Sociaal recht bestaat uit arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht.
Arbeidsrecht: individuele en collectieve regelingen tussen werknemers en werkgevers ter bescherming van arbeid.
Socialezekerheidsrecht: individuele prestaties, solidariteit, risico’s.
Arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht zijn allebei ontstaan vanuit een sociale kwestie, door de industrialisering werd er arbeid
veel uitgebuit in de 19e eeuw.
Sociaal recht is een eigenaardig beestje en heeft daarom enkele kenmerken:
- Beschermend recht tegenover de economisch zwakkere
- Autonome regelgeving: dwingend recht of recht van openbare orde
- Rol van sociale partners staan centraal
- Met eigen rechtbanken (arbeidsrechtbanken en arbeidshoven) in plaats van een eenheidsrechtbank
Socialezekerheidsrecht is een publiek recht (absolute nietigheid) en geldt voor iedereen (erga omnes), zo wilt men solidariteit
creëren. Men kan dus geen afstand nemen van dit recht. Voorbeeld: stel er is een inbreuk op een minimumvoorwaarde, dan is
er een inbreuk op dat recht, dat leidt tot relatieve nietigheid: de bescherming is relatief en staat in relatie tot enkel de
beschermende personen. Stel je sluit een studentencontract en een van de hoofdvoorwaarden is schriftelijke opstelling (zodanig
dat de student goed is geïnformeerd over zijn rechten en plichten). Stel dit is niet gebeurd, dan is het contract nietig. Kan je
afstand nemen van je bescherming? ‘Ik heb geen schriftelijk contract nodig’, dit kan niet door dwingend recht. In België kan een
contract wel worden opgezegd zonder rechter. (Ex nunc: enkel voor de toekomst.)
Bronnen van het sociaal recht zijn:
- Toenemend belang van internationale en Europese normen
- Formele wetgeving, koninklijke besluiten, ministeriële besluiten,…
Sociaal recht heeft een eigen rechtsvorming in:
- Arbeidsrecht: AO, CAO / arbeidsreglement / …
- Sociale zekerheid: normen van zelfstandige overheidslichamen
ARBEIDSRECHT
Waarom arbeidsrecht?
- Gezag: werken in ondergeschikt verband
- Sociale uitbuiting (einde 19e eeuw)
- Stakingen (begin 20e eeuw)
Bronnen zijn de grondwet, (materiële) wetten, CAO’s, arbeidsovereenkomsten en arbeidsreglementen. Ook internationale
verdragen en EU-richtlijnen zijn bronnen van het arbeidsrecht. Arbeidsrecht is een levende materie!
Definitie: ‘het recht dat van toepassing is op arbeidsprestaties geleverd in ondergeschikt verband’.
Beschermend recht is dwingend recht (soms openbare orde, bijna geen aanvullend recht) ter bescherming van de werknemer.
Cf. art. 6 AOW Alle met de bepalingen van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten strijdige bedingen zijn nietig voor zover zij
ertoe strekken de rechten van de werknemer in te korten of zijn verplichtingen te verzwaren.
Ordenend recht: cf. art. 51 CAO-wet: verhouding tussen individuele arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst en
de wet. Vergelijk dit met socialezekerheidsrecht.
, 2
WIE IS WERKNEMER?
Werknemers zijn personen die werken op basis van een arbeidsovereenkomst. De persoon die arbeid verricht, komt overeen
met de persoon die de arbeid ontvangt. In ruil hiervan wordt men betaald. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk zijn. Geld is
belangrijk voor het levensonderhoud van de mens. Dit is een groot verschil met vrijwilligerswerk, vrijwilligers worden niet of te
miniem betaald om hiervan te kunnen leven. Vrijwilligers hebben niet de intentie om geld te ontvangen voor hun prestaties.
HET ARBEIDSCONTRACT
- Loon: vs. vrijwilliger, is niet beperkt tot levensonderhoud
- Arbeid: prestaties verrichten (soms geen prestaties maar toch arbeid: ‘slapen is ook werken’, je bent beschikbaar of
oproepbaar bv. als brandweerman)
- Gezag: bepalend om arbeidscontract te distantiëren van andere contracten
Belangrijkste criterium van gezag om dit arbeidscontract te distantiëren zijn: organisatiewerk, arbeidstijd en controle. De
werkgever bepaalt hoelang je werkt en controleert of je dit werk wel doet. Een zelfstandige heeft geen gezag, hij bepaalt dit zelf.
Dit staat allemaal neergeschreven in de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978.
Een bijzonder geval zijn ambtenaren, zij vallen onder een administratief contract (we gaan dit verder niet bespreken).
BELANG
Toepassing arbeidsrecht:
- Probleem van ‘schijnzelfstandigen’: personen die formeel gezien onder een contract werken van een zelfstandige,
maar eigenlijk zijn ze werknemers. Het weigeren van een opdracht heeft gevolgen voor jou, je staat wel onder gezag.
