Hoofdstuk 1 Accounting and the Business Environment
1.1 Why is accounting important?
Accounting: het informatie systeem dat de activiteiten van bedrijven meet, informatie
verwerkt in rapporten en de resultaten communiceert naar decision makers.
‘The language of buseniss’.
Financial accounting: focust op het verkrijgen van informatie voor externe decision
makers (investeerders, de overheid, klanten, enz.)
BV: is het bedrijf winstgevend? Moet ik investeren?
Managerial accounting: focust op informatie voor interne decision makers
(managers en werknemers).
BV: hoeveel moet het bedrijf budgetteren, moet het bedrijf uitbreiden?
Creditors: crediteuren, een persoon of een bedrijf waar een bedrijf geld aan verschuldigd is.
Certified Public Accountants (CPAs): gelicenseerde professionele accountants die in dienst
zijn voor het grote, algemene publiek.
Certified management accountants (CMAs): gecertificeerde professionals die
gespecialiseerd zijn in accounting en financiële management kennis. Werken vaak voor een
bedrijf (private accounting).
Vaak werken accountants in publiek (Ernst & Young, Deloitte, PwC), private of
overheidsaccounting.
Zie blz. 30 voor verschillende accounting posities.
1.2 What are the organizations and rules that govern accounting?
Financial accounting standards board (FASB): een private organisatie dat toezicht houdt op
de creatie en beheer van accounting standards in de US.
Securities and exchange commission (SEC): een overheidsinstantie in de US die toezicht
houdt op de financiële markten van Amerika.
Generally accepted accounting principles (GAAP): richtlijnen voor accounting, gecreëerd en
beheerd door de FASB.
Primaire doel van financieel rapporteren is om in informatie te voorzien, dat gebruikt kan
worden voor investerings- en leenbeslissingen. Informatie moet relevant, compleet,
neutraal, eerlijk zijn en geen fouten bevatten.
Economic Entity Assumption: is een organisatie die alleen staat als gescheiden economische
eenheid. Het is een bedrijf, gescheiden van zijn eigenaren.
Vijf verschillende soorten bedrijfsorganisaties:
Proprietorship: heeft slechts één eigenaar die de business runt. Meestal is het een
klein bedrijf, waarbij er geen aanspraak kan worden gemaakt op het privé vermogen.
Het leven van dit bedrijf is beperkt. Omdat er geen verandering van de eigenaar
plaats vindt. Daarnaast is er geen gescheiden belasting betaling. Maar de
overheidsregulering is een voordeel.
1
, Partnership: heeft 2 of meerdere eigenaren. Elke eigenaar heeft een contract dat
hem verantwoordelijk stelt en verbind aan het bedrijf. De vennootschap van de
organisatie is gescheiden van de partners, er kan dus geen aanspraak worden
gemaakt op privé vermogen.
Corporation: is eigendom van aandeelhouders, waarbij een aandeel het
eigendomsbewijs is. Wanneer zo’n bedrijf failliet gaat is het persoonlijk vermogen
van aandeelhouders niet aansprakelijk.
Limited-liability partnership: elke eigenaar is enkele aanspraak voor zijn eigen acties.
Not-for-profit: heeft geen enkele eigenaar. Een bedrijf dat enkel dient als niet
winstgevend service bijvoorbeeld school.
Cost principle/historical cost: zegt dat de vereiste assets en diensten opgenomen
moeten worden tegen hun actuele waarde. Dus niet tegen de verwachte waarde. De
waarde van assets moet dus continue worden gerapporteerd.
Going concern assumption: neemt aan dat een asset in de organisatie blijft voor de
voorzienbare toekomst.
Monetary unit assumption: vereist dat items op financiële statements worden gemeten
in termen van een monetary unit (BV: dollar).
Economic entity assumption: vereist een organisatie om een gescheiden economische
eenheid te zijn zoals een sole proprietorship, partnership, corporation of een limited-
liability company.
International accounting standards board (IASB): de private organisatie dat toezicht houdt
op de creatie en het beheer van de international financial reporting standards (IFRS).
Audit (accountantscontrole): een onderzoek naar de financial statements (jaarrekening) en
records van een bedrijf.
Sarbanes-Oxley Act (SOX): vereist bedrijven om te kijken naar interne controle en
verantwoordelijkheid te nemen voor de nauwkeurigheid en volledigheid van hun financiële
rapporten.
1.3 What is the accounting equation?
Accounting equation: de basistool voor accounting, het meet de resources van het bedrijf
(wat het bedrijf bezit, of waar het bedrijf controle over heeft) en de claims op die resources
(wat het bedrijf verschuldigd is aan crediteuren).
