100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
MAW samenvatting syllabus-examens €6,79   In winkelwagen

Samenvatting

MAW samenvatting syllabus-examens

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

In deze samenvatting vind je super veel informatie voor je MAW examen.

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • 1 februari 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (377)
avatar-seller
mariapodlasiak
Maatschappijwetenschappen
Volledige syllabus
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Domein B: Vorming
4.1

• Je kan aangeven uit welke twee processen socialisatie bestaat en aangeven wanneer er op welke
manier sprake van is.
- Overdracht: overbrengen
- Verwerving: aanleren



• Je kunt beredeneren op welke wijze socialisatie van invloed is op vorming van identiteit.
Door de omgang met de groepen (socialisatoren) waartoe men behoort, vindt er voortdurende
beïnvloeding en cultuuroverdracht plaats. Mensen in diverse levensfasen verwerven kennis, vaardigheden,
waarden, normen, opvattingen en gedragspatronen in de groepen waartoe men behoort. Door het
overnemen en het zich eigen maken van al deze zaken vindt-vanuit de maatschappij gezien- de
cultuuroverdracht plaats.
Het individu kan zelf voor een deel eigen keuzes maken uit het aanbod van cultuurelementen dat hij op zijn
weg tegenkomt. Omdat socialisatie niet alleen een proces van overdracht van een bepaalde cultuur is,
maar ook een proces van cultuurverwerving waarin een individu zelf stelling neemt ten aanzien van de
cultuur, draagt socialisatie op haar beurt ook bij tot cultuurverandering.



• Je beschrijven waarom culturen dynamisch zijn, wat hiermee bedoeld wordt en de relativiteit van
Culturen herkennen in een bron en een voorbeeld van geven.

Culturen zijn dynamisch (plaats & tijdgebonden) dat houdt in dat culturen verschillen in elke land en dat
culturen in de loop van de tijd veranderd zijn. Ze zijn dynamisch van karakter omdat ze veranderen o.a.
onder invloed van gewijzigde omstandigheden zoals veranderingen in de politieke of economische situatie.
Deze nieuwe omstandigheden en veranderingen worden weer onderdeel van de socialisatieprocessen.

Wat in de ene cultuur normaal is, hoeft dat niet te zijn in de andere. (Culturen zijn relatief).



• Je kan uitleggen waarom socialisatie geen blind proces van aanpassing is en welke factoren hierbij
van invloed zijn.
Voor een groot gedeelte is socialisatie een proces van aanpassing van het individu aan de cultuur van de
samenleving. Maar het is geen ‘blinde’ aanpassing. Vanuit het individu gezien is socialisatie ook een proces
van cultuurverwerving waarin iemand tegelijkertijd zijn eigen persoonlijkheid ontwikkelt. Het individu kan
zelf voor een deel eigen keuzes maken uit het aanbod van cultuurelementen dat hij op zijn weg tegenkomt.
(Individu maakt ook keuzes in verwerving).

, • Je kan beschrijven wat internalisatie betekent en waarom dat essentieel is voor de socialisatie van
mensen.
Internalisatie: normen & waarden, opvattingen & gedragingen overnemen, die je eigen worden “tweede
natuur”.



• Je kan beschrijven wat bedoeld wordt met stereotypen & vooroordelen en in een gegeven context
aangeven waar sprake van is.
Stereotypen: vaststaande beelden, generalisaties en veronderstellingen over een groep mensen.
Vooroordelen: meningen over een groep mensen, niet gebaseerd op feiten.
Beide worden meestal in negatieve zin gebruikt, maar kan ook neutraal gebruikt worden.



• Je kan beschrijven wat verstaan wordt met economisch, sociaal en cultureel kapitaal en wat de
consequenties zijn bij welk of geen toegang tot dit kapitaal en beredeneren hoe dit door kan
werken in het socialisatieproces.
Socialisatieprocessen verschillen naar het milieu waarin iemand opgroeit.
- Economisch kapitaal = financieel bezit of een hoog inkomen.
- Sociaal kapitaal = de connecties, netwerken, de mate van respect die een groep geniet.
- Cultureel kapitaal = culturele competenties, waaronder kennis, houdingen, opvattingen en smaak
die kenmerkend zijn voor hoge sociale posities.



