Duidelijke en overzichtelijke aantekeningen van alle hoorcolleges van staatsrecht 2. Ook alle gebruikte powerpoints zijn overzichtelijk opgenomen in de aantekeningen.
Er verschillende wijzen om het begrip staat te
interpreteren. Wij hanteren vooral de juridische
benadering. Maar ook de andere 2 die op de sheet
staan zijn belangrijk.
Sociologisch-politicologisch = Feitelijke
machtsverhoudingen. Bijvoorbeeld: wie is er nou
echt de baas in de Tweede Kamer? De grootste
partij, de voorzitter? Etc.
Filosofisch = Waarom is er een staat? Waar dient de
staat voor? Is het rechtvaardig?
Je kan er ook nog anders naar kijken: Wat doet de staat?
De staat als ambtsorganisatie:
Er zijn heel veel ambten binnen een staat. Er ligt een spoor, er is onderwijs er is een belastingstelsel.
Er zijn dus allemaal voorzieningen in Nederland waarvan wij vinden dat die dingen goed geregeld
zijn. Er zijn allemaal verschillende ambten die voor deze aspecten moeten zorgen. De staat dat zijn de
dijken à Wij zijn niet ondergelopen, omdat er een organisatie is (de overheid) die ervoor zorgt dat er
dijken zijn.
De staat als rechtsorganisatie: Dit gaat over het feit dat er rechtspraak is, een wetgever en een bestuur.
De staat als vredesorganisatie: Dit idee zie je achter de vluchtelingenstroom. Er zijn heel veel
verschillende opvattingen over. Het is een taak voor de staat om ervoor te zorgen dat deze groepen
toch met elkaar door 1 deur kunnen.
In alle maatschappelijke vragen zitten elementen van staatsrecht. Deze vragen komen in dit college
aan de orde. Er is namelijk vaak een verbinding tussen de maatschappij en het staatsrecht.
Dia 4
Organisatierecht
Staatsrecht gaat over de drie staatsmachten en
functies
Welke staatsinstellingen zijn er en wat zijn de
onderlinge verhoudingen.
Omdat wij een machtenscheiding hebben
bemoeit de rechter zich niet zo snel met de
andere twee staatsmachten. Bij vragen over
hoe je dit organisatierecht (bijvoorbeeld: wat
is de rechtspositie van een
volksvertegenwoordiger) moet uitleggen moet
je eigenlijk dus ook niet bij de rechter zijn.
2
,Met deze vragen moet je naar het orgaan zelf gaan. Het zijn de betrokken actoren zelf die hun
eigen bevoegdheden en rechten uitleggen. Maar als je politieke organen hun eigen regels laat
maken, dan gaat het politieke element ook meteen een veel grotere rol spelen.
VB: mevrouw Verdonk had geen vertrouwen meer, maar ze kwam gewoon weer terug in de
Tweede Kamer. Ze zei dat ze een andere portefeuille had. Dit werd dus uitgevochten binnen
de Kamer zelf, via de politiek.
Je bent dus voortdurend bezig met het scheiden van politiek en staatsrecht.
Grondrechten
Staatsrecht gaat naast het organisatierecht ook nog over de grondrechten (fundamentele
rechten van burgers). De mensen die zich met grondrechten bezig houden, houden zich vaak
niet bezig met het organisatierecht, en andersom. Grondrechten gaat over de verhouding
tussen de staat en het individu. De rechter zegt mbt deze problematiek wel vaak dat ze het niet
eens zijn met de andere machten. Bij de grondrechten is er dus veel meer bescherming van het
individu, terwijl er bij het organisatierecht veel meer gaat over de overheid als geheel (macht)
Dia 5
De laatste vraag is: Wat houdt een staat
bijeen / wat maakt de staat tot 1 staat?
Het klassieke antwoord is: het
algemeen belang. We willen allemaal
dat het goed gaat met het land (res
publica). Dit begrip is ontzettend breed,
waardoor je er niet echt meer van kunt
zeggen dat dit het bindende element is.
Wat is dan een ander samenbindend
element? De nationale staat (natie). We
hebben een Nederlandse cultuur. We hebben dezelfde normen en waarden. We willen
allemaal deze tradities beschermen tegen invloeden van buiten. Maar de staat verandert
continu. Je kunt dus niet alles beschermen. Dit idee als samenhangend element is dus ook niet
het juiste. Je zou op grond hiervan namelijk kunnen zeggen dat je heel Nederland wil
beschermen tegen mensen die ‘anders’ zijn. Uit dit idee is onder andere WO2 ontstaan.
Rechtsstaat / democratie à is dit dan het bindende element? Dit zou je zo kunnen zeggen.
Maar ook hier is niet alles mee gezegd.
3
, Dia 6
Wanneer is een land een rechtsstaat:
Legaliteitseis, machtenscheiding,
onafhankelijke rechter, grondrechten. Dit
zijn de klassieke elementen van een
rechtsstaat. Maar waarom zijn nu juist deze
elementen zo belangrijk? En op welke
manier proberen deze elementen nou iets te
beschermen?
Men zegt dus ook wel dat het niet deze
elementen zijn die iets tot een rechtsstaat
maken, maar dat de gedachten achter deze
beginselen iets tot een rechtsstaat maken.
Deze elementen zijn dus middelen om de achterliggende gedachte te bereiken, zoals
bescherming van het individu tegen de overheid (grondrechten), vrijheid van burgers
beschermen door de macht niet bij 1 orgaan te leggen (machten scheiding).
Tegengaan van willekeur en machtsmisbruik en op die manier het beschermen van waarden
van burgers. Maar hoe doe je dit dan?
Kern van de rechtsstaatidee: Door in de rechtsstaat ook de overheid zelf aan het recht te
binden.
De eerste 3 elementen zijn eigenlijk hele procedurele elementen, dit zegt niks over de
achterliggende waarden. Dit is ook eigenlijk de zwakte van de rechtsstaatidee. Want er wordt
alleen gezegd wat de overheid niet moet (niet bemoeien met de andere machten). Er wordt
niet gezegd wat de overheid dan wel moet.
Dia 7
De staat is soeverein naar buiten: VB:
Duitsland mag zich niet met
Nederland bemoeien.
De staat is ook intern soeverein: het
gaat om dat wat het recht zijn gelding
verschaft: de geldingsbron van het
recht.
Waarom gelden die regels nou?
Omdat het van de soeverein
(overheid) komt. Maar:
Als de soeverein de bron is van het
recht, is de soeverein dan zelf ook
aan dit recht gebonden? Als je
logisch redeneert dan zou je zeggen
van niet: de soeverein kan ook ergens
anders weer gelding aan geven. Het
zou namelijk gek zijn als een soeverein zichzelf zou binden, want dan kan hij zichzelf ook zo weer ‘ontbinden’.
De soevereiniteit is dus problematisch als je er met het rechtsstaatidee naar kijkt (gebonden aan eigen recht). Er
is dus spanning tussen de soevereiniteit en de rechtsstaat.
Vanuit die rechtsstaatidee hebben filosofen geprobeerd om die soevereiniteit vast te leggen. Ze gaan dus
redeneren waarom er een overheid is à een soort startdocument van de staat.
Bijvoorbeeld bij contractsfilosofen waarbij het volk de soevereiniteit heeft (Locke), volkssoevereiniteit. De
constitutie is dus een soort startdocument waarin burgers de staat oprichten en van bevoegdheden voorzien.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marlotte_xx. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.