- Risico: vordering van de werknemer (bv. opzeggingsvergoeding) en de RSZ (achterstallige bijdragen).
Toepassing socialezekerheidsrecht werknemers:
- Bv. werkloosheidsregeling voor werknemers >< zelfstandigen: zelfstandigen hebben geen werkloosheidsregeling, ze
hebben dus geen bescherming en kunnen van de ene dag op de andere op straat staan.
- Soms probleem van ‘schijnwerknemers’: personen die formeel gezien onder een contract werken van een werknemer,
maar eigenlijk zijn ze zelfstandigen, bv. kunstenaars die een statuut hebben.
Berekening van bruto naar netto: de werknemer gaat geen 1.000 euro kosten, maar wel
1.250 euro door een patronale RSZ-bijdrage. De werknemer gaat deze som ook niet
krijgen, er gaat ook nog een werknemersbijdrage af. Na een tussenkomst van de RSZ en
de fiscus, blijft er een netto bonus van 522 euro over voor de werknemer.
GEZAG
Gezag/ondergeschikt verband: gezag, leiding, toezicht + vrijheid/autonomie + juridische mogelijkheid tot gezagsuitoefening (bv.
de decaan kan gezag uitoefenen op de proffen van de KUL)
Beoordeling van de gezagsverhouding: feitelijke beoordeling: aanwijzingen (bv. contract) + rechtsfeit: als contract >< feiten
feiten primeren
Als er een geschil is, dan gaat men kijken naar de feiten. Als het contract niet overeenkomt met het feit, dan zal het feit nog
steeds voorgaan. Een rechtsfeit is een feit, er is een ondergeschikt verband of er is er geen.
‘OUDE’ AANWIJZINGEN GEDRAG
Indiciën tot stand gekomen in de rechtspraak: bevelen en instructies, controle op de arbeid, organisatie van de activiteit, plaats
tewerkstelling, werkrooster, vergoedingswijze, exclusieve tewerkstelling, concurrentiebeding, economische afhankelijkheid,…
, 3
Er heerst een gevaar voor uiteenlopende rechtspraak. Tot 2006 was de interpretatieruimte voor rechters te groot, waardoor de
rechtspraak in bv. Brugge anders gebeurde dan in bv. Hasselt. Dit kan eigenlijk niet, daarom werd er een programmawet
gemaakt op 27 december 2006.
WETGEVER INTERVENIEERDE
De programmawet van 27 december 2006 wordt in vaktermen de ‘Wet Aard Arbeidsrelaties’ genoemd. Het doel van deze wet is
de strijd tegen schijnzelfstandigen + ‘werkers die willen nillens het sociaal statuut der zelfstandigen aannemen terwijl ze in
werkelijkheid hun beroepsactiviteit onder het gezag van hun medecontractant uitoefenen, en dus in de hoedanigheid van
loontrekkende. Het doel was dus met andere woorden het uniformiseren van de criteria, dat voor rechtszekerheid zorgt.
WET ARBEIDSRELATIES
Principe van de wilsautonomie (artikel 331 programmawet): ‘Zonder de openbare orde, de goede zeden en de dwingende
wetten te kunnen overtreden, kiezen de partijen vrij de aard van hun arbeidsrelatie waarbij de effectieve uitvoering van de
overeenkomst moet overeenkomen met de aard van de arbeidsrelatie. Artikel 331 van de programmawet zegt dus eigenlijk: we
vertrekken toch wel eerst vanuit het contract.
HERKWALIFICATIE
Wanneer de uitoefening van de arbeidsrelatie voldoende elementen naar voor brengt die, beoordeeld overeenkomstig de
bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten onverenigbaar zijn met de kwalificatie die door de partijen aan de
arbeidsrelatie wordt gegeven.
EERSTE MOGELIJKHEID
De algemene criteria waarvan sprake in vorig artikel en die het mogelijk maken het bestaan of de afwezigheid van een
gezagsband te beoordelen zijn:
1. De wil der partijen zoals die in hun overeenkomst werd uitgedrukt, voor zover deze laatste overeenkomstig de
bepalingen van artikel 331 wordt uitgevoerd;
2. Ook mondelinge latere afspraken tellen, natuurlijk moeilijk te bewijzen: de vrijheid van organisatie van de werktijd;
3. Dwingende werktijdregeling, verantwoorden voor ziekte, toestemming voor afwezigheid
4. Maar ‘goede uitvoering van de werken’
5. Kan werktijd ook contractueel vastleggen, als je dan vraagt er om 9 uur te zijn ga je niet gezag uitoefenen maar wel
contract laten naleven, dan kan het weer wel: de vrijheid van organisatie van het werk;
6. Outputmanagement mag wel, maar als je te veel aan micromanagement gaat doen;..
7. Maar mag wel tegen wasmachine-installateur zeggen waar die moet komen: de mogelijkheid een hiërarchische
controle uit te oefenen.