• Je kan twee soorten socialisatie onderscheiden, daar de kenmerken van geven en aangeven in
context waar sprake van is.
Acculturatie: het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit, dan die waarin
iemand is opgegroeid. Buitenlanders die zich in een ander land gaan vestigen.
Enculturatie: het aanleren & verwerven van de (sub) cultuur van de samenleving waarin men geboren
wordt.



• Je kan de verschillen functies van socialisatie benoemen, deze in context herkennen en
beredeneren waarom van een bepaalde functie sprake is.
1. De continuering van de cultuur van de samenleving. Mensen verwerven zich opvattingen, waarden
en normen die hen maken tot lid van een maatschappij met een bepaalde cultuur waarmee zij zich
onderscheiden van de leden van andere maatschappijen en culturen.
2. De verandering van de cultuur van de samenleving en van groepen daarbinnen. Cultuur is geen
statisch verschijnsel. Door overname van elders worden, evenals door ontdekkingen en
uitvindingen binnen de eigen cultuur, steeds nieuwe dingen aan de cultuur toegevoegd.
3. Identificatie met de eigen groep en cultuur door het overbrengen en overnemen van
cultuurgebonden waarden en normen.
4. Identiteitsontwikkeling van het individu gedurende de gehele levensloop.
5. Het reguleren van gedrag van mensen waardoor het gedrag (van anderen) beter voorspelbaar
wordt en het samenleven overzichtelijker.

, • Je kan beschrijven wat bedoeld wordt met het Nature/Nurture debat en dit toepassen in context
en hier zelf voorbeelden bij noemen.
Nature: aangeboren
Nurture: aangeleerd

De discussie over de vraag of eigenschappen van individuen meer door nurture (opvoeding en
omgevingsfactoren) dan door nature (biologische of erfelijke factoren) bepaald worden, is nog niet
beslecht. Wel gaat men ervan uit dat beide van belang zijn.



• Je kunt beredeneren dat het referentiekader over en het toekennen van kenmerken als
Nature/Nurture, gevolgen heeft op aanpak van een kwestie of behandeling van een persoon.

De manier waarop je bent gesocialiseerd bepaalt je identiteit en referentiekader. Hoe je bent opgevoed
lijdt ertoe dat jij de wereld misschien anders ziet.


4.2

• Je kan de (geschiedkundige) veranderingen in het belang van socialisatoren beschrijven en
aangeven waarom deze schifting heeft plaatsgevonden.

Periode van WO2 verandert de functie en het relatieve belang van verschillende socialisatoren in
Nederland. Er vindt een verschuiving plaats van grote rol voor kerk en vereniging naar een grote rol voor
onderwijs, peergroup en media.
De betekenis van onderwijs als socialisator neemt toe doordat scholing steeds belangrijker wordt en
kinderen steeds vroeger en langer buiten de directe sfeer van het gezin in een regime (bestuur) van
educatie en socialisatie worden geplaatst. Van scholen wordt in toenemende mate verwacht dat zij
aandacht besteden aan opvoedingstaken zoals de opvoeding in waarden en normen en de sociale vorming
van de leerlingen. Vanaf de jaren vijftig wordt de invloed van de peergroup als socialisator groter en krijgen
jongeren meer en andere mogelijkheden om een eigen identiteit te ontwikkelen. Door de enorme
toename van het gebruik van media winnen deze aan betekenis als socialisator.
Door het lezen van kranten, bladen, het luisteren naar radio, het bekijken van tv, film, het gebruik van
internet en sociale media worden mensen geconfronteerd met de waarden en normen van een cultuur. De
informatie die gegeven wordt door de media betreft niet alleen feiten, maar bevat ook een interpretatie
van gebeurtenissen en heeft daarmee een socialiserende werking. Ook de (soms verborgen) waarden,
normen, rolmodellen en rolpatronen, vooroordelen en stereotypen worden door de media doorgegeven.



