4.1 De stad als woonmilieu | Master GVB 2022-2023
Colleges
De stad als woonmilieu
Inhoud
College 1 – De triomf van de stad? Verstedelijking en ontstedelijking in heden en verleden................2
College 2 – Stadssociologische theorieën: van Chicago naar Los Angeles..............................................6
College 3 – De verdeelde stad: rijkdom versus stedelijke armoede (Wilson, Wacquant e.a.)..............11
College 4 – Sociale en etnische segregatie & buurteffecten.................................................................16
College 5 – Gentrificatie: oorzaken en gevolgen..................................................................................22
College 6 – Steden/buurten en sociale cohesie: de aloude gemeenschapsvraag (van Tönnies naar
Blokland)...............................................................................................................................................28
College 7 – Etnische diversiteit en de gevolgen voor steden (Putnam e.a.).........................................33
College 8 – Steden, criminaliteit en sociale veerkracht (Sampson)......................................................40
1
,4.1 De stad als woonmilieu | Master GVB 2022-2023
College 1 – De triomf van de stad? Verstedelijking en ontstedelijking in heden en verleden
Dit college is geïnspireerd door het boek Triumph of the City van Edward Glaeser. We lezen ook het
inleidend hoofdstuk van dit boek. Zijn centrale vraag is: hoe komt het dat mensen zo dicht op elkaar
in steden gaan wonen terwijl er elders toch ruimte genoeg is? (Paradox) Deze vraag laat ons ook naar
de geschiedenis van steden kijken. Afgelopen twee eeuwen kenden Westerse steden perioden van
snelle verstedelijking afgewisseld met tijden van ontstedelijking. Tot midden 20ste eeuw waren
vooral hoge transportkosten een belangrijke factor om economische activiteiten en wonen te
concentreren in steden. Na de tweede wereldoorlog werden transportkosten minder belangrijk en
zien we een sterke trek uit de stad. Middengroepen vertrekken naar de suburbs, steden worden
toenemend de plek waar veel armen en migranten wonen. De laatste decennia zijn steden echter
weer zeer in trek, ook bij middengroepen. Volgens Glaeser en andere auteurs is dit omdat fysieke
nabijheid belangrijk is voor ‘creatieve geesten’ en dat kan in steden.
Edward Glaeser (2011). Triumph of the City. Excerpt from Triumph Of The City published by
arrangement with The Penguin Press, (Source:
https://www.scientificamerican.com/article/glaeser-triumph-of-the-city-excerpt/ )
Harding & Blokland (Urban Theory), H. 3: pp. 60-65 (‘Economic change versus the city’) en
pp. 70-74 (‘The much exaggerated death of the city’)
__________________________________________________________________________________
Drie stedelijke revoluties
1. Eerste stedelijke revolutie: opkomst eerste steden in Mesopotamië rond 4000 v Chr. door
‘agrarische revolutie’.
2. Tweede stedelijke revolutie: snelle groei steden in Engeland in 18 e eeuw, later elders in
Westerse wereld door ‘industriële revolutie’.
3. Derde stedelijke revolutie: huidige snelle verstedelijking in de ‘global South’. Sinds 2007
woont de helft van de wereldbevolking in steden. Opkomst van ‘mega cities’ in Azië, Latijns
Amerika en nu ook in Afrika.
Eerste stedelijke revolutie
Agrarische revolutie leidt tot voedsel surplus.
- Mensen gingen over van jagen en verzamelen naar landbouw/veeteelt aan vruchtbare
kant van wereld (Babylon, tussen Eufraat en Tigris).
Sociale ongelijkheid: heersers/steden eigenen zich voedsel surplus van boeren toe.
- Ook mensen die niet werkzaam waren in veeteelt zoals soldaten en machthebbers.
Opkomst van heersers, priesters, krijgers en andere stedelingen.
- Macht benadrukken door grote gebouwen te bouwen.
Steden aan het einde van middeleeuwen
Rome telde in de Oudheid 1 miljoen inwoners, maar raakte in verval.
Rond 1500 kleine steden in Europa: Parijs 185.000 inwoners, London (na ‘zwarte dood’) rond
50.000 inwoners.
Steden in Azië (Constantinopel, Peking, Cairo) waren indertijd veel groter!
2
,4.1 De stad als woonmilieu | Master GVB 2022-2023
Tweede stedelijke revolutie (tijd van Marx en Engels)
Snelle verstedelijking in Engeland in late 18 e en 19e eeuw.
Industriële revolutie: concentratie van productie en bevolking in snel groeiende steden in
westerse wereld (technologie; waterkracht en stoom).
Steden groeien bij transportknooppunten (bij zeehavens, langs rivieren, later bij
treinknooppunten).
Agrarische bevolking vlucht van verarmde platteland naar steden om in fabrieken te werken.
Arbeiders wonen dicht bij fabrieken door gebrek aan transportmogelijkheden.
Medische ontwikkelingen en bureaucratie van opkomende nationale staten versterkt
verstedelijking.
Derde stedelijke revolutie
Sinds 2007 woont de helft in stedelijke gebieden.
