Staatsrecht
Week 1
De 4 kenmerken van een staat,
> de staat heeft een grondgebied
> de staat heeft een bevolking
> sprake van uitoefening van macht of gezag
> erkenning van een staat door andere staten
Koninklijk besluit, afkomstig van de regering
Wat is staatsrecht?
Het omvat al het geldende recht inzake de inrichting van de overheidsorganisatie en haar
machtsuitoefening.
De 4 uitgangspunten van de rechtsstaat,
< legaliteitsbeginsel
< machtenscheiding
< onafhankelijke rechter
< waarborging grondrechten
1. Legaliteitsbeginsel
elke overheidsoptreden moet op een wettelijke grondslag berusten
2. Machtenscheiding
de trias politica, scheiding der machten gebaseerd op de leer van montesquieu, wetgevende
macht, uitvoerende macht en rechtsprekende macht.
3. Onafhankelijke rechters
onpartijdige en onafhankelijke instantie, de rechter toetst het optreden van beide
staatsmachten op rechtmatigheid niet op doelmatigheid
4. Waarborgen van grondrechten
klassieke en sociale grondrechten, grondrechten scheppen een staatsvrije sfeer, zij bevatten
onthoudingsverplichtingen voor de overheid.
Week 2
Monarchie
- koning als staatshoofd, erfopvolging art. 24 grondwet, meer symbolisch van aard, een
eenheidsstaat.
Constitutioneel
- de staatsvorm is in de grondwet vastgesteld.
Ministeriële verantwoordelijkheid
- de koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk art. 42 lid 2 grondwet
Begin van het koningschap
* begin van koningschap art. 24 grondwet
*het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van de constitutionele stamvaders
van het Nederlandse vorstenhuis, koning Willem 1
, eindiging van koningschap
art. 27 grondwet, abdicatiemogelijkheid, afstand van koningschap regels in voorgaande artikelen zijn
van overeenkomstige toepassing.
art. 28 grondwet, toestemmingswet huwelijk koning en troonopvolgers vereist toestemming bij wel
lid 1 & 2. Dood van koning en ontbreken van opvolger is ook einde koningschap
functie van koning
staatshoofd, vertegenwoordiging nl staat in binnen- en buitenland, koning heeft daarnaast eigen
bevoegdheden. Art. 41 grondwet
lid van de regering, belangrijkste taak, nemen van koninklijk besluit is besluit van de regering, besluit
van koning tezamen met 1 of meer ministers of staatssecretarissen
art. 47 grondwet, kenmerkend voor de koning als lid van de regering dat de koning altijd tezamen
met één of meer ministers/staatssecretarissen besluit = contraseign
ministeriële verantwoordelijkheid
de koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk, art. 42 lid 2 GW. De koning kan niet
strafrechtelijk worden vervolg. Dit heeft betrekking op de koning als staatshoofd, particulier en als
deel van de regering de koning staat niet boven de wet.
Vertrouwensregel
ongeschreven staatrechtelijke rechtsregel, het vertrouwen wordt verondersteld, tot het tegendeel
blijkt. Houdt in dat een minister, staatssecretaris of heel kabinet ontslag hoort aan te bieden als
kamer vertrouwen in hen verliest. Een motie van wantrouwen is de mededeling van een
meerderheid van de kamer dat men ernstige kritiek heeft op het gevoerde beleid van hen.
Regering
art. 42 en 47 grondwet, zijn de koning en ministers. Uitvoerende macht, het kabinet zijn de ministers
en de staatssecretarissen. Regering wordt gekozen door verkiezingen voor de 2 e kamer.
Ministers
ministers met portefeuille staan het hoofd van ministerie. Zijn lid van politieke partij. Worden
benoemd en ontslagen bij koninklijk besluit art. 43 GW. Zijn rijksdiensten die bepaalde
overheidstaken uitvoeren. Staatssecretaris is tijdelijke vervanger als minister afwezig is. ministers zijn
verantwoordelijk voor hunzelf, doen en laten van de koning, besluiten ministerraad en ondergeschikt
Staatssecretaris
plaatsvervanger van minister, verantwoord afleggen aan staten -generaal, krijgt aanwijzingen van
minister.
ministerraad
art. 45 GW, de ministerraad wordt gevormd door ministers. Minister -president is voorzitter, heeft
geen leidinggevende functie binnen zijn raad. Zelfstandig orgaan geen hiërarchische verhouding met
andere ambten. Ministerraad beraadslaagt en besluit over algemeen registerbeleid en bevorderd de
eenheid van dat beleid. Regelement van orde voor de raad van ministers: meerderheid van de
stemmen, geen lid van mag handelen tegen een besluit van de raad, ministers zijn ten aanzien van de
besluitvorming verplicht tot geheimhouding.