• Je kan beschrijven wat bedoeld wordt met framing en beredeneren op welke wijze framing een rol
kan spelen in socialisatie/ socialiserende werking van de media.
Framing = de manier waarop een onderwerp wordt gebracht, hoe het wordt ingekleed en uitgelegd. Het
frame dat journalisten presenteren is hun perceptie van het onderwerp en kan beïnvloeden vanuit welk
perspectief het publiek het onderwerp gaat bekijken.

, 4.3

• Je kan beschrijven op welke wijze het zelfbeeld beïnvloed wordt door contact en socialisatie met
anderen en drie soorten identiteit onderscheiden, deze herkennen in context en voorbeelden van
geven.

Persoonlijke identiteit= zelfbeeld, IK
Sociale identiteit= het beeld dat iemand heeft of uitdraagt, omdat hij of zij deel uitmaakt van een bepaalde
groep(en), WIJ; wij zijn moslims en vieren het Suikerfeest
Collectieve identiteit= het beeld dat de samenleving heeft over een bepaalde groep, ZIJ; moslims zijn
jihadisten
Door de contacten die je rond je heen hebt kan je zelfbeeld ook gaan veranderen misschien ga je
veranderen om bij die contacten te passen.
Mensen streven continu naar een positieve identiteit voor zichzelf. In het dagelijks taalgebruik klinkt bij
identiteit de opvatting door dat de mens zichzelf toto op zekere hoogte maakt en vormt naar een zelf
geconstrueerd ideaalbeeld. Het zelfbeeld van een opgroeiend individu wordt in hoge mate bepaald door
de manieren waarop ‘belangrijke anderen’ (ouders, vrienden) zich tegenover dat individu gedragen. Het
individu ziet zichzelf door de ogen van de anderen en vormt zo een zelfbeeld. Terwijl bij de vorming van de
identiteit in traditionele samenlevingen ook op latere leeftijd het accent ligt op de vormende invloed van
de omgeving, ligt in de moderne samenleving het accent juist op de wil en de voorkeur van het individu
zelf.



• Je kan beredeneren wat de gevolgen kunnen zijn als mensen zich wel niet identificeren met een
bepaalde groep of wanneer er discrepantie bestaat tussen persoonlijk en sociale identiteit en
tussen persoonlijke en collectieve identiteit en hoe dit effect kan hebben op de
sociaaleconomische, sociaal-culturele en politieke positie van een persoon (sociale ongelijkheid).
Tussen identiteiten kunnen spanningen ontstaan/ bestaan, dit kan bv ook invloed hebben ten aanzien van
sociale ongelijkheid.
Persoonlijke identiteit is voor een belangrijk deel een sociale identiteit. Sociale identiteit is dat deel van
iemands zelfbeeld dat is afgeleid van zijn kennis over de groep(en) waar hij deel van uitmaakt. Sociale
identificaties maken een individu gelijk aan, of verschillend van, en ‘beter’ of ‘slechter’ dan leden van
andere groepen.
Tussen persoonlijke en collectieve identiteit kunnen spanningen bestaan, bv als iemand zich niet
identificeert met de collectieve identiteit waar hij/zij mee vereenzelvigd wordt door anderen. Ook kunnen
individuen zo opgaan in een groep dat zij hun eigen persoonlijke identiteit verliezen. Omgekeerd kunnen
bepaalde groepen zoveel eisen van hun leden dat er vrijwel geen ruimte is voor eigen opvattingen en een
persoonlijke identiteit.
De persoonlijke identiteit van het individu en de collectieve identiteit waar hij/zij mee vereenzelvigd wordt
door anderen, hebben weer effect op de sociaaleconomische, sociaal-culturele en politieke positie van die
persoon (sociale ongelijkheid).


4.4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariapodlasiak. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,79. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 78637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,79
  • (0)
  Kopen