IDM
HOORCOLLEGE 1: Introductie, Persoonlijkheidsleer en
Developmental Psychopathology
Deel 1: Jaap Denissen.
Part 1: Introductie
Kern van de cursus: identiteit en diversiteit; dit zijn brede begrippen waar
verschillende disciplines andere opvattingen over hebben. Wanneer zijn deze termen
binnen verschillende disciplines relevant? Zoeken naar een gemeenschappelijke
basis/methodiek/concepten tussen verschillende benaderingen, waarmee we vooruit
kunnen met het oplossen van verschillende problemen; 1. Groepen en teams, 2.
Gender, 3. Angst en veerkracht.
1. Vraagstukken van identiteit en diversiteit bekijken vanuit verschillende
disciplines; hoorcolleges.
2. Gemeenschappelijke basis tussen disciplines identificeren (common ground);
discussie hoorcolleges; werkcolleges.
3. Die basis gebruiken om a) maatschappelijke vraagstukken te analyseren en b)
die analyse te communiceren; essay, publiekssamenvatting.
Wat is een discipline?
‘A branch of knowledge, typically one studied in higher education’.
- De gamma wetenschap met onderlinge connecties;
Psychologische disciplines =
- Duijker (1959): Raamwerk voor psychologische disciplines.
o Toegepaste vakken: klinische psychologie, A&O psychologie.
o Fundamentele vakken: functieleer, ontwikkelingsleer,
persoonlijkheidsleer, sociale psychologie (gedragsleer).
, o Deze indeling heeft gevolgen gehad op de organisatiestructuur van de
Nederlandse psychologie; heterogeen, maar meestal ontwikkelings-,
klinische-, sociale- en cognitieve/neuropsychologie.
- Echter zijn er nog veel meer psychologische disciplines, bijvoorbeeld culturele
psychologie, gezondheidspsychologie, etc. Er zijn dus meerdere
afdelingen/disciplines in Nederland.
- Er is een zeker spanningsveld tussen specialisatie (wetenschap wordt telkens
complexer) en uitwisseling (complexe informatie moet worden uitgewisseld
binnen disciplines).
Identificeren van gemeenschappelijke basis: De IDM tabel.
- Vinden van mogelijke common ground op basis van 7 disciplines;
- 1. Focus van onderzoek, 2. Populatie, 3. Methode, 4. Predictoren. 5.
Afhankelijke variabelen, 6. Theorie/hypothese, 7. Blinde vlek (bias).
Toetsing en onderwijsvormen =
- MC tentamen; 48 vragen (3 per collegehelft: 2 over paper(s) en 1 over
college), 60%, herkansing bij >4.0.
- Essay; subgroepje van 3-4 studenten, essay van 6 pagina’s.
- Publiekssamenvatting; format is vrij (podcast, infographic, rap), beoordeling in
werkgroep → winnaar uitgevaardigd naar ‘science slam’.
Part 2: Persoonlijkheidsleer
1. Definitie van persoonlijkheid.
2. Lagen van persoonlijkheid.
3. Artikel van McAdams.
1. Wat is persoonlijkheid?
‘Dynamic organization within the individual of those psychophysical systems that
determine his characteristic behavior and thought (Gordon Allport).’
- Psychische en fysieke eigenschappen (systemen).
o Hoge behoefte aan opwinding plus goede sociale vaardigheden.
- Van één specifiek persoon.
o Van Bert.
- Zijn op een dynamische manier met elkaar verbonden.
o Door met veel verschillende mensen te praten, raakt Bert erg
enthousiast.
- Bepalen hoe die persoon zich meestal voelt en gedraagt.
o Hij zal daarom vaak contact met andere (ook onbekende) mensen
opzoeken.
2. Lagen (levels) van persoonlijkheid (model van Gordon Allport).
Laag 1: Trekken.
- Met deze techniek krijg je een beeld van de hoofdlijnen hoe je een persoon
kan omschrijven.
