Uitgebreide samenvatting van het Anatomie deel, wat op de decentrale selectie geneeskunde op de Universiteit Utrecht getoetst zal worden. Wil jij volledig goed voorbereid deze selectie toets in wilt gaan is deze samenvatting zeker onmisbaar.
Leerstof Geneeskunde selectie
2020
Anatomie
Hoofdstuk 1 The body
What is anatomy?
Met de term anatomie wordt macroscopische anatomie bedoelt, ook wel de studie van structuren
van het lichaam dat zonder microscoop bestudeerd kan worden.
Anatomie kan met behulp van 2 aanpakken worden bestudeert.
Regionaal: Elk deel van het lichaam wordt apart bestudeert, zo wordt een voorbeeld
gebruikt van de borstkas, als je een specifiek deel van het lichaam bestudeert, bestudeer je
alle verschillende organen en weefsels die in dat deel aanwezig zijn.
Systematisch: Bij de systematische aanpak wordt gekeken naar elk systeem van het lichaam
wat gevolgd wordt door het gehele lichaam, voorbeelden zijn het cardiovasculair systeem of
het maag darm stelsel.
Elke aanpak heeft zo zijn voordelen. Bij regionaal leer je heel specifiek het lichaam kennen maar bij
systematisch kreeg je meer een goed overzicht van wat er aan de hand is.
Important anatomical terms
De anatomische positie
De anatomische positie is de standaard gebruikte positie voor het beschrijven van locaties van
bepaalde structuren.
De positie is een staande houding met de voeten tegen elkaar. Armen langs het lichaam met de
handpalm opengedraaid naar voren met de vingers gestrekt. Mond gesloten met een neutrale
gezichtsuitdrukking.
Het hoofd is zo geplaatst dat de jukbeenderen (rim of bone) in het horizontale vlak liggen met de
opening van het oor.
Deze anatomische positie kan opgedeeld worden in 3 soorten anatomische vlakken.
Coronale vlakken is verticaal georiënteerd en verdeeld het lichaam daarmee in een
anterior(voorkant) en posterior(achterkant) gebied.
Sagittale vlakken is ook verticaal georiënteerd maar staat loodrecht op het coronaal vlak.
Hiermee verdeelt dit vlak het lichaam in een linker en rechter deel. Als het sagittaal vlak
precies door het midden van het lichaam gaat en daarmee het lichaam in een even groot
linker als rechter deel splitst wordt dit het Mediane sagittale vlak genoemd.
Transverse, horizontale of axiale vlak verdeelt het lichaam in een superior deel (boven) en
inferior deel (onder).
Anterior(ventraal) en posterior(dorsaal)
Deze termen beschrijven de positie van de structuren relevant aan de voor of achterzijde van het
lichaam. De neus is bijvoorbeeld anterior en de vertebral column is posterior.
Ook wordt het gebruikt om een structuur te vergelijken met een andere. Zo wordt gezegd dat de
neus anterior ligt van de oren.
Mediaal en lateraal
,Mediaal en lateraal beschrijven de positie van structuren relatief tot het mediale sagittale vlak en de
zijkanten van het lichaam. Ook deze termen worden gebruikt om structuren ten op zichte van elkaar
te vergelijken. Zo zit de neus mediaal (zit namelijk recht op het mediale sagittale vlak) en de ogen
zitten lateraal van de neus.
Superior en inferior
Beschrijven de structuren vergeleken met de verticale as van het lichaam. Zo ligt het hoofd superior
aan de schouders en de knie inferior aan de heup.
Proximaal en distaal
,Deze termen worden gebruikt om aan te geven welke structuren van het lichaam
dichterbij(proximaal) het centrum van het lichaam liggen en welke juist verder weg liggen (distaal)
Craniaal en caudaal
Craniaal betekent naar het hoofd toe en caudaal naar de staart toe. Deze termen worden bij dieren
gebruikt om superior en inferior aan te geven.
Rostraal wordt voornamelijk in het hoofd gebruikt om aan te geven wat de positie is van een
structuur ten opzichte van de neus. Zo is de forebrain rostraal aan de hindbrain.
Superficial en deep
Deze termen worden gebruikt om aan te geven hoe diep het in het weefsel zit ten opzichte van het
oppervlakte van het lichaam. Superficial is dichter bij het oppervlakte en deep is dieper het lichaam
in. Superficial regio’s is bijvoorbeeld de huid en deep structures zijn de skelet spieren bijvoorbeeld.
Deze termen worden vaak gebruikt om aan te geven of een wond diep is of oppervlakkig.
