PIMV03 Koesignalen
In dit document staan alle antwoorden op de vragen van al die kloteboekjes. Dit was echt tering
veel werk dus als ik jou was zou ik dit mooi kopen. Onderin dit document staat ook nog een
samenvatting dus mooier gaat het zeker niet worden!
Vragen over “Doel: melkkoeien produceren”
Groei en ontwikkelingsfasen
1. Beschrijf zo goed mogelijk wat het doel is van jongveeopfok
Jongveeopfok kan beter ‘melkkoeienopfok’ heten. Het doel is immers om een melkkoe te
produceren die in staat is om 6 lactaties en langer optimaal melk te geven, snel drachtig wordt en
geen gezondheids- of andere problemen krijgt of veroorzaakt.
Dit moet je allemaal specificeren in concrete doelen waarop je vervolgens stuurt. Daarnaast werk
je met doelen voor de verschillende delen van de opfok, zoals biestopname, gewicht en
krachtvoeropname bij spenen, gewicht op 13 maanden, diarree en luchtwegproblemen en
klauwgezondheid.
2. Wat levert een goede opfok op
Een vaars die:
• Probleemloos een gezond (fok)kalf brengt
• Afkalft op 22-24 maanden leeftijd
• Na afkalven meer dan 580 kg weegt (HF)
• 100% gezond is en weerstand heeft, o.a. door vaccinaties
• Vertrouwd is met de stal, voer, vloer, voerhek en ligboxen en zich weet te handhaven in de
melkveekoppel.
Een optimale huisvesting en goede voeding leggen hiervoor de basis. Maar succes ontstaat vooral
uit goede uitvoering en juiste werkwijzen.
3. Uit welke 7 levensbehoeften bestaat de koesignalendiamant
• Gezondheid
• Voer
• Water
• Licht
• Lucht
• Rust
• Ruimte
4. Uit welke posten zijn opfokkosten voor jongvee opgebouwd
• Ruwvoer (gewaskosten, loonwerk, pacht, alle eigen arbeid)
• Arbeid (alleen eigen arbeid)
• Huisvesting (gebouwen)
•
• Veekosten (gezondheidszorg, KI, rente, uitval, overig)
• Melk, melkpoeder, krachtvoer
• Water + stroom
5. Wat zijn de 2 grootste kostenposten
1. Ruwvoer (€ 583,00 euro)
2. Arbeid (€ 470,00 euro)
6. Kosten jongveeopfok
• Ruwvoer bedraagt €583,00 euro
• Arbeid bedraagt €470,00 euro
• Huisvesting bedraagt €291,00 euro
• Veekosten bedraagt €230,00 euro
• Melk, melkpoeder, krachtvoer bedraagt €165,00 euro
• Water + stroom bedraagt €27,00 euro
,7. Wat is een nuchter kalf?
- Een pas geboren kalf heet een nuchter kalf (NUKA). Een kalf neemt in deze periode van NUKA
zijn nog geen ruwvoer op.
8. Wat is het gewicht van een nuchter kalf?
- 40 kilogram
9. Hoeveel gram moet een kalf per dag minimaal groeien om op 8 weken gespeend te
kunnen worden?
- Een kalf moet minimaal 80 kilogram wegen op spenen. 80 – 40 (geboorte gewicht) = 40 kilogram
groei nodig. (8 weken * 7 dagen in de week) = 0,714 kilogram groei per dag, dus 714 gram
groei per dag.
10. Waar hangt het vanaf of een kalf gespeend kan worden?
- Voor spenen moet het kalf minstens 2 kilogram krachtvoer per dag opnemen en volop eten van
het ruwvoer dat het na het spenen krijgt.
11. Hoe zwaar moet een pink zijn bij de eerste inseminatie? (noteer tevens de borstomvang
en de kruishoogte)
- Een pink moet dan een gewicht hebben van 370 tot 390 kilogram. Dit met een borstomvang van
165 cm en een kruishoogte van 130 cm.
12. Op welke leeftijd moet een pink drachtig zijn om een ALVA van 24 maanden te halen?
- Een pink moet dat worden geïnsemineerd zijn op uiterlijk 15 maanden leeftijd. Dan kan een pink
de ALVA halen van 24 maanden.
13. Wat moet het gewicht zijn van een vaars na afkalven? Noteer ook de borstomvang.
- Een vaars moet een gewicht hebben van 580 kilogram. Met een borstomvang van 190 cm.
