Frankrijk – 785.000 ha wijngaarden – 45 miljoen hl/j
Alsace (Noord-oosten, tegen Duitsland aan) – 15.600 ha wijngaarden – 1 miljoen
hl/j
Namen van dorpen, wijnmakers, e.d. klinken soms Frans en soms Duits; typisch
de stijl van Alsace. Ligt dus in het koele noorden van Frankrijk, maar het heeft
een relatief warm klimaat. Het heeft lange warme zomers door de liggen tussen
de Vogezen (gebergten die o.a. regen en kou tegenhouden vanuit het westen) en
de wouden van Duitsland in. Aan de zuidkant geen bergen of bossen, dus de
warmte komt zo het gebied binnen.
De bodem varieert van zandsteen, kalk en klei tot graniet en leisteen. De Grand
Cru d’Alsace terroirwijn van een wijngaard met uitzonderlijke ligging en
bijzondere bodemsamenstelling. Eigen smaak specifiek voor plaats van
herkomst. 51 grand cru- wijngaarden. De wijnen zijn vaak van één druif gemaakt,
als het een blend is worden ze ‘edelzwicker’ of ‘gentil’ genoemd. Crémant
d’Alsace is de mousserende wijn, gemaakt met de méthode traditionelle. De
Appellation Alsace Grand Cru Contrôlée (AOP/AOC) heeft altijd dezelfde
bijzondere flesvorm; Flûte d’Alsace. Sec staat voor droge wijn. Zoete wijnen zijn
gemaakt van de Grand Cru d’Alsace druiven en zijn van laat geoogste, extra rijpe
en suikerrijke druiven (= vendanges tardives) of hebben botrytis cinerea gehad
(= selection des grains nobles)
90% wit
Pinot blanc
Riesling
Gewurztraminer
Pinot gris druiven die gebruikt worden voor Grand Cru
d’Alsace
+ Sylvaner
+ Muscat
10% rood
Pinot noir
Bourgogne – 30.000 ha wijngaarden – 1,4 hl/j (rood en rosé 28%, wit 62%,
crémant de Bourgogne 10%)
Tussen Chablis (noorden) en Côte d’Or zit zo’n 200 km. Logisch dat er dus grote
verschillen zijn tussen wijnen uit het noorden en zuiden. 33 grand cru-
wijngaarden.
1. Grand Cru: 33 wijngaarden met de beste wijnen uit het gebied met bijzondere
eigenschappen
2. Premier Cru: 640 wijngaarden (climats) met betere eigenschappen dan de rest
3. Uit specifieke gemeente: bijvoorbeeld Pommard
4. Uit specifiek deel van gebied: bijvoorbeeld Côte de Nuits Villages
5. Wijn van druiven uit de hele streek: Bourgogne
- Chablis – 5200 ha wijngaarden
Heuvelachtig gebied, de beste wijngaarden liggen in de zon op het zuiden.
, Kalkrijke klei waardoor het luchtig is en goede drainage heeft, de bodem is
van een bijzonder soort; kimméridgien (vernoemd naar plaats in Zuid-
Engeland) en is mineraal- en fossielrijk en oeroud (ca. 155 miljoen jaar).
Koel klimaat, wisselvallig weer; stijl en kwaliteit verschilt per oogstjaar.
Voorjaars nachtvorst kan de oogst vroeg kapot maken, een koud en nat
najaar zorgt voor nauwelijks rijpe, dunne en te zure druiven en een warm
jaar maakt de druiven te rijp; volle, zachte wijn met milde zuren (atypisch
voor Chablis). In de goede jaren toont Chablis zijn unieke en complexe
karakter; opwekkend, beendroog, licht tot middelzwaar met ingetogen
aroma’s van wit fruit en blanke noten met vaak houtrijping. 1 grand cru-
wijngaard.
