Begrippen
donderdag 2 februari 2023 14:10
Science Wetenschap • De filosofie van de wetenschap houdt zich bezig met alle
vooronderstellingen, grondslagen, methoden, implicaties van
wetenschap, en met het gebruik en de verdienste van wetenschap.
• Deze discipline overlapt soms de metafysica, de ontologie en de
epistemologie, b.v. wanneer het onderzoekt of wetenschappelijke
resultaten een studie van de waarheid inhouden.
• Gezamenlijke menselijke inspanning om de wereld om je heen te
begrijpen door experimenten en observaties onder gecontroleerde
condities
• Wordt vaak als betrouwbaar (objectief) bestempelt (hoog aanzien)
○ Gevaar= teveel waarde aan worden gehecht, maar is altijd
feilbaar
• Afgeleid uit waarneembare feiten en niet gebaseerd op persoonlijke
meningen (niet te handhaven)
• Niet eenvoudig via zintuigen gegeven. Hoop werk voor verzetten
• Feilbaar, afhankelijk van theorie en kunnen worden herzien (Popper)
• Vicieuze cirkel: Theorieën gebruiken voor nieuwe theorieën
wetenschap bestaat uit paradigmaverschuivingen (Kuhn)
• Wetenschap is DE manier om kennis te vergaren (positivisten)
• Objectiviteit van essentieel belang
Observation Observatie • Verwerven van informatie uit eerste hand, ofwel door gebruikmaking
van de eigen zintuigen, ofwel door gebruik te maken van
instrumenten en het onmiddellijk vastleggen ervan.
• Men moet beschikken over juiste conceptuele kader en het kunnen
toepassen
• Rekening houden met:
○ Wat voor de één een waarneembaar feit is, hoeft dat niet voor
de ander ook zo te zijn. dit kan komen door de achtergrond van
de observeerder
○ Observatie is beladen met theorie
○ Achtergrondkennis nodig om te zien wat belangrijk is
○ Is niet neutraal
• Om de betrouwbaarheid van een observatie hoger te maken, kan je
verschillende mensen naar 1 observatie laten kijken. Hierbij moet het
sociale aspect van wetenschap meegenomen worden
(wetenschappers willen graag met elkaar overeenkomen)
• Wetenschap moet zich bezig houden met gedrag, omdat alleen dit
observeerbaar is (logische positivisten).
• Je moet een fenomeen dat je niet meteen kunt observeren
operationaliseren om het te kunnen observeren (positivisten)
• Afhankelijk van bestaande kaders, interpretatie en kennis van persoon
Knowledge Kennis • Wat geweten en toegepast wordt door een individu, groep individuen
of een (ander) onderdeel van de maatschappij.
• is openbaar en actief → Handelen nodig om het te verkrijgen.
• Feiten, informatie en vaardigheden opgedaan door ervaringen,
observaties of educatie (waarnemingen)
• Theoretisch/praktisch begrijpen van een onderwerp
• Noodzakelijk om significante waarnemingsuitspraken te formuleren
Wetenschapsfilosofie Pagina 1
, • Noodzakelijk om significante waarnemingsuitspraken te formuleren
• Door waarneming kunnen we dingen als onomstotelijk beschouwen,
hieruit volgt objectieve/betrouwbare kennis (Empiristen, Positivisten)
• empirisme: ervaring als basis van de kennis
rationalisme: verstand als basis van de kennis
foundationalisme: om iets kennis te noemen, moet het goed
gefundeerd zijn
• Zowel objectief als subjectief
• Feiten, informatie en vaardigheden opgedaan door ervaringen,
observaties of educatie. Theoretisch/praktisch begrijpen van een
onderwerp
• Kan ook foutieve kennis zijn, als heel veel mensen iets geloven hoeft
het nog steeds niet waar te zijn
• Komt vooral met positieve ervaringen, dingen waar je enthousiast
over bent.
