Testen MSA - Welke anatomische structuur test je? Welke beweging maak je en wat zegt dit je? Welke vragen stel je aan de cliënt tijdens het uitvoeren van de test?
CWK (= CERVICAAL WERVELKOLOM)
Testnaam Doel Uitvoering Interpretatie
AROM/PROM Mobiliteit testen Flexie, extensie
Lateroflexie
Rotatie (2D/3D)
PA druk Pijnprovocatie Maak met de ene hand een V met je wijs- en middelvinger en plaats deze aan beide Positief als: de patient pijn ervaart of de testen
kanten van de proc. spinosi. Plaats je andere hand boven de ene hand en geef druk bij de herkenbare klachten provoceert.
elke wervel.
Test van Romberg Neurologisch, Voeten tegen elkaar (30s stilstaan), ogen sluiten (1 min) Positief als: pt. met ogen open wel kan staan
evenwicht (ataxie) maar gesloten ogen niet
Negatief als: pt met ogen open en dicht stil kan
blijven staan of beide niet kan blijven staan
Test van Babinski Neurologisch: upper Breng een puntig object vanaf de hiel via laterale kant van voet naar de grote teen. Positief als: disturbance of the pyramidal system
motor neuron laesie either from structural damage or temporary
disturbance due to epilepsy or intoxication ->
This is a pathological reflex and is characterized
by extension of the big toe and abduction of the
other toes which is also called the fan sign or
signe de Levante
Negatief als: voet doet grijpbeweging van tenen
(flexie)
Cluster Wainner Je brengt door middel Upper-Limb Tension Test (ULTT): voor plexus brachialis en de n. medianus: een Positief als: 3 positieve test uit 4 van de test
- Spurling van druk, compressie negatieve test sluit nekpijn graad III uit → ruglig, druk zijde, abductie 110 ◦ en externe geeft een grote waarschijnlijkheid dat er sprake
- Distractie aan op bepaalde rotatie > supinatie onderarm -> strek pols en vingers en strek langzaam de elleboog. is van een cervicaal radiculair syndroom
- Actieve rotatie zenuwen wat Iets loslaten spanning en patient nek zijwaarts buigen -> bevestiging belasting
- ULTT kenmerkende klachten zenuwletsel. Positief als:
geeft voor de cliënt Spurling test: vraag patient nek zijwaarts te buigen naar aangedane zijde en oefen ULTT: reproductie pijnscheuten in de arm of
waardoor je de nekpijn tintelingen
overdruk van 7kg.
kan diagnosticeren. Spurling test: als de patient meer pijn in zijn arm
Tractie/distractietest: kan alleen bij uitstralende of brandend/tintelend gevoel in de
- Vaststellen heeft.
arm. Tractie/distractie test: als de pijn in de arm
graad 3
Cervicale rotatie: draai het hoofd naar de aangedane zijde. vermindert.
nekpijn
Cervicale rotatie: rotatie minder dan 60 ◦, 80 ◦ is
gemiddeld bij bevolking.
Myotomen Krachttest Testen moeten vergeleken worden met de niet-aangedane kant: Positief als : veranderingen in spierkracht
C4/5 : Pt zitten positie armen abduceren tot 90 ◦, oefen neerwaartse druk uit op binnen een specifiek myotoom ( kunnen helpen
armen. het pathologische discus niveau te
C5/6: Biceps brachii (24% Sn, 94% SP)buig onderarm tot 90 ◦ , pt biedt weerstand op identificeren.)
uitgeoefende strekking kracht
C5/6: pols strekkers (12%sn,90%sp) pt geprononceerde onderarm op tafel, plaats een
gesloten vuist in lichte extensie en oefen pols flexie kracht uit.
C6/7: triceps brachii (12% Sn, 94% Sp)
buig pt onderarm tot 90 ◦ vraag pt kracht uitoefenen op uitgeoefende flexiekracht.
, C6/7: polsflexoren (6% Sn, 89% Sp) pt onderarm in supinatie op tafel plaats een
gesloten vuist in lichte flexie en oefent kracht uit om pols te strekken.
C7/C8: abductor pollicis (6% Sn, 84% Sp)
ondersteun supinerende onderarm pt en open hand en pt verzet tegen adductie van
de duim.
T1: dorsale interosseus (3% Sn, 93% Sp) klem vingers tussen de vingers van pt en
vraag zo hard mogelijk te knijpen.
