementsmede-
eigendom. Er wordt een basisakte gemaakt. Dit is een draaiboek
van een appartement. Dat is de grootste akte dat de notaris maakt.
o …
Familiaal vermogensrecht
o Huwelijkscontracten
o Samenlevingscontracten
o Schenkingen en testamenten/nalatenschappen
o Echtscheiding met onderlinge toestemming (EOT)
o …
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht
o Oprichting bv, nv, coöperatieve vennootschap (cv) => wil je van 1
van deze vormen de statuten wijzigen, moet je naar de notaris. Dit
geldt hetzelfde voor de fusie en de ontbinding van de
vennootschapsvorm.
o Statutenwijziging (inclusief ontbinding)
, o Fusie
o …
Deel 1: Inleiding + inrichting van het notariaat +
deontologische regels in de praktijk
Hoofdstuk 1. Inleiding en historiek
1. Belangrijkste wetgeving voor de inrichting van het
notarisambt en deontologie
Dit zijn de 3 belangrijkste wetgevingen:
Wet van 16 maart 1803 tot regeling van het notarisambt (Organieke Wet
op het Notariaat)
Het algemeen Reglementair Kader met betrekking tot de regels van de
notariële praktijk van 24 oktober 2000 => Nationale kader van notarissen
De Deontologische Code van 22 juni 2004
2. Verleden – heden – toekomst
2.1 Verleden
Het beroep notaris is net niet het oudste beroep ter wereld. De glimpen ervan
zien we bij de Romeinen. Notaris komt van de term notarius. We zien hier een
steeds meer complexe samenleving ontstaan en er ontstaat een nood aan
geschriften die de samenleving regelen. In het begin had iedere meester zijn
eigen notaris. Dit evalueerde naar iemand die ter beschikking stond voor
iedereen die dit nodig had.
In de late middeleeuwen werd de notaris gezien als een hoofdberoep. Hij werkte
akten met authentieke bewijswaarde en uitvoerbare kracht uit. De Ventôsewet is
een belangrijke wet. Deze wet bestaat langer dan België bestaat. Vanaf dan
spreek je dat de notaris behoort tot een ambt.
In 2000 werden belangrijke vernieuwingen aangebracht aan de Organieke Wet
Notariaat:
Objectivering benoemingen: vroeger kon je een notariskantoor erven van
vader op zoon. Op een bepaald moment heeft men gezegd dat ze dit
anders gingen aanpakken. Er wordt hiervoor een vergelijkend examen
opgesteld waarbij iedere notaris hieraan kan deelnemen.
Nieuwe regeling klachtenbehandeling: sinds 2000 is er een uniform
systeem als je klachten hebt over een notaris => provinciale kamer van
notarissen
Mogelijkheid om te associëren: je kan als notaris associëren => meerdere
notarissen in een kantoor. Er moet dan een vennootschap opgericht
worden. Er is altijd 1 notaris die de standplaats heeft.
2.2 Heden
,De wet van 6 juli 2017 (Potpourri V) voert ook hervormingen door voor het
notariaat:
Kleine wijzigingen aan de bevoegdheid
Digitalisering
…
Dit zijn kleine hervormingen. Voor een aantal mensen kan de notaris geen akte
verlijden. Men heeft de kring van mensen wat verkleint.
De wet van 30 april 2020 naar aanleiding van COVID-19: er zijn een aantal
tijdelijke en definitieve maatregelen doorgevoerd geweest. Om een notariële akte
op te stellen moet je naar de notaris. Met de coronacrisis mocht je je huis niet uit.
Het gevolg was dat er geen notariële akten konden worden opgemaakt.
Er was ook een langere termijn om de akte op te stellen. Bijvoorbeeld: voor
verkoopakten van een huis heb je 2 momenten waarop je naar de notaris moet:
compromis en notariële akte. Hiertussen zit 4 maanden. Als die termijn verliep in
de lockdown, kon de termijn verlengd worden. Dit was een tijdelijke maatregel.
Een voorbeeld van een definitieve maatregel is op afstand een volmacht geven
om de akte te laten ondertekenen. Het geven van een volmacht mocht op
afstand (digitaal) gegeven worden.
2.3 Toekomst
De notaris zal niet zo snel verdwijnen. De digitalisering zie je heel snel evolueren
in het notariaat. Je merkt een sterke behoudsgezindheid. Een voorbeeld is oude
taal dat wordt gebruikt. Je krijgt ook niet altijd de vrijheid om te doen wat je wil.