14. Teken een tijdbalk van de geboorte van een kalf t/m het afkalven op 24 maanden. Deel
de tijdbalk op in zeven periodes.
Periode Leeftijd Gewicht Risicomoment
1. afkalven Dag 0 40 kg De geboorte. Een goede start van de
opfokperiode vraagt om een vlotte
geboorte en schoon ter wereld komen.
2. de eerste dagen 0-3 dagen 40 kg
3. melkdrinken 3 dagen- 8 40-80 kg De eerste twee maanden: zorgfase. Erg
weken kwetsbaar, moet worden voorbereid op
spenen.
4. spenen 2 mnd 80 kg
5. groeien 2-7 mnd 80-210 kg
6. drachtig krijgen 7-13/15 mnd 210- Acht maanden tot dracht. Het kalf wordt
370/390 kg sterker, gereguleerde groei.
7. dracht 13/15 – 22/24 350 – 580
mnd kg
15. Noem een aantal risicomomenten tijdens de opfok en licht ze toe.
- Zie tabel hierboven
16. Welke kengetallen op de MPR-uitslag kun je gebruiken om een indruk te krijgen van de
jongveeopfok?
• Afkalfleeftijd vaarzen
• Lactatiewaarde (lw)
• BSK (Bedrijf Standaard Koe)
17. Wat is jouw eerste indruk van de jongveeopfok op basis van de MPR-uitslag op de
wikiwijs pagina en waar is die indruk op gebaseerd?
, • Leeftijd van afkalven is 2.01 jaar (27 maanden), dit is wel aan de hogere kant. Het
gewenste is een leeftijd van 22-24 maanden. Eerder insemineren van de pinken kan een
begin zijn om dit getal beter te krijgen.
• De vaarzen hebben de hoogste lactatiewaarde. Dit is heel goed want dan zijn de vaarzen
de best producerende groep ten opzichte van het bedrijf. Dit zegt iets over de opfok, dat de
opfok goed is verlopen.
• De BSK is bijna gelijk aan dat van de oudere koeien. De BSK is goed en gemiddelde dus
er kan weer afgeleid worden dat de opfok goed was.
Manier van werken
18. Wat verstaan we onder protocollen en wat is het nut hiervan?
- Protocollen zijn op papier vastgelegde werkzaamheden. Door een protocol kan makkelijk en
duidelijk gezien worden wat er gedaan moet worden. Er kan dus door meerdere personen een
bepaalde werkzaamheden worden uitgevoerd. Door een protocol wordt dit door iedereen hetzelfde
gedaan en zijn er geen wisselingen. Dit is bij jongveeopfok heel belangrijk!
19. Teun Schermerhorn zegt in het artikel “Discipline voor de jeugd” aan dat de opfok er op
gericht moet zijn zo weinig mogelijk wijzigingen te laten samen vallen. Waarom is dat zo
belangrijk.
- Dit geeft te veel risico op een dip in de groei van het kalf.
20. Welke praktische tip zou je thuis, of op een bedrijf wat je goed kent, toe kunnen passen
en welke verbetering verwacht je daardoor?
- Kalveren lager op stro houden = meer groei in maand 3 tot 6 in plaats van de kalveren dan op
roosters houden.
- Borstomvang meten = meer inzicht krijgen in de groei van jong kalf en moment van insemineren.
21. Een veehouder speent zijn kalveren op een gewicht van 80 kg terwijl ze dagelijks 2 kg
krachtvoer vreten en volop hooi vreten. Na 3 dagen worden de kalveren in een nieuwe
groep geplaatst waar ze een frisse en goede graskuil krijgen gevoerd naast volop vers
water. Toch blijkt bij het meten van het jongvee dat de dieren na het spenen een dip krijgen
in de groei. Waardoor wordt deze dip mogelijk veroorzaakt?
- Doordat er een te grote overgang is. Er wordt gewisseld van groep, nieuwe voer en water. De
kalveren krijgen geen brok meer = minder energie om te groeien = groei valt tegen. In het ruwvoer
zit niet voldoende energie of niet de juiste samenstelling = minder energie om te groeien door
ander voer = groei valt tegen.
22. Welke 4 bronnen van besmetting zijn er voor kalveren en hoe kun je besmetting via
deze bronnen zo goed mogelijk voorkomen?