Assets = liabilities + equity.
Asset: economische resources waarvan verwacht wordt dat het, het bedrijf bevoordeeld in
de toekomst. Hier heeft een bedrijf controle over.
Liabilities: schulden in het bezit van crediteuren.
Equity: de hoeveelheid assets die overblijven wanneer het bedrijf al zijn liabilities heeft
betaald = netto waarde. De claim op assets door de eigenaren van het bedrijf. Stijgt door:
2
, - Owner’s capital: de bedrage van eigenaren aan een bedrijf.
- Revenues: winsten uit verkopen, diensten en rentes.
Daalt door:
- Expenses: de kosten die verbonden zijn aan het verkopen van goederen of diensten
(salaris, huur, adverteren).
- Owner’s withdrawals: betalingen van equity aan de eigenaar.
Net income: totale revenues zijn groter dan totale expenses.
Net loss: totale revenues zijn kleiner dan totale expenses.
1.4 How do you analyse a transaction?
Transaction: beïnvloedt de financiële positie van een bedrijf en kan worden gemeten in
dollars.
Stappen voor balansmutaties:
1. Herken de accounts en het type accounts (asset of liability).
2. Kijk of elk account stijgt of daalt.
3. Bepaal of de accounting equation in balans is (asset = liability).
Accounts payable: korte termijn schuld (liability), wat betaald zal worden in de toekomst (on
account terugbetaling).
Accounts receivable: het recht om geld te ontvangen in de toekomst van klanten voor
goederen en diensten (on account verkrijgen van geld).
Expenses (kosten) zijn het tegenovergestelde van revenues (winsten).
Withdrawals zijn geen expense omdat ze niet gerelateerd zijn aan winsten. Dus eigenaar
opnemingen beïnvloeden niet het netto inkomen of netto verlies van een bedrijf.
Zie eventueel voorbeelden paragraaf/hoorcollege 1.
1.5 How do you prepare financial statements?
Financial statements: documenten die gebruikt worden om informatie te communiceren dat
nodig is om bedrijfsbesluiten te maken.
Income statement: vat de revenues en expenses samen en rapporteert het netto
inkomen/verlies voor een specifieke periode. Eerst revenues dan expenses (van groot
naar klein). UNEARNED REVENUES NIET MEENEMEN!
Is het bedrijf winstgevend?
3
, Statement of Owner’s Equity: geeft de veranderingen van de capital account van de
eigenaar weer voor een specifieke periode. Stijgt door bijdragen van de eigenaar en
netto inkomen, en daalt door withdrawals en netto verliezen. Wordt dus na het
income statement gemaakt.
Hoe gebruikt het bedrijf haar winsten/earnings?
Balance sheet: rapporteert assets, liabilities en equity van de eigenaar voor een
bedrijf voor een specifieke datum.
Aan de asset kant wordt altijd eerst cash genoteerd. Aan de liabilities kant moeten de
schulden die als eerste moeten worden betaald als eerste op de balans komen.
Hoeveel assets heeft een bedrijf, en wie kan deze assets claimen?
Statement of cash flows: rapporteert ontvangsten (receipts) en uitgaven (payments)
voor een specifieke periode. Het gaat hierbij alleen over CASHBETALINGEN.
- Operating activities: kosten en
winsten voor diensten in cash.
- Investing activities: de koop en
verkoop van land en gereedschap
in cash.
- Financing activities: cash
contributions en withdrawals in
cash door de eigenaar.
Genereert het bedrijf genoeg geld om de
rekeningen te betalen?
4
,1.6 How do you use financial statements to evaluate business performance?
Return on assets (ROA): meet hoe winstgevend een bedrijf haar assets gebruikt.
Net income
ROA =
Average total assets
Beginning total assets + Ending total assets
Average total assets =
2
Zie blz. 51 voor samenvatting.
5
,Hoofdstuk 2 Recording Business Transactions
2.1 What is an account?
Account: een gedetailleerde record van alle stijgingen en dalingen die zich voordoen in een
individuele asset, liability of equity gedurende een specifieke periode.
Asset accounts
Cash: geld van een bedrijf, omvat bank balances, biljetten, munten en checks.
Accounts receivable: consumenten die goederen en diensten in de toekomst
betalen. ‘On account’.
Notes receivable: een geschreven belofte dat een consument een vast bedrag geld
en rente betaald op een bepaalde datum in de toekomst.
Prepaid expense: een vooruitbetaling van een expense.
Equipment, furniture en fixtures (installaties): de kosten hiervoor, elk een eigen
balanspost.
Building: de kosten voor het kantoorgebouw.