8. Overstijgt de loutere controle van de kwaliteit van het werk, ook controle op de persoon (attitude en ijver)
9. Disciplinaire sancties, maar kan dan wel weer contractueel overeenkomen
MAAR WAT IS NIET VAN BELANG?
Verplichtingen die inherent zijn aan de uitoefening van een beroep en die door of krachtens een wet zijn opgelegd niet in
overweging genomen worden om de aard van een arbeidsrelatie te beoordelen. Neutrale elementen: de titel van de
overeenkomst, de inschrijving bij een instelling van sociale zekerheid, de inschrijving bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen,
de inschrijving bij de administratie van de BTW, de wijze waarop de inkomsten bij de fiscale administratie worden aangegeven.
TWEEDE MOGELIJKHEID
Beperkt toepassingsgebied: slechts van toepassing op arbeidsrelaties in welbepaalde sectoren: de bouw, bewakingsdiensten,
vervoer van personen en goederen, schoonmaak, land- en tuinbouw. Dit zijn fraudegevoelige sectoren.
Als voldaan aan meer dan de helft van de socio-economische criteria: weerlegbaar vermoeden van werknemerschap,
tegenbewijs is zeer moeilijk omdat je moeilijk kan bewijzen dat iets niet bestaat.
, 4
SOCIO-ECONOMISCHE CRITERIA
- Ontstentenis van enig financieel of economisch risico
- Ontstentenis van verantwoordelijkheid en beslissingsmacht aangaande de financiële middelen van de onderneming
- Ontstentenis van beslissingsmacht over het aankoopbeleid van de onderneming
- Ontstentenis van beslissingsmacht over het prijsbeleid van de onderneming, behoudens wanneer de prijzen wettelijk
zijn vastgelegd;
- Ontstentenis van resultaatsverbintenis betreffende de overeengekomen arbeid
- Garantie op betaling van een vaste vergoeding, ongeacht de bedrijfsresultaten of de omvang van de prestaties
- Zelf geen werkgever zijn van persoonlijk en vrij aangeworven personeel of het ontbreken van de mogelijkheid om voor
de uitvoering van het overeengekomen werk personeel aan te werven of zich te laten vervangen;
- Zich niet voordoen als een onderneming ten overstaan van andere personen of hoofdzakelijk of gewoonlijk voor één
medecontractant werken;
- In ruimtes werken waarvan men niet de eigenaar of de huurder is of werken met materiaal dat ter beschikking wordt
gesteld, gefinancierd of gewaarborgd door de medecontractant.
BIJ TWIJFEL
Bij twijfel komt de commissie ter regeling van de arbeidsrelatie tussenbeide. Dit zijn leden van de RSZ. Er is sprake van een
administratieve afdeling (of social ruling). Dit kwalificeert de arbeidsrelatie en is bindend voor de instellingen die in de
administratieve commissie vertegenwoordigd zijn.
VOORBEELDEN BIJ TWIJFEL
Zijn gedetineerden die werken voor een detentie-instelling werknemers of zelfstandigen? Zijn artsen in een ziekenhuis
werknemers of zelfstandigen? We gaan hier later op in. De voorbeelden die aan de criteria voldoen zijn de typische beroepen
van de jaren 1900, van de industrialisering. Gezag was aan de lopende band een heel duidelijk begrip, denk maar aan Charlie
Chaplin.
DE ARBEIDSOVEREENKOMST
AANWERVING EN SOLLICITATIE: JURIDISCH KADER
Precontractuele fase is buiten het contract, dit zijn de onderhandelingen en gesprekken en wanneer er binnen deze periode
schade wordt opgelopen, dan wordt dit de buitencontractuele aansprakelijkheid/precontractuele foutaansprakelijkheid
genoemd (artikel 1382 BW). Toch zijn er al rechten en plichten binnen deze fase, deze staan neergeschreven in de collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 38. Een genummerde CAO is de hoogst mogelijke CAO die je kan hebben en is bekrachtigd door de
regering.
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 38 is een regelgevend kader verhoudingen (toekomstig) werkgever en sollicitant:
- Kosten van de sollicitatie: kosten van examens en onderzoeken + eensluidend verklarend afschrift
- Gedragsregels: informatie, test, respect voor persoonlijke levenssfeer, non-discriminatie
CONTRACT EN TAAL
Taaldecreet Vlaamse Gemeenschap 1979
- Arbeidsverhoudingen (inclusief contract) NL op straffen van nietigheid!
- Ondernemingen met exploitatiezetel in NL; voor werkzaamheden verricht op NL grondgebied (eentalig)
- 1994: precontractuele fase (aankondiging; sollicitatie)? Van zodra individualisering personen >< onbepaalde groep
(Arbitragehof)
- 2013: HvJ (arrest 16 april) belemmering vrij verkeer? Bescherming taal is legitiem doel, maar bescherming moet
proportioneel blijven
- 2014: aanpassing Taaldecreet: bij toepassing vrij verkeer individuele overeenkomst kan ook opgemaakt worden in
andere taal (een der officiële talen EU) op vraag van werknemer
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper criminologiestudente. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.