HC 9 – Culturele overwegingen in pro Justitia-rapportages
Rapportage pro Justitia
Vraagstelling pro Justitia
- Lijdt onderzochte aan een psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of
verstandelijke handicap?
- Hoe was dit ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde?
- Beïnvloedde de eventuele stoornis onderzochtes gedragskeuzes en gedragingen ten
tijde van het tenlastegelegde?
- Zo ja, kunt u dan gemotiveerd aangeven a) op welke manier dat gebeurde, b) of dit
leidt tot het advies om het tenlastegelegde in een verminderde mate dan wel in het
geheel niet toe te rekenen.
- Risico op recidive? Welke interventies kunnen het recidiverisico beperken? Binnen
welke juridische kaders kunnen deze gerealiseerd worden?
Dit onderzoek is complex, want de onderzochte heeft een groot belang bij het onderzoek en
kan liegen.
Ambulant onderzoek Niet geobserveerd, maar thuis bezocht
- Enkelrapportages Psycholoog óf psychiater
- Dubbelrapportages Zowel een psycholoog als psychiater
- Tripplerapportages Psycholoog, psychiater en milieurapporteur (levensloop in
kaart brengen)
Klinisch onderzoek Iemand verblijft ergens ter observatie, bv Pieter Baan centrum. Hier
zijn veel meer mensen betrokken bij het onderzoek (somatisch en neurologisch
onderzoek bijvoorbeeld).
Jaarlijks zo’n 4000 rapportages bij volwassen verdachten. Het advies wordt vaak door de
rechter gevolgd, en heeft dus belangrijke consequenties voor de uitkomst van het strafproces.
Cultuur en migratie in pro Justitia-onderzoek
Culturele aspecten zijn onmiskenbaar onderdeel van menselijk contact, en dus ook bij pro
Justitia onderzoek. Bijvoorbeeld wel of niet aankijken tijdens een gesprek: dit kan cultureel
bepaald zijn (ik ga ervan uit dat iemand je blijft aankijken, maar geldt niet voor iedereen).
Cultuur geeft betekenis aan zaken als een begroeting of oogcontact. Iedereen heeft een eigen
cultureel kader waarmee hij/zij dingen beoordeelt.
Voorbeeld: G., woonde ruim 5 jaar in Nederland. Verkrachte op klaarlichte dag onderaan een
flat een random 60-jarige vrouw, die uiteindelijk overleed aan verwondingen. Hij glimlachte
veel tijdens het onderzoek, gek. Vertelde weinig. Deze aspecten kunnen verband houden met
culturele achtergrond. Misschien heeft het glimlachen een hele andere reden.
Daarnaast verschilt ook de manier waarop psychiatrische aandoeningen tot uiting komen heel
erg per cultuur. Ziek en gezond is cultureel bepaald (bv stemmen horen is in sommige
culturen normaal en in anderen niet).
33
,In de strafrechtketen heeft een substantieel deel van de verdachten een migratieachtergrond.
- 76,9% heeft geen migratieachtergrond
- 23,1% heeft een migratieachtergrond, 10,1% Westers
Personen met een Antilliaanse en Marokkaanse achtergrond worden vaker verdacht van een
misdrijf dan Nederlandse verdachten. In detentie zie je dat 63,2% een migratieachtergrond
heeft. Ook in Forensische Psychiatrische Centra is 71% niet in Nederland geboren.
Competenties rapporteur
Een rapporteur moet onafhankelijk opereren.
Kernelementen pro Justitia onderzoek:
- Biografische anamnese Hier moet de rapporteur letten op culturele kenmerken!
- Werkrelatie Contact kan bijvoorbeeld moeilijk zijn wanneer er een tolk bij is,
vertrouwelijkheid. Ook non-verbale communicatie erg belangrijk. De
rapporteur moet hier rekening mee houden in het contact.
- Diagnose Diagnostische criteria zijn veelal westers geformuleerd. Een IQ lager dan
85 kwam vaker voor bij verdachten met een migratieachtergrond: komt niet
omdat ze minder slim zijn, maar het testmateriaal is niet bekend bij hun
cultuur. Bv een tolk was nodig om de test te vertalen: dat mag eigenlijk niet!
- Toerekeningsvatbaarheid, risico en sanctie Spelen culturele overwegingen hier een
rol in? Heeft Laura naar gekeken in proefschrift.