• Kan wel correct zijn, maar niet compleet (onbekend wanneer dit zo is)
• Vroeger vooral gebaseerd op autoriteit (zoals de kerk)
• Goede fundering nodig
• Sterk verbonden met epistemologie
• Altijd incompleet, maar kan je ondersteunen met argumenten
Positivism Positivisme • Ervaring/feitelijke/empirische wetenschap als basis van kennis
• Ruimere en minder psychologische georiënteerde opvatting over wat
feiten zijn dan empiristen (empirist = kennis door ervaring)
• Kennis moet worden afgeleid uit ervaringsfeiten
• Werk filosoof Auguste Comte oorsprong positivisme
• Beïnvloed door behoefte operationele definities
(intelligentie/creativiteit)
• Methode wetenschappelijk onderzoek als de manier om kennis te
verkrijgen
• Gebruiken statistiek met doel om sociaal probleem op te lossen
• Alleen de empirische wetenschappen leveren kennis op. Hierdoor
wordt elke klassieke vorm van metafysica en andere kennis gronden
verworpen
• Worden vaak als realisten gezien, maar dat zijn ze niet. wel geloven ze
dat het doel van de wetenschap is om de realiteit te omschrijven
• Observatie + experimenten = waarheid
• Positivisten zijn fundamentalisten. Ze geloven erin dat kennis
gebouwd is op een fundament van ervaringen. (dit was één van de
kritiekpunten waardoor het positivisme is verdwenen).
Logisch • Wijsgerig stelsel dat alleen aanvaardt wat zintuiglijk waargenomen en
positivisme vastgesteld kan worden
/empirisme • Verwerpt de non-empirische uitspraken die worden gedaan in de
metafysica, de theologie en de ethiek
• Bestaat niet meer; niemand gelooft het meer. Niet overtuigend, niet
valide
• Dit kunnen we zeker weten. De rest kunnen we uitsluiten, want dat
kunnen we niet bewijzen
• Erg beperkt
Epistemolog Epistemologie • De leer van het weten of de kennis en richt zich op de vraag naar
y (kennisleer) waarheid of zekerheid
• Wetenschap die alles over het kennis/weten bestudeert, wat is ware
kennis
• (Filosofische) kennisleer
Wetenschapsfilosofie Pagina 2
, • (Filosofische) kennisleer
• Filosofie van kennis
• Vaak niet fundamenteel
• Geloven in iets + zelfverzekerdheid = in het dagelijks leven kennis
(ik weet zeker dat het feestje bij Michelle is) - wordt gezien als kennis,
maar is dit wel zo? <- sceptisch
Foundational fundamentalis • Het teruggrijpen op normen en waarden zoals deze oorspronkelijk het
ism me meest bekend en vaak ook algemeen gebruikelijk waren
(grondbeginselen)
• Om iets kennis te noemen, moet het ergens op gebaseerd zijn
• Bestaat uit empirisme, positivisme & behaviorisme en rationalisme
• Alles wat wij zijn en denken is ontstaan door onze ervaringen
• Veilige fundering = ervaring
• Het idee dat het mogelijk is om het zeker te weten
• Idee dat je iets zeker kan weten
• Lastige kwesties fundamentalisme:
- Relativiteit van 'licht van rede´
- Theorie beladen perceptie
- Onderdeterminatie van theorie door bewijs (Theorie wordt
nooit bepaald door bewijs)
- Duhem-Quine-stelling en de rol van hulpaannames in
wetenschappelijk redeneren
- Probleem van inductie
- Sociale karakter van wetenschappelijk onderzoek
--> Post-positivisme ontstaan waar deze problemen algemeen erkend
waren geworden
Warrant Rechtvaardigin • Om een rechtvaardiging te verkrijgen moet de onderzoeker een
g rechter ervan overtuigen dat er voldoende bewijs is voor claim
onderzoek
• Als de onderzoeker "absoluut" bewijs nodig had om een
rechtvaardiging te krijgen, zou hij of zij helemaal geen verdere
onderzoek hoeven uit te voeren (Dewey)
• Bewijs zoeken dat genoeg gerechtvaardigd is
• Rechtvaardiging om in te grijpen
• Wordt gebaseerd op goede redenen/bewijs
• Je hebt bewijs om iets vast te stellen
• Alleen bewijs is niet genoeg, maar ook argumenten nodig
• Argumentatie van je bewijs
• Wetenschapsfilosofie nodig en niet alleen wetenschap
• Aan alleen data heb je niet genoeg om het te interpreteren
Skepticism Scepticisme • Kritisch kijken naar resultaten
• Alle kennis in twijfel trekken, Decartes
• Relativisme, bestaat de werkelijkheid wel? Je weet nooit iets zeker
→ enorme filosofie ;( “we zijn nergens zeker van”.
