H5 Verzekeren
Verzekeren:
-overdragen van risico’s (brand, ziekte) naar verzekeringsmaatschappij
-niet gratis
-je hebt een bewijs van verzekeren
-niet alle risico’s worden altijd gedekt:
1. Wettelijk verbod op verzekeren van grote rampen (ontplo ng kerncentrale, overstroming)
2. Als er een te groot risico is voor verzekeringsmaatschappij, heel duur of niet mogelijk (scooter
16-jarige)
-afweging risico en nadelig gevolg met te betalen premie (is de verzekering het waard?)
-onderverzekering: niet alles opgeven, te lage waarde —> lage premie
Verschil schade- en sommenverzekering:
Schadeverzekering:
-vergoeding over geleden schade, geld is afhankelijk van hoeveelheid schade
-voor personen & dingen
-schade: geleden verlies, gemis van verwacht voordeel
Sommenverzekering:
-geen relatie met geleden schade, schade is niet altijd noodzakelijk, afhankelijk van het moment
waarop het voorval plaatsvindt
-alleen personen
-uitkering: afhankelijk van gebeurtenis (ongeval; overlijden; bereiken leeftijd)
Verplichte verzekeringen:
-sommige verzekeringen zijn verplicht:
1. Ziektekostenverzekering (voor alle in Nederland wonende en werkende mensen)
2. Wettelijke aansprakelijkheid motorvoertuigen (verzekering)
Polis:
-een verzekeringsovereenkomst wordt vastgelegd in een polis
-hierin staan de afgesproken risico’s, onzekere elementen, de maximale vergoedingen en de
hoogte van de premie
-over de premie en de bijkomende kosten betalen we 21% assurantiebelasting
Soorten schadeverzekeringen:
-brandverzekering (dekt schade die door brand is ontstaan), vaak deel van een uitgebreide
verzekering, verzekering wordt vaak uitgekeerd in een geldbedrag wat gelijk staat aan verzekerde
som, opletten dat verzekerde waarde gelijk is aan waarde object
-transportverzekering (bij beschadiging van goederen of transportmiddel gaat kapot), niet alleen
goederen en transportmiddel verzekerd, maar ook winst die ondernemer met de goederen had
kunnen maken (imaginaire winst)
-bedrijfsschadeverzekering (dekt nanciële gevolgen door bedrijfsstilstand), elke dag bedrag
uitgekeerd voor het stilliggen, kan alleen kosten dekken, of ook niet gemaakte winst (imaginaire
winst)
-exportkredietverzekering (beperkt risico dat buitenlandse afnemers niet betalen), dekt
commerciële risico (normale risico dat de afnemer zijn schuld niet kan/wil betalen) en politieke
risico (dat er geen geld ons land binnenkomt)
-productaansprakelijkheidsverzekering (dekt schadelijke gevolgen van producten), betaalt
bijvoorbeeld schadeclaims van klanten
-aansprakelijkheidsverzekering (dekt schade die jij/je kinderen aan andere goederen of
personen maken), soms verplicht
-rechtsbijstandverzekering (verzekering waarbij de verzekeringsmaatschappij een persoon/
onderneming bijstaat bij juridische geschillen, hulp in vorm van natura of geld
fi ffi
, Schaderegelingen:
Er zijn drie bedragen nodig om de schade-uitkering te bereken:
-het schadebedrag, dit is de waarde van de goederen die verloren zijn gegaan
-de gezonde waarde, dit is de waarde van alle verzekerde goederen op het moment net voordat
de schade ontstaat
-de verzekerde som, dit is de waarde waarvoor alle goederen verzekerd zijn
Schade-uitkering berekenen:
Verzekeringsbreuk, eerste stap uitrekenen schade-uitkering:
-verzekerde som ÷ gezonde waarde
Tweede stap, vermenigvuldig de breuk met het schadebedrag:
-schade-uitkering = (verzekerde som ÷ gezonde waarde) x schadebedrag
Bij een verzekeringsbreuk hoger dan 1, rond de maatschappij het af naar 1, anders is de uitkering
namelijk hoger dan het schadebedrag, dit kan niet
Oververzekering: als de verzekerde waarde hoger is dan de schade, dit is dus geldverspilling
Onderverzekering: de verzekerde waarde is lager dan de schade, dan moet je een deel van de
kosten zelf vergoedden
Premier risqueverzekering: verzekering waarbij, ondanks onderverzekeringen, geleden schade
geheel wordt uitgekeerd, met ls maximum de verzekerde som
Soorten sommenverzekeringen:
Levensverzekering: de verzekeraar verplicht zich een overeengekomen bedrag uit te keren op
een moment dat verband houdt met het al dan niet in leven zijn van een bepaalde persoon, er
kunnen hierbij 4 partijen betrokken zijn:
1. De verzekeraar (maatschappij)
2. De verzekeringsnemer (degene die verzekering afsluit)
3. De verzekerde (de persoon om wiens leven of dood het gaat)
4. De begunstigde (de ontvanger van de verzekeringsuitkering)
-je kan ook zelf 2, 3 en 4 zijn, de uitkering komt dan bij je erfenis
-de uitkering kan ook betaald worden op een afgesproken leeftijd, je hoeft dan niet dood te zijn
Lijfrenteverzekering: een reeks van bedragen die ontvangen worden door de begunstigde vanaf
een bepaalde datum tot het moment van overlijden van de verzekerde of tot een afgesproken
datum
Pensioenverzekering: bijvoorbeeld AOW, deel van de volksverzekeringen van Nederland,
iedereen krijgt deze. Bij het bereiken van pensioenleeftijd wordt er maandelijks een bedrag
uitgekeerd. Vaak via werknemer afgesloten. Alleen uitgekeerd als iemand langer dan 50 jaar in
Nederland heeft gewerkt/gewoond. Kan afgestemd zijn op gemiddelde loon of eindloon
Compagnonsverzekering: heeft te maken met de VOF, is een levensverzekering op het leven van
de vennoten, wordt dus afgesloten om op het moment van overlijden van 1 van de vennoten met
een uitgekeerd bedrag de vennoot te kunnen uitkopen. Hiermee komt de VOF niet in gevaar
H6 Enkelvoudige en samengestelde interest
Als je geld op een spaarrekening zet, krijg je daarover rente (interest)
Enkelvoudige interest: als je elke keer een even groot bedrag krijgt over het begin bedrag, je
krijgt dan dus geen rente over de bijgeschreven rente van de periode daarvoor —> het
rentebedrag is altijd even groot (dit is vastgelegd in een contract)