Bevindingen:
- Rapporteurs hadden vaak aandacht voor culturele en migratie-gerelateerde factoren,
maar alleen in de biografische anamnese. Soms ook bij diagnostiek, maar vooral bij
acculturatieproblematiek (moeite om aan te passen aan nieuwe context).
- Geen (grote) verschillen in mate van toerekenen
- Geen (grote) verschillen in prevalentie van stoornissen (wel wat verschillen in het
soort stoornis dat werd vastgesteld, bijvoorbeeld vaker een IQ van lager dan 85 bij
mensen met een migratieachtergrond).
- Wel verschillen in geadviseerde sanctiekaders Bij verdachten met migratie-
achtergrond volgde vaker een strafadvies, bij verdachten zonder migratieachtergrond
vaker een tbs-advies.
Waarom werd er nou bij de ene groep vaker voor strafsanctie gekozen, en bij de andere groep
vaker voor tbs? Lastig te vinden. Het kan iets zeggen, impliciet, over de mate waarin een
verdachte verantwoordelijk wordt gehouden.
Casus
Bensaïd N: Nederlander van Marokkaanse afkomst. Vrouw geslagen met de achterkant van
een bijl, verdacht van poging tot doodslag. Wist zelf niet meer goed wat er was gebeurd.
Vrouw zei dat zij van hem wilde scheiden en dat het daarom was gebeurd, maar Ben ontkende
dat. Onderzocht in Pieter Baan centrum: paranoïde narcistische persoonlijkheidsstoornis werd
vastgesteld. Ben vond dat dit niet klopte, ging in hoger beroep. Er werd gevonden dat die
narcistische kenmerken passen bij de culturele achtergrond van de man, niet bij een
persoonlijkheidsstoornis. Hij heeft bijna 15 jaar in een tbs-kliniek gezeten. De rechters
hechtten meer waarde aan het Pieter Baan onderzoek, maar ben wil graag onderzocht worden
34
, door een culturele expert. Uiteindelijk mag hij opnieuw worden onderzocht in het PBC. Er
blijkt sprake te zijn van een waanstoornis, niet aan de voorwaarden van een narcistische
persoonlijkheidsstoornis. In de eerste beoordeling kan onvoldoende rekening gehouden zijn
met culturele factoren.
Uitspraak rechter De man heeft geen persoonlijkheidsstoornis. Deze moet worden
behandeld, en de man wilde niet meewerken aan de behandeling en heeft nu geen
persoonlijkheidsstoornis dus hij kan deze niet gehad hebben (die hele tbs-behandeling was
gebaseerd op het rapport van het PBC, dat dus niet klopte). Een verlenging van de tbs kan niet
worden gebaseerd op het bestaan van een dergelijke stoornis. Vrijgelaten.
Wat is er nodig?
Iemand moet een intrinsieke nieuwsgierigheid hebben, beschikken over de cognitieve
vaardigheid om anderen te begrijpen
Culturele competenties van rapporteurs:
Etnisch en cultureel zelfbewustzijn Niet alleen bewust zijn van de culturele
achtergrond van degene die je onderzoekt, maar ook van je eigen achtergrond.
Begrip voor een ander wereldbeeld Actief proberen te begrijpen, zonder dat je er
een negatief oordeel aan verbindt.
Cultuursensitieve interventies Bijvoorbeeld de interventiestrategie en
vaardigheden, het testmateriaal dat je gebruikt, aanpassen aan de cultuur.
Kritiek op ‘culturele competenties’: lijkt alsof je het zo kunt aanleren. Een andere optie is
spreken van cultuursensitiviteit.
Cultuursensitiviteit:
Rekening houden met de culturele achtergrond van de verdachte
Rekening houden met de eigen culturele achtergrond
Context waarbinnen rapporteur is opgeleid
Aanbevelingen:
- Vragen naar culturele achtergrond / cultureel interview: expliciet vragen om te
motiveren of culturele overwegingen een rol hebben gespeeld in het onderzoek.
Cultureel interview Hulpmiddel om de culturele context in kaart te brengen.
Wordt al gedaan in ggz, er is nog een hulpmiddel geschikt voor rapportage nu.
- (Medisch) antropologen Iemand die gespecialiseerd is betrekken bij het onderzoek.
35