Altijd wit en 100% Chardonnay
1. Chablis Grand Cru – droog, rijk, krachtig, complex, vaak met houtrijping,
tijd nodig om op dronk te raken
2. Chablis Premier Cru – droog, fris, middelzwaar, complex, met én zonder
houtrijping
3. Chablis – droog, fris, licht, geen houtrijping, jong drinken
- Côte d’Or – van de Bourgogne (de kust van goud)
Het gebied heeft een semicontinentaal klimaat. De winters zijn lang en
koud, zomers kort en warm. Lang niet elk jaar is goed, soms te nat en te
koel. Wel veel licht door lange dagen. Er zijn vaste kleibodems en lossere
zandgronden, maar alle bodems bevatten veel kalk; goede drainage.
Heuvelruggen worden onderbroken door kloven of valleien ‘combes’. De
samenstelling van de bodem, steilheid van hellingen (côtes) en ligging op
de zon bepalen de kwaliteit van de wijngaarden. 32 grand cru- wijngaarden
Côte de Nuits (noordelijke deel)
Pinot noir= de basis van de rode wijnen
Fantastische rode wijnen. 24 van de 33 grand cru- wijngaarden van de
Bourgogne liggen hier, op 1 na (Musigny) leveren ze allemaal rode wijnen
op. Gemeentelijke herkomstbenamingen; naam dorp + beroemdste
wijngaard. Het terroir heeft grote invloed op de stijl van wijn maar verschilt
per oogstjaar en per wijnmaker. Terroirsmaken;
Gevrey-Chambertin: rood, veel kleur, geurig, fruitig – jonge jaren = robuust,
stevige structuur – op dronk = krachtig en soepel
Chambolle-Musigny: rood, elegant, delicaat, fruitig
Vougeot: rood, middelzwaar, tamelijk stevig, fruitig (Château du Clos de Vougeot)
Vosne-Romanée: rood, vol, soepel, geurig, complex (Domaine de la Romanée-
Conti)
Nuits-Saint-Georges: vooral rode wijn, krachtig, stevig, relatief veel kleur en ook
witte wijn
Côte de Beaune (midden)
Chardonnay als basis voor witte wijnen
Pinot noir als basis voor rode wijnen
Bekend om grote, witte wijnen. De rode wijnen zijn iets lichter en minder
complex dan van Côte de Nuits. 8 grand cru- wijngaarden die op 1 na
(Corton) uitstekende witte wijnen leveren. Het terroir heeft grote invloed
op de stijl van de wijn, de smaak hangt af van oogstjaar en wijnmaker.
Terroirsmaken:
, Aloxe-Corton: rood én wit, stevig, fruitig, frisse zuren
Pommard: rood, donker van kleur, krachtig, stevig, tanninerijk
Yolnay: rood, middelzwaar, elegant, relatief zacht
Meursault: wit, vol, rond, nootachtig, boter
Puligny-Montrachet: wit, rijk, complex, krachtig, elegant
Côte Chalonnaise & Mâconnais
Chardonnay
Pinot noir
Gamay (niet in Côte Chalonnaise)
De wijngaarden in Chalonnaise liggen iets hoger en net iets anders ten
opzichte van de zon vergelijken met Côte d’Or, waardoor ze minder
gelijkmatige rijpen. De rode wijnen zijn wat lichter van kleur en smaak. De
Mâconnais staat bekend vanwege de hoge kwaliteit en prettige prijs van
de chardonnays; Pouilly-Fuissé. De witte wijnen van de best gelegen
hellingen vergisten en rijpen meestal in houten vaten; vol aroma’s van
toast. Veel Crémant de Bourgogne (méthode traditionelle) komt hier
vandaan.
Mercurey: vooral rood, ook wit, middelzwaar, fruitig, fris
Beaujolais – 19.000 ha wijngaarden – 1 miljoen hl/j
95% rood
5% wit
Gematigd semicontinentaal klimaat, met Atlantische en mediterrane invloeden.
De zomers zijn wat warmer en de winters wat minder koud dan Côte d’Or. De
oerbodem is nog veel ouder, bestaat uit verpulverd graniet dat met klei, zand
en/of kalk is vermengd. De gamay druif ontwikkelt hier heel goed, vooral in het
noordelijke deel van de streek; Haut-Beaujolais. Groen en glooiend gebied met
wijngaarden op hellingen en weilanden in vlakkere delen; blonde chaloraiskoeien.
