Emic-perspectief: welke betekenis geeft de actor zelf aan zijn handelen.
Verstehen: het handelen vanuit het actorperspectief leren begrijpen.
Interpretatieve benadering: deep appreciation of the lived experience of criminals and the situated
meanings, emotions and logic of crime.
Etiologische theorieën: theorieën gericht op de oorzaken van criminaliteit.
Sociale reactiebenaderingen: theorieën die pogen te verklaren welke functies de criminaliteitsbestrijding
heeft en welk bedoeld of onbedoeld effect zij heeft op de aard en omvang van criminaliteit.
Moederdisciplines van de criminologie:
- De (rechts)filosofie.
- De statistiek.
- De medische wetenschap.
- De biologie.
- De sociale psychologie.
- De sociologie.
- De klinische en ontwikkelingspsychologie.
- De culturele antropologie.
- De economie.
Deterministisch: de vrijheid van handelen van een mens is sterk beperkt door zijn mogelijkheden en
omstandigheden.
Voluntarisch: ieder handelen is het resultaat van een vrije wilsbeslissing.
Alle verklarende theorieën in de criminologie zitten qua mensbeeld tussen deze twee uitersten.
Hoofdverklaringen criminologie:
- Genen, hormonen en neurotransmitters.
- Antisociale persoonlijkheidskenmerken.
- Rationele keuze en gelegenheid.
- Opvoeding en sociaal leren.
- Informele sociale controle.
- Groeps- en subcultuur.
- Buurtinvloeden.
- Interactie met sociale reacties.
- Armoede, relatieve deprivatie en spanning.
- Cultuur en maatschappijstructuur.
1
,Labellingbenadering: een perspectief waarin criminaliteit wordt gezien als een specifieke vorm van
afwijkend gedrag, dat (mede) het resultaat is van een proces van strafrechtelijke classificatie en
categorisering.
- Komt voort uit het symbolisch interactionisme: handelingen krijgen pas betekenis in de interactie
tussen mensen.
Mortification (Goffman): afsterven van het ‘ik’.
Zookeeping criminology: het beschrijven van de eigenaardigheden van allerlei deviante groepen.
Kritische criminologie: het gaat om de politieke betekenis van het handelen van deviante groepen.
- Daarom dienen naast het handelen zelf, ook de cultuur en de structuur die de xontext van het
handelen bepalen object van onderzoek te zijn.
- Kritisch impliceert 3 dingen;
o Een handelings- of actieperspectief.
o Een reflexieve benadering van de criminologie als wetenschapsgebied.
o Het ter discussie stellen van de heersende maatschappelijke ongelijkheid, waar
criminaliteit uiteindelijk het gevolg van is.
The new criminology (kritische onderzoeksagenda):
- Eerst komt de politiek-economische context aan de orde waarin criminaliteit ontstaat.
o Hierbij nemen de eisen die een kapitalistische consumptie- en prestatiemaatschappij aan
verschillende groepen mensen stelt en die hen vastpinnen in bepaalde posities een
centrale rol in.
- Vervolgens wordt ingegaan op de omstandigheden waaronder gecriminaliseerde handelingen
worden gepleegd.
o Een deviant gedragsalternatief wordt gezien als een uitvloeisel van iemands positie in de
samenleving en zijn ‘duiding’ van haar eisen.
- Ten derde wordt het interactieproces waaronder iemand tot zijn deviante oplossingsstrategie
komt onderzocht -> hierbij gaat het met name om de rationaliteit van keuze- en
gedragsbeperkingen en -mogelijkheden die bepalen hoe iemand van een hypothetische keuze
om deviant te handelen tot feitelijk afwijkend gedrag komt.
- Ten vierde wordt nagegaan waarom sommige mensen kiezen voor deviantie en hoe anderen een
niet-gecriminaliseerd alternatief vinden om aan dezelfde externe problemen het hoofd te
bieden. En waarom er in een samenleving voor een specifieke strafrechtelijke reactie wordt
gekozen, terwijl er ook andere reacties denkbaar zijn.
- Daartoe wordt ten vijfde een politiek-economische benadering van de selectiviteit van het
strafrechtelijk systeem bij de analyse betrokken.
- Ten zesde komt de vraag aan de orde wat het gevolg is van de sociale reactie voor het verloop
van iemands criminele carrière.
- Ten zevende wordt uitgegaan van de aanname dat maatschappelijke structuren, gedrag en
sociale reacties zich in een dialectische verhouding tot elkaar ontwikkelen.
Passieve sociale controle: gaat uit van de impliciet doorgegeven zeden en gewoonten.
Actieve sociale controle: bestaat uit het afdwingen van bepaald gedrag door instituties als het strafrecht,
de psychaitrie of het onderwijs.