• Feiten bestaan niet, maar hangen af van jezelf
Wetenschapsfilosofie Pagina 3
, • Feiten bestaan niet, maar hangen af van jezelf
• Idee dat we minder weten dan we denken
• Hume: Kennis van dingen die we niet zelf met eigen ogen hebben
gezien. Menselijke geest van nature onbekwaam om iets met
zekerheid te weten
• Twee tegengestelde begrippen volgens Hume
○ Relaties van ideeën (elke driehoek moet wel zijdes hebben, ook
al heb je ze nog niet allemaal gezien. Uiterlijke waarnemingen)
○ Feiten (grootste deel van kennis, is onzeker. Innerlijke
waarnemingen)
• Wetenschap wordt afgeleid uit feiten? Dit rust op drie aannames: 1.
Feiten zijn via zintuigen direct toegankelijk voor nauwkeurige en
onbevooroordeelde waarnemers (dit kan niet). 2. Feiten gaan aan de
theorie vooraf en zijn daar onafhankelijk van (onmogelijk). 3. Feiten
vormen een stevig en betrouwbaar fundament van wetenschappelijke
kennis (nee want is altijd feilbaar). (alle aannames hebben problemen
= scepticisme).
Fallibility Feilbaarheid • Vatbaar door dwaling
• Oordeel van (on)waarheid van waarnemingsuitspraak afhankelijk van
kennis die achtergrond vormt waartegen dat oordeel tot stand komt
• Beeld heelal en aarde
• Waarnemingsuitspraken afhankelijk van ervaringen/kennis/aannames
• Waarneembaar feit tot op zekere hoogte feilbaar en mogelijk moet
worden herzien --> Betekent niet dat het nieuwe toetsen zal
doorstaan, door ontwikkeling van technologie en kennis (weerleggen)
• Resultaten van experimenten kunnen ondeugdelijk zijn als de kennis
waarop ze zijn gebaseerd onvolledig is/niet klopt
• Hedendaagse experimenten ontoereikend door ontwikkelingen die
voor ons liggen
Theory Theorie • Een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in
onderlinge samenhang worden beschreven/uitgelegd
• In de wetenschap is een theorie vaak een getoetst model ter
verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid.
• Deductivisme: Conclusie komt direct uit feiten
• Inductivisme: Wordt inductief afgeleid uit feiten die door
waarnemingen en experimenten zijn verkregen. Zegt dus meer dan
alleen de feiten zelf. Is een veralgemenisering.
• Falsificationisme: Wetenschappelijke theorieën falsifieerbaar.
Waarnemingen worden geleid door de theorie en waarnemingen die
deze theorie veronderstellen. Hoort informatie te geven over hoe de
wereld zich in feite gedraagt, de weerlegging is (logisch) mogelijk,
maar vindt niet feitelijk plaats.
• Feilbaarheid: Nooit kunnen stellen dat een theorie helemaal waar is,
altijd weerlegbaar.
Objectivity Objectiviteit • Als het onafhankelijk is van de waarneming of voorkeuren van
mensen: als er geen interpretatie bij nodig is
• Publiekelijk direct toetsbaar (routinemethoden)
• Iedereen die het herhaalt, krijgt dezelfde resultaten
• Inductivisme: Mate waarin men waarnemen, inductie en deductie als
objectief beschouwt. Geen ruimte voor storende subjectieve
meningen
• Essentieel belang bij wetenschap (post-positivisme)
Wetenschapsfilosofie Pagina 4