Er is natuurlijke concurrentie met andere juristen, maar het is niet dat ze het
beroep van de notaris zullen wegconcurreren. Er zijn grote law-firms die kunnen
optreden voor successieplanning. Er komt ook kritiek vanuit Europa op de
vestigingswet, vast tarief… De vestigingswet is een wet die vastlegt hoeveel
notarissen er mogen zijn. Dit is in strijd met het vrij verkeer van personen en
diensten. Iedereen moet een vrij beroep kunnen uitoefenen, maar voor het
beroep van notaris kan dit niet.
Hoofdstuk 2: De notaris
1. Definitie
De definitie van notaris staat in artikel 1 OW (Organieke wet notariaat):
Notarissen zijn openbare ambtenaren, aangesteld om alle akten en contracten te
verlijden waaraan partijen de authenticiteit van overheidsakten moeten of willen
doen verlenen, de dagtekening ervan te verzekeren, ze in bewaring te houden en
er grossen en uitgiften van af te geven.
Een openbare ambtenaar oefent een door de wet ingesteld ambt uit en is met
een deel van het overheidsgezag belast.
1.1 Openbaar ambtenaar
Het is een openbaar ambtenaar maar een notaris heeft verschillende rollen:
, Openbaar ambtenaar
Juridische dienstverlener (‘vrij beroep’)
Raadsman
Vertrouwenspersoon
Bemiddelaar
Schepper van het recht (recht creëren)
De openbaar ambtenaar is bekleed met een deel van het overheidsgezag. Het
gevolg is dat hij akten met authentieke bewijswaarde en uitvoerbare kracht mag
opstellen. Authentieke bewijswaarde betekent dat ze de sterkste bewijskracht
hebben die er is en dit kan niet zo snel aangevochten worden. Om dit aan te
vechten is er maar 1 mogelijkheid: via de procedure valsheid in geschrifte.
Uitvoerbare kracht betekent dat men een formule van tenuitvoerleggen gaat
erbij steken en daardoor moet men niet naar de rechtbank. Dit heeft een zeer
grote impact.
1.1.1 Kenmerken en gevolgen
1. Het notariaat is onoverdraagbaar en buiten de handel
Je mag geen vererving of contractuele overdracht doen. Hoe wordt dat dan
gedaan? Via een vergelijkend examen. Dat examen heeft een schriftelijk en
mondeling deel. Er wordt een lijst gemaakt en op die lijst wordt een lijn
getrokken. De mensen die boven deze lijn staan, zijn kandidaat-notaris. Diegene
eronder niet.
Een kandidaat-notaris kan ofwel associëren of postuleren voor een vacante
standplaats. Het postuleren gebeurt niet zo heel erg veel. Associëren is het
gemakkelijkste en wordt het meest gedaan.
Voor het vergelijkend examen moet je eerst 3 jaar stage doen of beschikken over
een bekwaamheidsattest.
De notaris die stopt krijgt een vergoeding die gelijkstaat met het gemiddeld
aantal akten dat een notaris in een jaar genereert. Als 1 notaris gemiddeld 800 à
1 000 akten genereert per jaar, zit je snel boven een miljoen euro dat je als
vergoeding moet geven aan de notaris die stopt.
Een notaris kan zijn opdracht niet delegeren naar bijvoorbeeld een medewerker.
2. Specifieke bepalingen uit het Strafwetboek zijn van toepassing
Sommige misdrijven worden zwaarder bestraft indien ze gepleegd zijn op een
openbaar ambtenaar. Voorbeelden: smaad, opzettelijke slagen en verwondingen.
Sommige misdrijven worden zwaarder bestraft indien gepleegd door een
openbaar ambtenaar. Voorbeelden: valsheid in geschrifte, verduisteren van geld,
kwaadwillig vernietigen titels en nalatigheid, belangenneming.
Bij valsheid in geschrifte heeft Cassatie een definitie opgesteld: de waarheid
vermommen om een of ander nadeel toe te brengen. Voorbeeld: verkoop en de
partijen zijn overeengekomen die te sluiten op 350 000 euro. De partijen vragen
aan de notaris om de compromis over te maken. De partijen zeggen tegen de
notaris om in de akte 320 000 euro te zetten in plaats van 350 000 euro. Is dit de
waarheid vermommen? Ja. Wordt er aan een of ander nadeel toegebracht? Ja, het
is een nadeel voor de overheid want deze loopt een deel van de
registratiebelasting mis.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MelOss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.