1. Andere kalveren: vooral oudere en zieke
2. Hokjes die geen reiniging, ontsmetting en leegstand gehad hebben
3. Verontreinigde melk en voer
Voedingsmateriaal dat niet schoon is of door andere kalveren wordt gebruikt
4. De moeder en de bedding in het afkalfhok
5. Mensen die kalveren verzorgen: hun handen, kleding en schoeisel
23. Welke belangrijke controles kun je uitvoeren om je werkwijze te controleren en wanneer
voer je deze controles uit?
• Temperatuur kalvermelk: 40-42 graden Celsius. Dit controleer voordat de kalveren melk
verstrekt krijgen.
• Biestopname
• Reiniging, onderhoud en vervanging van slangen (drinkautomaat)
• Kalibreren van apparaten
• Opname drinkautomaat: elke dag minimaal 1 keer
• Kiemgetal biest en melk: neem een monster van de biest en de melk die gevoerd wordt.
, Vragen over "De geboorte en eerste levensdagen"
Lees uit het boek “Jongveesignalen” blz. 14 t/m 17 en lees en bekijk bij het deel “zorg rondom
afkalven” op wikiwijs de artikelen en filmpjes
Zorg rondom het afkalven
1. Noem drie nadelen van een koe die afkalft met een conditiescore van 4 of hoger.
-Meer kans op ketose
-Meer kans op zware geboorte
-Tijdens opstarten lactatie kan de koe te veel lichaamsvet verbranden
2. Waar moet je op letten bij introductievaarzen voor het afkalven?
-Andere voerbehoefte dan droge koeien
-Vaarzen hebben vaker afkalfproblemen, afkalven duurt langer en ze zijn onrustiger
-Met ruime huisvesting, weinig groepsverandering, voldoende eetplaatsen, goede BCS (3,0-3,5)
plus een pinkenstier en/of vrouwelijk gesekst sperma voorkom je heel veel afkalfproblemen.
3. Hoeveel afkalfruimtes (-hokken) moeten er minimaal zijn bij 100 koeien, en waarom?
-Met 110 koeien heb je gemiddeld 2 afkalvingen per week, dus moeten er minimaal 2 afkalfruimtes
aanwezig zijn.
4. Hoe ziet de ideale afkalfstal eruit en aan welke eisen moet deze voldoen?
-Minstens 5,0 x 5,0 m
-Koe moet vast kunnen met een halster
-Laat de koeien die in de afkalf zijn contact houden met de koppel genoten
-Zet nooit zieke of kreupele koeien, of twee koeien tegelijk in de afkalfruimte
5. Waarom is hygiëne zo belangrijk rondom het afkalven zo belangrijk?
-Voor de weerstand van het kalf. Hoe schoner het afkalfhok, hoe minder een kalf in aanraking
komt met ziektekiemen. Hierdoor kan de biets beter zijn werk doen en wordt een kalf minder snel
ziek en dus beter groeien.
-Door een goede hygiëne is er minder kans op ontsteking bij de geboorte weg
6. Waarom is het belangrijk dat mest en nageboorte verwijderd is, voordat een nieuwe koe
afkalft in het afkalfhok?
-Door de mest en nageboorte kunnen er bacteriën en ziektekiemen over worden gedragen aan de
volgende koe of kalf.
7. Wat voer je de koeien in de afkalfstal?
-Voer wat ze in de droogstand gewend zijn
Lees uit het boek “Jongveesignalen” blz. 18 t/m 22 en lees en bekijk bij het deel “biestmana
gement” op wikiwijs de artikelen en filmpjes
Biestmanagement
8. Wat zijn de vijf succesfactoren voor biest met veel immunoglobulines (antistoffen)
- 1. Gekalfde koe direct melken
2. Geen stress in de laatste week: sociaal, hitte, te weinig lig- of eetplaatsen, weinig voer enz.
3. Voldoende eiwit in het rantsoen: 1.500 gr/koe/dag
4. Droogstand van 28 dagen of langer
5. Niet melken of melklekken voor afkalveren
6. Vaccinatie
9. Teken een grafiek met de opnamecapaciteit van afweerstoffen door de darmwandcellen
van het kalf in de eerste 24 uur en teken in dezelfde grafiek een lijn die het % afweerstoffen
in de biest na het afkalven aangeeft.