Reflexen Perifeer neurologisch Biceps reflex: C5-C6 Gradaties
- Biceps onderzoek SN 24%, SP: 95% 0 = geen reactie, wat altijd abnormaal is
- Triceps radiculopathie - Buig, terwijl de patiënt ligt, de onderarm lichtjes, 1+ = lichte maar zeker aanwezige reactie, die al
- Brachialis palpeer de bicepspees en tik er krachtig op met dan niet normaal kan zijn
een reflexhamer. 2+ = snelle reactie, die gewoonlijk als normaal
- wordt beschouwd
Tricepsreflex: C7 3+ = zeer snelle reactie, die al dan niet normaal
- Breng de arm van de patiënt in lichte abductie en kan zijn
met de ontspannen onderarm vrij hangend. Om 4+ = clonus, die altijd abnormaal is
de tricepsreflex op te wekken, tikt u op de pees
proximaal van het olecranon. Positief als: er niks van beweging plaatsvindt na
- het slaan van de hamer op de pees
Dermatomen Sensibliteitstest Vragen naar verschil terwijl over wrijft/kwast
gaat
Perifeer neurologisch
onderzoek Positief: als niet voelt of verschil voelt
- radiculopathie
, SCHOUDER (ART. HUMERI)
Testnaam Doel Uitvoering Interpretatie
AROM/PROM Mobiliteit art. glenohumeraal Anteflexie/retroflexie/ Anteflexie: 90-100
Exorotatie/endorotatie Retroflexie: 60
Abductie/adductie Exorotatie: 90
Endorotatie: 90
Abductie: 80-90
Adductie: 75
Lift off test Subscapularis Staat, hand achter rug van zich afduwen. Positief als: niet in staat hand van de rug
te tillen.
Drop sign Supra- en infraspinatus Staat of zitten, aangedane arm 90 ◦ abductie en passieve externe rotatie . patiënt moet Positief als: pt niet gecontroleerd de arm
vasthouden kan laten zakken
Lag sign Infraspinatus Staat, arm 90 ◦ abductie en 90 ◦ flexie. Exorotatie tot eind en pt moet houden. Positief als: pt positie niet kan houden
(en naar voren beweegt)
Bear hug Subscapularis Staat, hand aangedane zijde op tegenovergestelde schouder, elleboog. 90 ◦ hoog. Positief als: pt hand niet op schouder
Therapeut hand onder patient hand. duw hand van schouder. houdt. of herkenbare pijn aangeeft.
Full can Supraspinatus zit/staan, 90 ◦ buigen in scapulaire vlak. neerwaartse druk uitoefenen op pt . Positief als: pt klaagt pijn schouder in
deltagebied of bij zwakte.
Empty can Supraspinatus zit/staan, armen opgetild in scapulaire vlak duimen naar de vloer wijzen. neerwaartse Positief als: door zwakte en/of pijn in
druk uitoefent op pt aangedane arm.
Pianotoets- AC-gewricht, toss Positief als: na het drukken van het
fenomeen clavicula craniaal als terugveert als een
pianotoets.
Translatie/ AC-gewricht
compressie
Pin point test AC-gewricht
Hyperabduction Kapsulaire mobiliteit inferieur zittend , schoudergordel op sleutelbeen ,schouderblad stabiliseren. arm passief in Positief als : schouderabductie > 105 ◦
test horizontale abductie naar eindbereik brengen.
Horizontale Kapsulaire mobiliteit anterior Beweeg de arm in 90 ◦ abductie en dan richting retroflexie. positief als: pijn ervaart of laxiteit
retroflexie test
Horizontale Kapsulaire mobiliteit staan/zitten, arm 90 ◦ flexie, maximale horizontale adductie uitvoeren Positief als: pt pijn aangeeft bovenop
adductie test posterior schouder, ac joint.
Stenvers testen Sternoclaviculair gewricht, - Axillaire haarlijn: arm passieve anteflexie. Beoordeel of axillaire haarlijn in lijn Positief als:
acromioclaviculair gewricht is met inferieure hoek scapula. AH: als de kanteling van scapula beperkt
en glenohumeraal gewricht - Clavicula test: vingers op clavicula en schouder (v-grip) > passieve anteflexie als inferieure hoek achter aH-lijn blijft.
en scapulothoracale gewricht. terwijl clavicula beweging palpeert CR: zitten, als clavicula afwijkt van
- CTO rotatietest: zit en therapeut staat posterolateraal aan de te onderzoeken normale beweging tijdens flexie, namelijk
kant. Palpeer C7 en plaats de duim contralateraal van de geteste schouder elevatie en voorwaartse rotatie tot
ongeveer 45 ◦ flexie, en beweegt naar