2
,Sociale controle:
- Formele en informele sociale controle.
o Afhankelijk van de procedure vastlegging van het soort ingrijpen.
- Publieke en particuliere sociale controle.
o Afhankelijk van het feit of zij wordt uitgeoefend door de overheid of door burgers /
particuliere instellingen.
- Reactieve en proactieve sociale controle
o Afhankelijk van de vraag of zij achteraf of vooraf plaatsvindt.
- Expliciete en impliciete sociale controle.
o Afhankelijk van de vraag of zij wordt afgedwongen of dat het om gedragsbeïnvloeding
d.m.v. overtuiging gaat.
- Buitensluitende en binnensluitende sociale controle.
o Afhankelijk van de vraag of de gedragsbeïnvloeding plaatsvindt door de deviant buiten
de maatschappelijke orde te plaatsen of juist door assimilatie op gerichte maatregelen.
- Sociale controle in de openbare ruimte of privésfeer.
Onderzoeksmethoden in de culturele criminologie:
- Etnografische methoden: staan voor langdurige, diepgaande participatie en observaties van de
door de onderzoeker bestudeerde personen.
o Mobiele etnografie: bestudeert de onderlinge bewegingen tussen twee locaties (sites).
o Etnografische discoursanalyse: wordt gebruikt om de overdracht van betekenis te
documenteren en te begrijpen. Het uitgangspunt is dat de betekenis van een boodschap
tot uitdrukking komt in allerlei manieren van informatie-uitwisseling.
- De visuele methode: richt zich op beelden en mediaconstructies.
Hoofdstuk 2
Soorten onderzoeksvragen
- Verkennende vragen: leidt tot exploratief onderzoek, exploratief onderzoek is
hypothesevormend van aard en wordt vaak uitgevoerd op terreinen waar de wetenschappelijke
kennis nog niet ver gevorderd is.
- Exploratieve vraagstelling: hierbij worden exploratieve enquêtes of exploratieve casestudy’s
uitgevoerd.
- Hoeveel- of hoe groot-vragen: worden het best beantwoord door een enquête of een
archiefonderzoek.
- Hoe- en waarom-vragen: zijn meer verklarend van aard en worden beantwoord middels
kwalitatief onderzoek, historisch onderzoek of een experiment.
o De reden hiervoor is het feit dat de antwoorden op deze soorten vragen eerder te
vinden zijn in verbanden over de tijd heen dan in het vaststellen van bepaalde
frequenties en aan- of afwezigheid van een fenomeen.
o Historisch onderzoek heeft geen of nauwelijks controle over het gedrag van
respondenten, wat gebeurd is is gebeurd.
3
, Onderzoeksdoel: formuleert in vage en algemene termen de relevantie van het te voeren onderzoek. het
verklaart ook waarom er onderzoek dient te gebeuren om deze vraag of dit probleem te begrijpen.
- Je vormt een onderzoeksdoel aan de hand van 2 vragen:
o Waarom doe ik dit onderzoek?
o Waarom is dit onderzoek belangrijk?
Redenen waarom mensen een bepaalde onderzoeksvraag kiezen:
- Intellectuele redenen: redenen die vanuit het wetenschapsbedrijf zelf aangedragen worden om
te kiezen voor een bepaald onderzoeksprobleem.
- Praktische redenen: hebben te maken met het doel dat de onderzoeker voor ogen heeft met zijn
onderzoeksvraag.
- Persoonlijke redenen: een thema raakt een onderzoeker en maakt dat hij er een intrinsieke
motivatie in vindt om over dat thema of naar die bepaalde vraag onderzoek te gaan doen.
Evaluatieonderzoek: het evaluatieonderzoek bekijkt niet alleen de praktijk en de eventuele gevolgen van
de praktijk maar heeft ook aandacht voor de planningsfase waarin het ideeëngoed over de nieuwe
aanpak tot stand komt.
Handelingsonderzoek / actieonderzoek: hier wordt onderzoek gedaan in nauwe samenwerking met de
onderzochten zelf.
Doelen Kwalitatief onderzoek
- Exploratief onderzoek: het doel van exploratief onderzoek is te komen tot inzichten op een
domein waar tot nu toe weinig over geweten is.
- Verklarend onderzoek: de onderzoeker kan in zijn onderzoek expliciet op zoek gaan naar het
ontdekken van oorzaken in de betekenisgeving van personen.
- Beschrijvend onderzoek: het aanleveren van een gedetailleerde beschrijving van een bepaalde
case die bestudeerd wordt.
- Emancipatorisch onderzoek: het doe van het onderzoek is een bijdrage te leveren in sociale actie
en de staving van het belang van het onderzoek moet dan ook mee daar gezocht worden.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper seanjansen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.