Body systems
Skeletal system
Het skelet kan opgedeeld worden in 2 subgroepen.
Axiaal skelet
Bestaande uit de botten van de schedel(cranium), vertebrale column,
ribben, en sternum.
Appendiculair skelet
Bestaande uit de botten van de bovenste en onderste ledenmaten.
Het skelet systeem bestaat uit 2 componenten, botten en cartilage
(kraakbeen).
Cartilage (kraakbeen)
Kraakbeen is een vorm van bindweefsel/connective tissue wat geen
bloedvaten heeft. Het is opgebouwd uit extracellulaire vezels ingebed in een
matrix waarin cellen zijn gelokaliseerd in kleine holtes.
Er zijn verschillende soorten cartilage en elk heeft weer een andere vezel samenstelling in de matrix.
Zo zal in gebieden waar veel gewicht op staat of vatbaar is voor trekkrachten veel meer collageen
worden afgezet en is het cartilage niet elastisch.
In gebieden waar weinig stress op het cartilage staat worden vooral elastische fibers aangebracht en
veel minder collageen.
Functies van cartilage:
Ondersteunen van zacht weefsel
Zorgen voor een glad glijdend oppervlak voor botten in gewrichten
Maken het mogelijk dat de botten groeien.
Typen cartilage
Hyaline
Hyaline cartilage is het meest voorkomende type. Bevat een gemiddelde hoeveelheid
collageen en is vooral terug te vinden op oppervlakte van botten in gewrichten.
Elastisch
De matrix bestaat uit collageen vezels en een grote hoeveelheid elastische vezels, Komen
onder andere voor in het oor.
Fibrocartilage
Matrix bestaat uit een gelimiteerd aantal cellen en een substantiële hoeveelheid collageen
(voorkomend in de intervertebral discs)
, Bone (botten)
Bot is een gecalcificeerd, levend, bindweefsel wat grotendeels het skelet vormt. Het bestaat uit een
intercellulaire gecalcificeerde matrix, wat ook collageen vezels bevat en verschillende type cellen in
de matrix.
Functies van botten:
Ondersteunende structuur van het lichaam
Beschermer van vitale organen
Reservoir van calcium en fosfor
Werken als een soort hendels waaraan de spieren trekken om beweging te veroorzaken
Bevatten van bloed producerende cellen
Er zijn 2 type botten, compact en spongy (trabeculair en cancellous).
Het compacte bot heeft een hoge dichtheid en zit aan de buitenkant van alle botten en omgeeft het
spongy bot. Het spongy bot bestaat uit botsplinters en holtes waarin de bloed vormende cellen
zitten (merg/marrow).
De classificatie van botten wordt gedaan aan de hand van de vorm:
Long bones zijn tubulair (zoals de humerus en femur).
Short bones are cuboidaal (botten van de enkel of pols).
Flat bones bestaan uit 2 compacte botplaten gescheiden door spongy bone (schedel).
Irregular bones zijn botten met verschillende vormen (zoals botten in het gezicht).
Sesamoid bones zijn rond of ovale botten die zich ontwikkelen tussen de pezen (tendons).
(knieschijf)
Botten zijn vasculair en geïnnerveerd. Over het algemeen springt er een arterie af van een
nabijgelegen arterie (meestal 1 per bot) die direct de internal cavity van het bot binnengaat en hier
het merg, spongy bone en binnenste lagen van het compact bone van bloed voorziet.
Elk bot is aan de buitenkant omgeven door een bindweefsel membraan wat het periosteum
genoemd wordt, wat de unieke mogelijkheid heeft om nieuw bot te vormen. Dit is dus overal het
geval behalve bij gewrichten waar articulair cartilage zit.
Dit periosteum wordt goed doorbloed en zorgt ervoor dat de buitenste lagen van het compact bone
van bloed worden voorzien.
Zenuwen lopen samen met de vaten die het bot en periosteum van bloed voorzien. De meeste
zenuw weefsels die in de internal cavity lopen zijn vasomotor fibers die de bloedflow reguleren.
Bot zelf heeft weinig sensory nerves maar het periosteum heeft wel heel veel innervatie van sensory
nerves en is daarom ook erg gevoelig.
De ontwikkeling van botten.
Alle botten komen van het mesenchym en zijn ontstaan of via:
Intramembranous ossification
Hierbij ontstaat bot uit het omliggende bindweefsel en gebeurd in het embryonale stadium.
Enchondral ossification
Wordt ook wel dermische ossificatie genoemd. Hierbij vindt de botvorming vanuit kraakbeen
plaats.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Matthijs3. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.