- Deze methode is ook gebruikt voor andere structuurmodellen; Big Five,
Hexaco factoren, Intelligentie factoren (cognitieve vaardigheden).
Deze laag is afhankelijk van de situatie/context.
Methode: vaak vragenlijsten waarop mensen zichzelf of anderen beschrijven.
,Factoranalyse: kijken hoe deze beschrijvingen met elkaar samenhangen.
Laag 2: Motivaties in structuurmodellen.
Definitie: ‘more specific motivational, social-cognitive and developmental variables
that are contextualized in time, situations and social roles.
- Doelen; ik wil mijn rijbewijs halen.
- Motieven; ik wil altijd de beste zijn/ ik wil dat er altijd harmonie is in mijn
relaties.
- Waarden; ik wil me inzetten voor sociale rechtvaardigheid/ ik vind luxe
belangrijk.
- Interesses; ik vind werken met computers interessant.
- Commitmens.
o Afhankelijk van cultuur/tijdperk/sociale rol van een persoon.
Methode: vragenlijsten, projectieve technieken, dagboeken, experimenten.
Laag 3: levensverhalen.
Definitie: ‘internalized and evolving life stories that reconstruct the past and imagine
the future to provide a person’s life with identity (unity, purpose, meaning).
- Waarover vertelt iemand (personages, plot)?
- Wat voor onderliggende psychologische thema’s zijn er (bijv.
intimiteite/behoefte aan warme relaties)?
- Wat is de structuur van het verhaal (bijv. complexiteit, bepaalde sequenties)?
Methode: vaak interviews (van meerder uren) die worden getranscribeerd. Meestal
gestructureerde interviews waar wordt gevraagd naar sleutelperiodes; vroege
herinneringen, uitdagingen, etc. Codeerder gaan aan de slag met het transcript en
ontdekken bepaalde schema’s.
- Voorbeeld: narratief van verlossing: a) bevoorrechte uitgangspositie, b)
tegenslag, maar c) de persoon overwint de tegenslag.
Interactie van lagen: dynamic organization within the individual of those
psychophysical systems that determine his characterisstics behavior and thought.
1. Extraversie, een sterke dadendrang en een persoonlijke missie om de natuur
te beschermen.
a. Diagnose van autisme, obsessief compulsieve stoornis, intelligentie,
andere factoren.
2. Van Sophia.
, a. Van Greta.
3. Sophia praat graag met anderen over het milieu en is heel overtuigend, want
deze context sluit perfect aan bij haar persoonlijke missie.
a. Greta kan niet begrijpen waarom de mensheid niets doet tegen
klimaatverandering en spreekt zich daar ongefilterd en eloquent tegen
uit.
4. Sophia zal haar leven wijden aan de inzet voor het klimaat.
a. Greta zal haar leven wijden aan de inzet voor het klimaat.
HOORCOLLEGE 2: Succesvol interdisciplinair werken
Deel 1: Geert-Jan Will
- Nadruk integratie tussen klinische psychologie en de
neurowetenschappen.
Een patiënt wordt gediagnosticeerd volgens de DSM-5 voor een depressie. Dit kan
worden gediagnosticeerd op 227 vormen; dankzij symptoomcriteria (of/en in criteria).
- Uit empirisch onderzoek zijn 1030 symptoomprofielen van depressie
gevonden.
o Werkt de therapie als er zoveel verschillende variatie is tussen
personen?
- Er is variatie binnen een stoornis/syndroom, maar verschillende
stoornissen/syndromen/ziektes kunnen ook overeenkomsten in symptomen
bevatten.
Biedt hersenonderzoek de oplossing?
- Is het zo dat als we weten hoe het brein werkt, we de stoornis begrijpen en zo
de patiënt een goed werkende behandeling kunnen bieden?
o Sinds de jaren 90 wordt er al veel onderzoek naar hersenen gedaan,
onder andere met behulp van MRI.