Aantekeningen Colleges Klassieke Teksten in de Neerlandistiek
Taalkunde (Jack Hoeksema)
College 1 – 7/3/2022
Basistekst
Productiviteit
- Sommige processen zijn productief (d.w.z. in staat om nieuwe combinaties te
produceren), andere niet
- Niet-productief is bijv. de Nederlandse naamvalsmorfologie: ter ere van, ’s nachts,
ten tijde van, het Koninkrijk der Nederlanden
- M.u.v.: des Ns als predikaatnomen in de moderne betekenis: kenmerkend voor
o Vb.: Het parcours is niet des Spanjaards
- Vooral sinds pakweg 1990 heel gebruikelijk in journalistieke proza, vooral
sportrubrieken
- Voorbeeld productieve samenstelling (N + N): ‘emmerkast’ -> iedereen snapt wat je
daarmee bedoelt; een kast die voor emmers is gereserveerd
- Voorbeeld improductieve samenstelling (V + V): ‘zweefvliegen’ => lastiger te maken
- Voorbeeld productieve samenstelling (V + N): ‘dimlicht’, ‘wensput’, ‘springkussen’
o Minder productief dan N + N
- Voorbeeld samenstelling die opgenomen is in woordenboek: ‘hagelslag’ -> niet uit
hagel of slag af te leiden wat het betekent, niet voorspelbaar
o Afleidingen van samenstellingen niet, zoals ‘Venz hagelslag’
Hoe vergelijk je graden van productiviteit?
- Diachroon: door te kijken wat er per decennium bijkomt (vergelijking van
woordenboeken)
- Synchroon: door te kijken naar unieke gevallen (die kunnen wijzen op productieve
formaties die ter plekke zijn gemaakt, zoals des televisies)
o Komen eenmalig voor, is het een fout?
- Unieke gevallen heten ook wel hapax legomena (Griekse term uit de filologie) en zijn
belangrijk geworden door het werk van Baaijen
- Graad van bijwoorden, verschil in inzetbaarheid: zeer > hoogst
o Oorzaak: aantal lettergrepen; hoogst alleen bij meerlettergrepige woorden
Productiviteit en frequentie
- Moeten niet verward worden
- Hoogfrequente verschijnselen (zoals sterke werkwoorden) kunnen improductief zijn,
en laagfrequente verschijnselen niettemin productief (bijv: takke- als prefix:
takkewijf, takketent, takkeherrie)
, Baaijen: productiviteit is variabel. De mate van productiviteit kan worden benaderd via
corpusonderzoek, psycho-linguïstisch onderzoek en zelfs enigermate via introspectie
10 korte werkwoorden: lopen, vinden, lezen, beven, lachen, grijpen, buigen, leren, legen,
eten
- Ge-V => veel mogelijkheden; productief
- V-ing => weinig mogelijkheden; improductief (‘lezen’ – ‘lezing’)
o Wel oké: afwijkende semantiek
Corpusmaten voor productiviteit
- I = V/S
- Productiviteitsindex gebaseerd op gevonden aantal V gedeeld door mogelijk aantal S
- Probleem (afgezien van de vraag hoe de waarde van S in te schatten) is dat het
verkeerde resultaten oplevert: het improductieve -te krijgt een hogere I-waarde dan
het productieve -ering
Inzetbaarheid
- U(f) = V [pragmatische bruikbaarheid] wordt gelijkgesteld aan aantal types in corpus
- Vb: takke- als prefix is productief, maar niet veelgebruikt: de meeste media
vermijden kwetsend taalgebruik en gescheld
- -te is niet productief, maar wel veelgebruikt: ruimte, drukte, gemeente, ziekte
- Meest recente nieuwvorming: gekte
NB: Deze maat is (net als andere) gevoelig voor de omvang van het corpus
- Je kunt U-waarde van affixen vergelijken binnen eenzelfde corpus. Moet je waarden
verschillende corpora vergelijken, dan is een ingewikkelde omrekenformule nodig
Productiviteit in engere zin
- P = n1/N [aantal hapaxen gedeeld door alle tokens geproduceerd door de regel]
o Schaal P: (niks uniek) 0-1 (alles uniek)
- Vb.: -egge: cf. dievegge: 0/425 = 0
- Type – token ratio: 1/425 = 0,0023
-erig
- Beverig, hebberig, huilerig (V-erig)
- Paniekerig, vlekkerig, puisterig (N-erig)
Semantische issues
- Affixen kunnen meerdere rollen hebben, zoals -er
- Belegger = iemand die belegt
- Inkopper = in te kopper zaak, meevaller, instinker
- Amsterdammer = iemand uit Amsterdam
- Groter = vergrotende trap van groot