SAMENVATTING:
FAMILY LAW IN EUROPE
Taal: Nederlands
,Inhoudsopgave
Literatuur week I. .................................................................................................. 3
Literatuur week II. .. ............................................................................................ 17
Literatuur week III. ............................................................................................. 28
Literatuur week IV. ............................................................................................. 35
Literatuur week V. ............................................................................................... 50
Literatuur week VI. ............................................................................................. 60
Literatuur week VII. ............................................................................................ 64
LexRosa 2023 - Verspreiden niet toegestaan.
2
,Literatuur week I.
Civiele status en het vrije verkeer in de EU, Gerard-René de Groot/David de Groot
Wetgevende maatregelen met betrekking tot de bovengenoemde kwesties van de burgerlijke stand
kunnen worden gebaseerd op art. 81 VWEU. Dat klinkt hoopvol, maar de meeste verwachtingen
verdampen met het besef dat Art. 81, lid 3, bepaalt dat maatregelen op het gebied van het familierecht
met eenparigheid van stemmen moeten worden genomen. Verder is Denemarken niet gebonden aan
maatregelen genomen op grond van art. 81, terwijl Ierland bij elk voorstel op basis van dit artikel
beslissen of zij al dan niet willen meedoen. De achtergrond van deze bijzondere procedurele
behandeling van het familierecht is het feit dat lidstaten sterke bezwaren hebben tegen deze
problemen: sommige lidstaten zijn trots op hun regels die huwelijken tussen mensen van hetzelfde
geslacht toestaan, terwijl andere lidstaten regels hebben die deze huwelijken uitdrukkelijk verbieden.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat er tot op heden slechts één reguliere regeling was aangenomen
met relevantie voor de burgerlijke stand: Brussel IIbis. Maar zelfs in het kader van die verordening is
Denemarken niet gebonden. Verder is de verplichting om beslissingen over echtscheiding of scheiding
van tafel en bed te erkennen in de lidstaten die onder Brussel IIbis vallen, niet van toepassing op
vonnissen van rechtbanken van derde landen die in een andere lidstaat zijn erkend. De verordening
Brussel IIbis bevat geen collisieregels over de beëindiging van het toepasselijke recht op het gebied
van echtscheiding en scheiding van tafel en bad. (…) Op 21 juni 2012 is de Rome III-verordening in
werking getreden. (…) Alle lidstaten zijn partij bij het Haags Verdrag inzake de vrijstelling van
legalisatie van documenten.
Het HvJ-EU heeft al meerdere uitspraken gedaan over persoonsnamen. De twee belangrijkste zijn
Grunkin-Paul en Sayn-Wittgenstein. In Grunkin-Paul ging het om de toepassing van de Deense wet op
namen met betrekking tot een Duits kind in Denemarken. Bij de verhuizing naar Duitsland erkenden
de autoriteiten zijn naam niet omdat volgens het Duitse internationaal privaatrecht (IPR) het
nationaliteitsrecht, zijnde het Duitse, van toepassing had moeten zijn, terwijl volgens de Deense IPR-
regels het recht van de gewone verblijfplaats, zijnde Denemarken, van toepassing moet zijn. Het HvJ-
EU oordeelde dat: ‘in omstandigheden als die van het hoofdgeding artikel 20 VWEU eraan in de weg
staat dat autoriteiten van een lidstaat bij toepassing van het nationale recht weigeren de achternaam
van een kind te erkennen, zoals bepaald en ingeschreven in een tweede lidstaat waar die net als zijn
ouders alleen de nationaliteit heeft van de eerste lidstaat, geboren en woonachtig is sinds de geboorte.’
In Sayn-Wittgenstein ging het om de niet-erkenning door Oostenrijk van een naam die een adellijke
titel bevat die is verkregen door adoptie in Duitsland door een Oostenrijks staatsburger, omdat de
Oostenrijkse Grondwet dergelijke namen verbiedt. Het HvJ-EU oordeelde: dat een dergelijke
beperking van art. 21 VWEU is toegestaan als het gebaseerd is op het grondwettelijk recht van de
lidstaat en op voorwaarde dat de maatregelen die deze autoriteiten in dat kader nemen gerechtvaardigd
zijn om redenen van openbare orde. Hieruit kan worden afgeleid dat er een erkenningsplicht is van
een naam van een in een andere lidstaat gevestigde of gewijzigde persoon, behalve in gevallen
waarin dit in strijd zou zijn met de internationale openbare orde, grondwettelijke waarden
weerspiegelen.
(…) Alle andere lidstaten moeten die nationaliteit erkennen ondanks het feit dat zij geen
voorstander zijn van de regels van de eerste lidstaat die ten grondslag lagen aan de
totstandkoming van het pakket.
Voorbeeld 1: X, een mannelijke onderdaan van lidstaat A is onder toepassing van het recht van die
staat gehuwd met Y, een mannelijke onderdaan van een derde land. Ze adopteren Z buiten de EU in
staat B. Deze internationale adoptie wordt erkend in staat A. Vervolgens verhuizen X, Y en Z naar
lidstaat C, die tegen homohuwelijk en tegen adoptie door homoseksuelen is. Lidstaat C is wel
LexRosa 2023 - Verspreiden niet toegestaan.
3
, verplicht Z als Europees burger te erkennen. Wij willen echter opmerken dat dit de mogelijkheid
aanzienlijk beperkt om de afstammingsband voor andere doeleinden niet te erkennen door gebruik te
maken van de uitzondering van de internationale openbare orde.
Voorbeeld 2: X, een vrouwelijke onderdaan van lidstaat A is onder toepassing van het recht van die
staat gehuwd met Y, een vrouwelijke onderdaan van een derde land. Met behulp van geassisteerde
voortplantingstechnologieën baart Y een kind, Z. Overeenkomstig de wet van lidstaat A wordt X
automatisch beschouwd als een ouder van Z vanwege haar huwelijk met Y en wordt Z iure een
onderdaan van lidstaat A. Wanneer het gezin naar een lidstaat verhuist, C, dat geen homohuwelijken
kent en het gebruik van de voortplantingstechnologieën niet toestaat, is lidstaat C nog steeds verplicht
de nationaliteit van lidstaat A van Z (lees: het kind) te erkennen.
Met andere woorden, de lidstaat kan geen openbare orde gebruiken om de erkenning van de
verkrijging van de nationaliteit van een andere lidstaat door de betrokken kinderen te weigeren.
(…) zijn de betrokken kinderen Europese burgers. (…) In het licht hiervan concluderen we dat de
verplichting tot erkenning van de nationaliteit van een andere lidstaat het gebruik van de uitzondering
van openbare orde beperkt.
LexRosa 2023 - Verspreiden niet toegestaan.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LexRosa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.