Land: de kosten voor het land.
Liability accounts
Account payable: een belofte van het bedrijf om in de toekomst de schuld te
betalen. Ontstaat door een krediet aankoop.
Notes payable: een geschreven belofte van het bedrijf om de schuld te betalen, vaak
met rente, in de toekomst.
Accrued liability: een bedrag dat het bedrijf heeft, maar wat nog niet betaald is.
Bijvoorbeeld taxes of salaries payable.
Unearned revenue: onstaat wanneer een bedrijf cash ontvangt van de consument,
maar de dienst of product nog niet heeft geleverd. Het bedrijf zal het leveren in de
toekomst.
Equity accounts:
Capital: geeft de netto contributies van de eigenaar aan het bedrijf weer. Laat equity
stijgen.
Owner withdrawals: onttrekkingen van geld of assets door de eigenaar. Laat equity
dalen.
Revenues: winsten resulterend uit het leveren van goederen en diensten. Laat equity
stijgen.
Expenses: de kosten die verbonden zijn aan de verkoop van goederen en diensten.
Laat equity dalen.
Chart of accounts: ordent alle accounts met de account nummers. FIGUUR blz. 91.
Ledger: een record wat alle accounts van een bedrijf weergeeft, hun veranderingen en hun
balances op een specifieke datum. Is meer specifiek dan een chart of accounts.
6
,2.2 What is double-entry accounting?
Double-entry system: een systeem van accounting waarbij elke transactie ten minste 2
accounts beïnvloedt.
T-account: een samenvatting als T balans, waarbij de debits op de linkerkant staan en de
credits op de rechterkant.
Op de volgende manier worden assets, liabilities en equity geboekt.
Bijvoorbeeld: als assets stijgen wordt dit debit geboekt, voor liabilities en equity is dit het
tegenovergestelde.
Om te kijken wat er met equity gebeurt, moet je kijken of owner’s capital, owner’s
withdrawals, revenues of expenses equity laten stijgen of dalen.
BV: een owner’s withdrawal laat equity dalen, dus wordt het aan de debit kant geboekt.
Normal balance: de balans die wordt weergegeven bij een stijging van een account.
BV: als assets stijgen is de normal balance een debit. Als revenues stijgen is de normal
balance een credit (want equity stijgt, dus wordt het aan de credit kant geboekt).
2.3 How do you record transaction?
Source document: zorgt voor het bewijs en data voor een accountingtransactie.
Purchase invoices
Bank checks
Sales invoice
Journal: hier worden de transacties eerst in vastgelegd, gesorteerd op datum.
Posting: transformeren van data van de journal naar de ledger.
7
, Het journalizing en posting proces kent de volgende stappen:
1. Identificeer de accounts en het accounttype (assets, liability of equity).
2. Besluit of elk account stijgt of daalt door gebruik te maken van de debits/credits
regel.
3. Leg de transactie vast in de journal.
4. Post de journal entry naar de ledger.
5. Bepaal of de accounting equition in balans is.
Zie voorbeelden vanaf blz. 97 en hoorcollege 1.
Revenues worden vastgelegd op het moment dat er goederen/diensten verkocht worden,
dus niet pas wanneer er geld ontvangen wordt.
Compount journal entry: heeft veranderingen in meer dan 2 accounts, maar de totale debits
moet gelijk zijn aan de totale credits.
Four-column account: alternatief voor een T-account, zie blz. 109.
2.4 What is the trial balance?
Trial balance: een lijst van alle ledger accounts met hun
balances op een specifieke datum. Eerst komen de assets,
dan de liabilities en als laatste equity. Dit is niet hetzelfde als
een balans. Een trial balance geeft de gelijkheid van debits
en credits weer en is een intern document. Een balance
sheet geeft de accounting equation weer en is een financial
statement dat intern en extern kan worden gebruikt.
Het is geen financial statement!
Vanuit de trial balance kunnen de financial statements
worden gevormd. Fouten in de trial balance kunnen als volgt
worden gevonden (credits zijn dan niet gelijk aan debits):
1. Zoek in de trial balance naar een missend account.
2. Deel de verschil tussen totale debits en totale credits door 2.
3. Deel het out-of-balance bedrag door 9. Het volgende kan namelijk zijn opgetreden:
- Slide: bijvoorbeeld $100 geschreven als $1000.
- Transposition: bijvoorbeeld $1200 geschreven als $2100.
2.5 How do you use the debt ratio to evaluate business performance?
Debt ratio: geeft het deel van de assets weer dat gefinancierd is door schulden.
Total liabilities
Debt ratio =
Total assets
8