Dit document is een samenvatting van heel het katern 3. Door middel van grafieken en tabellen in deze samenvatting is de theorie beter te begrijpen. Veel succes met leren!
Als je je eigen bedrijf wilt starten, moet je eerst de markt onderzoeken. Dit kun je doen door te kijken
naar verschillende zaken:
- Aantal aanbieders; als er weinig aanbieders actief zijn op de markt, is het aantrekkelijker om
op deze markt in te stappen dan als er veel aanbieders zijn.
- Soort product dat verhandeld wordt; homogene producten: producten die van elke
aanbieder hetzelfde zijn in de ogen van de consument. Heterogene producten: producten
die van elke aanbieder verschillend zijn in de ogen van de consument.
- Marktomvang en winstgevendheid; als je een product gaat verkopen in een klein dorp, heb je
minder klanten en minder omzet dan in een grote stad. Ook moet je kijken hoe hoog je
kosten zijn en hoeveel je per product kunt verdienen (hoe groot je winstmarge is).
- Toetredingsdrempels; belemmeringen die een ondernemer ondervindt om tot een markt
toe te kunnen treden. Als er toetredingsdrempels zijn, moet een ondernemer meer moeite
doen om op een makt toe te treden.
Markten kun je indelen in marktvormen: bepaalde kenmerken waaraan een markt voldoet, zoals het
soort product en het aantal vragers en aanbieders. Verschillende marktvormen:
- Monopolie: als er op een markt sprake is van één
aanbieder.
- Oligopolie: als er weinig grote aanbieders zijn.
- Monopolistische concurrentie: als bij een oligopolie
het product heterogeen is.
- Volkomen concurrentie/volledig vrije mededinging:
een homogeen product met veel aanbieders.
Doordat bij volkomen concurrentie alle producten hetzelfde zijn, kan geen enkele aanbieder de prijs
beïnvloeden. Als de prijs niet te beïnvloeden is, dan is het enige wat de producent kan beïnvloeden
de geproduceerde hoeveelheid. Hoeveelheidsaanpasser: een producent die alleen zijn aangeboden
hoeveelheid kan aanpassen. De marktprijs is voor de producent een vast gegeven.
Belangrijkste kenmerken van de marktvorm volkomen concurrentie:
- Veel aanbieders en vragers.
- Homogene producten; alle producten zijn in de ogen van de consument hetzelfde.
- Vrije toetreding; er is geen sprake van toetredingsdrempels
- Transparante markt; iedere vrager en aanbieder heeft volledig inzicht in het totale aanbod,
de prijs en de eventuele andere voorwaarden.
- Zelfde kosten en technologie; elke aanbieder heeft dezelfde manier van
produceren en heeft dus ook dezelfde kosten als de andere producenten.
In de praktijk zijn er geen markten die aan alle kenmerken voldoen, maar die er wel
sterk op lijken.
De prijs op een markt wordt bepaald door vraag en aanbod. Bij het punt waar de
GTK-lijn en de lijn p = MO = GO elkaar snijden is de winst van de producent gelijk
, aan nul. Break-even-punt: de afzet waarbij de totale kosten en totale opbrengsten aan elkaar gelijk
zijn. Als de producten meer produceert dan het break-even-punt dan maakt hij winst. Bij
proportioneel variabele kosten kun je je winst maximaliseren door zoveel mogelijk te produceren
(afzet maximaliseren). Als de MO boven de MK liggen, zorgt extra productie er voor dat de totale
winst toeneemt tot de maximale productiecapaciteit is bereikt. Om de winst te tekenen bij
proportioneel variabele kosten maak je een rechthoek van 0 naar de productiecapaciteit en van GO-
GTK.
Bij de wet van toe- en afnemende meeropbrengsten is de winst maximaal in het snijpunt van MO en
MK. Tekenen maximale winst:
1. Neem snijpunt van MO en MK
2. Bepaal welke hoeveelheid (q) hierbij hoort door in een
rechte lijn naar de horizontale as te gaan.
3. Bepaal welke prijs (p) hierbij hoort door in een rechte lijn
naar boven te gaan naar de GO-lijn en van daaruit naar de
verticale as
4. Bepaal GTK door het snijpunt te nemen van deze lijn met
GTK en ga van daaruit weer naar - links.
5. Reken nu de rechthoek met de zijden (GO-GTK) en q en
arceer de oppervlakte
1.2
Monopolie: marktvorm met één aanbieder. Verschillende soorten monopolies:
- Natuurlijke monopolie: een monopolie dat ontstaat doordat de productie op zo’n grote
schaal gebeurt dat vanwege efficiencyredenen één producent de productie voor zijn
rekening neemt.
- Staatsmonopolie: een monopolie dat in handen is van de staat (uitgifte paspoort/geld)
- Technische monopolie: bedrijven die door een octrooi/patent het alleenrecht hebben om
een product te produceren.
- Feitelijk monopolie: ontstaat als een bedrijf door economische macht, soms door een fusie of
een overname, de hele markt beheerst.
Door de afwezigheid van concurrenten kan de monopolist zelf zijn prijs bepalen. De monopolist is
daarmee prijszetter: een aanbieder die voldoende marktmacht heeft om zijn eigen verkoopprijs te
bepalen. De monopolist zal zijn omzet maximaliseren als hij ervoor wil zorgen dat er op de markt
minder ruimte is voor bedrijven die willen toetreden tot de markt. Voor een monopolist zijn de
vraaglijn en de GO-lijn hetzelfde. De MO-lijn daalt altijd twee keer zo snel als de GO-lijn.
Mo-lijn afleiden uit GO-lijn:
1. Leidt uit de GO-lijn de formule van de TO-lijn af door de GO-lijn te vermenigvuldigen met q.
2. Bepaal de MO-functie door de eerste afgeleide te nemen van de TO-functie.
3. Vergelijk nu de richtingscoëfficiënten van beide lijnen.
Ook voor een monopolist is de winst maximaal als MO = MK. Als een monopolist ervoor kiest om de
omzet te maximaliseren, dan zal hij de productie uitbreiden totdat MO = 0. Als MO = 0 dan zal TO
niet meer kunnen toenemen als de monopolist nog meer gaat produceren. Om de maximale winst
van een monopolist te tekenen, volg je dezelfde stappen als voor een aanbieder met een niet-
proportioneel kostenverloop op een markt van volkomen concurrentie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carlijnk1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.