Opkomst van mega cities in Azië, Afrika en Zuid-Amerika: steden met 10+ miljoen inwoners
(momenteel 24, o.a. Tokyo).
Oorzaken huidige verstedelijking
1. Snelle groei wereldbevolking: van 2,5 miljard in 1950 naar 7 miljard nu en 9 miljard in 2050,
mede door verbeterde voedselproductie en medische omstandigheden.
- Vooral door agrarische/medische/etc. technologie (mensen sterven minder, weinig
hongersnoden gehad).
2. Landvlucht: mensen vluchten van armoede in dorpen naar steden in de hoop het (later)
beter te krijgen.
3. Trek naar steden gaat door: ondanks armoede in stedelijke achterstandswijken (‘slums’) gaat
vlucht naar de stad door. Steden geven mensen meer mogelijkheden om uit armoede te
ontsnappen (Dough Saunders, Arrival City) (vgl. Glaeser: ‘Cities attract poor people’).
- Minder arm dan op platteland en uitzicht op (generationele) verbetering.
Verstedelijking & ontstedelijking na WOII
Twee tegengestelde bewegingen in westerse steden.
1. Suburbanisatie van bevolking, deels ook bedrijven en winkels (‘shopping malls’). In VS
vanaf 1945, in NL vanaf jaren ’70.
- Middengroepen vertrekken (elders naar meer ruimte), arme bewoners blijven achter:
verpaupering van (binnen)steden (met name in VS).
2. Terug naar de stad? In NL vanaf midden jaren ‘80. Steden groeien langzaam weer,
middengroepen vestigen zich in steden (of blijven na hun opleiding), nieuwe
bedrijvigheid en culturele voorzieningen.
- Gentrification: verdringing van arme bewoners?
- Polarisatie van stedelijke bevolkingen: arm naast rijk.
Oorzaken naoorlogse suburbanisatie in VS
Technologische ontwikkeling: de ‘automobiel revolutie’.
- Suburbanisatie mogelijk door auto, kortere reistijd en langere afstand.
Consumentenpreferenties: anti-stedelijke leefstijlen, traditionele genderrollen (man werkt,
vrouw blijft thuis).
Makelaars en bouwbedrijven maken winst door in suburbs te bouwen (aanbod, verleiden).
3
, 4.1 De stad als woonmilieu | Master GVB 2022-2023
Raciale vooroordelen: ‘witte vlucht’ uit de stad.
- Jaren ’60 spanningen in Amerikaanse steden (na moord Martin Luther King),
gewelddadige protesten en angst voor donkere bevolking.
Overheidsbeleid stimuleert suburbanisatie:
- Belastingvoordelen en goedkope hypotheken voor (witte) oorlogsveteranen na WOII.
- Bouw van autowegen en treinen tussen binnensteden en suburbs maken dagelijkse
pendel mogelijk.
Oorzaken naoorlogse suburbanisatie in NL
Stedelingen verlaten drukke steden.
- 1960-1985: bevolking van Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag daalde van 2,5
naar 2 miljoen.
Suburbane leefstijlen: gezinswoning met tuin en groene omgeving als ideaal.
Gesteund door overheidsbeleid: nieuwe ‘groeikernen’ om stadsbevolking op te vangen,
infrastructuur om forenzen mogelijk te maken.
Maar:
- Suburbane mythe: massale, uniforme nieuwe steden (groeikernen zoals Barendrecht),
weinig rust en groen, ook weinig voorzieningen.
- Witte vlucht: vooral autochtone gezinnen ontvluchten de stad, plek wordt snel
ingenomen door minderheden en migranten (met name gezinshereniging van
‘gastarbeiders’).
Selectieve migratie van en naar de stad
Wie vestigen zich in steden?
- Veel jongeren en alleenstaanden (studenten), lage inkomensgroepen en
uitkeringsontvangers, niet-westerse migranten waaronder veel nieuwkomers.
Wie vertrekken uit de stad?
- Jonge gezinnen met kinderen, dertigers, werkenden, middengroepen, hogere inkomens,
autochtonen.
Inmiddels veranderd? Middengroepen terug naar de stad?
Selectieve migratie veranderd in Rotterdam?
Enerzijds…
- Gestegen huizenprijzen, meer middengroepen en yuppies (young urban professionals),
gentrificatie (mede gestimuleerd door gemeente…).
- Berichten over ‘suburbanisering van armoede’: is er nog plek voor lage inkomens in de
stad? Gedwongen om de stad te verlaten.
Anderzijds…
- Nog altijd veel (goedkope) sociale huurwoningen en lage inkomens in de stad.
- Meer lage inkomens komen dan er gaan.
- Meer hoge inkomens gaan dan er komen.
Terug naar Edward Glaeser: waarom groeien steden tegenwoordig weer?
Steden als plek waar jonge professionals wonen, werken en vrije tijd doorbrengen.
Uitwisseling van kennis en informatie cruciaal in onze informatiesamenleving.
Glaeser: ‘Miracles happen when smart people are able to connect and to learn from each
other.’
4