In dit deel liggen 10 crus. Het zuidelijke deel; Bas-Beaujolais is vlakker en graniet
ligt te diep voor de wijnstokken, de wijnen zijn lichter en eenvoudiger. Het
grootste deel van de AOP Beaujolais komt uit dit deel.
1. Crus du Beaujolais: terroirwijnen van de beste granietrijke bodems uit 10
dorpen in Beaujolais
2. Beaujolais Villages: van wijngaarden uit het noorden
3. Beaujolais & Beaujolais Nouveau of Primeur: van druiven uit de hele streek
(vooral zuiden)
Gamay: soepel, weinig tannine, nooit stroef. Komt de wijn strak over, dan
is dat door veel frisse zuren. Precieze smaak en structuur hangt af van de
herkomst.
Beaujolais mag volgens de tradiationele vinificatie methode geproduceerd
worden maar de meeste worden met de Vinification Beaujolais= macération
semi-carboniqu gemaakt. Hele trossen met steel en al gaan in de vergistingskuip.
Die wordt afgesloten. Gewicht druivenmassa kneust de druiven onderin de tank.
Suiker komt in aanraking met de gisten op schil en de vergisting start spontaan -
> koolzuurgas. Komt geen zuurstof bij druiven en daardoor geen oxidatie. De
vergisting start ook in de rest van de druiven. Hoe langer de vergisting duurt, hoe
, meer druiven kneuzen en liggen te weken en gisten. -> frisse aroma’s van rood
fruit. Als de gistcellen het te ‘benauwd’ krijgen stopt de werking, dan bevat de
massa ca. 6 à 8% alcohol. De wijnmaker laat het sap aflopen, perst de resterende
massa en laat het geheel dan verder normaal gisten. Gewone Beaujolais duurt de
inweking en gedeeltelijke vergisting 6-10 dagen; meer kleur en structuur dan
Beaujolais Nouveau of Primeur (4 dagen).
Crus du Beaujolais
Saint-Amour: lichtste Cru, fris, rood fruit
Moulin-à-Vent: stevig, fris, rood en zwart fruit
Fleurie: fris, fruitig, elegant
Morgon: robuust, rijp fruit, kruidig
Juliénas
Chénas
Chiroubles
Régnie
Brouilly
Côte de Brouilly
- Jura – 2000 ha wijngaarden – 87.000 hl/j (0,2% Frankrijk)
Rijzende ster, vooral bij professionele wijnliefhebbers. Bergachtig gebied
met een landklimaat met koude winters en lange, milde zomers met vaak
een warm najaar. Het risico blijft groot dat druiven niet volledig rijpen. De
wijngaarden liggen op het zuiden en zuidwest in de zon. De bodem bestaat
uit kalkrijke klei die op sommige plaatsen vergelijkbaar is met Côte d’Or.
Veel overeenkomsten met Bourgogne:
Chardonnay
Pinot noir
Maar ook regionale rassen:
Savagnin (wit)
Trousseau (rood)
Poulsard (rood)
Jurawijnen zijn zelden uitgesproken fruitig. Witte zijn vaak nootachtig, rode
naast fruitaroma’s ook iets kruidigs als versgemalen peper. Specialiteiten
zijn vin jaune (gele wijn) -> jarenlange rijping op vat net als sherry
waardoor een beschermende gistlaag op de wijn komt: fleur (flor) en
geproduceerde zoete vin de paille (strowijn) wordt gemaakt van druiven
die na het plukken op stromatten zijn gedroogd. Er worden ook
uitstekende mousserende wijnen volgende de traditionele methode
gemaakt in Jura; Crémant du Jura.
- Savoie (Franse Alpen) – 1900 ha wijngaarden – 117.000 hl/j
Koel klimaat en kort groeiseizoen. Wijngaarden liggen op uitlopers van de
Alpen, geïsoleerd in dalen tussen bergen en meren. Alleen plekken met
warm microklimaat is de wijnbouw mogelijk. De wijngaarden zijn over 20
gemeentes verspreidt rondom Chambéry. Vooral lichtvoetige, droge witte
wijnen:
Jacquère 50%
Altesse
Rode wijnen smaken licht, fris en fruitig:
Gamay