Samenvatting seksualiteit
Taak 1 kennismaking
Fysieke reactie bij seksualiteit
Activatie lichaam tijdens seksuele opwinding
Genitale veranderingen
Dit is het gevolg van verhoogde doorbloeding of vagocongestie (zwelling van lichaamsweefsels door
lokaal verhoogde doorbloeding en bloeddruk). Het mechanisme van vagocongestie is bij mannen en
vrouwen vergelijkbaar; bij beiden begint het binnen een paar seconden na aanvang van seksuele
stimulatie.
- Bij vrouwen leidt het tot: zwelling clitoris, bulbus vestibuli, uterus, vagina en labia en vaginale
lubricatie
- Bij mannen leidt het tot: verhoogde doorbloeding en bloedstuwing tot erectie
Bij het tot stand komen van genitale zwelling spelen vele structuren een rol: innervatie,
vascularisatie, glad spierweefsel en bindweefselstructuren.
Andere fysiologische reacties
Cardiovasculaire veranderingen toename van hartslag, ademhaling en bloeddruk.
Daarnaast is er ook pupilverwijding en zweten wat leidt tot een betere huidgeleiding. Ook treedt
vasocongestie op in de genitale reagio, maar kan tijdens seksuele activiteit ook op andere plekken
van het lichaam voorkomen bijv. bij erectie van de tepel.
Geslachtshormonen
Voor endocriene controle is de hypothamalus-hypofyse-gonadeas (HPG-as) van belang.
Structuur en werking
De aansturing van gonaden (testes en ovaria) staat onder invloed van de hypofyse. De
hypofyseachterkwab produceert onder andere:
- Oxytocine: belangrijk bij seksueel functioneren en intimiteit.
Bevorderend voor hechting. Dit komt vrij na seksuele intimiteit en
zorgt dat je een hechtere band krijgt.
- Vasopressine
- prolactine
Dit heeft geen invloed op de HPG-as, maar wel op onze seksualiteit.
De hypofysevoorkwab produceert twee gonadotrofinen die hij afgeeft aan
het bloed en die de werking van de geslachtsklieren reguleren:
- FSH: direct stimulerende invloed op productie van spermatoza (testis)
en follikels (ovaria)
- LH: verhoogt productie van geslachtshormonen oestrogenen,
progestagenen en androgenen
Mannen hebben meer androgenen en vrouwen meer oestrogenen en
progestagenen
feedbackregulatie
Via een feedbackregulatie wordt de productie van FSH en LH beïnvloed. Als
reactie op stimuli geeft de hypothalamus GnRH (gonadotropine-releasing
hormone) af. Dit stimuleert de hypofysevoorkwab tot afgifte van LH en FSH.
,Deze twee stimuleren in de gonaden de afgifte van geslachtshormonen. Deze werken in
doelwitweefsels, maar geven ook negatieve feedback aan de hypofysevoorkwab en hypothalamus.
De meeste gesalchtshormonen worden in het bloed gebonden aan het eiwit SHBG
(sekshormoonbindend globuline) en losjes aan het eiwit albumine en zo getransporteerd. Het niet
gebonden deel is het actieve deel en dit kan celmembranen binnengaan en aan receptoren binden.
Gonadale systeem bij mannen
Androgenen
Vooral testosteron speelt een centrale rol wat wordt geproduceerd door cellen in de testes. in
organen kan het worden omgezet in het actievere DHT. Later in het leven treedt een langzame
achteruitgang in testosteronproductie op, zonder een abrupt einde in tegenstelling tot het vrij
abrupte einde van oestrogenen- en progestagenenproductie tijdens menopauze.
Bij een man is de afgifte van LH en FSH (en dus productie van geslachtshormonen) constant, terwijl er
bij de vrouw schommelingen zijn.
Gonadale systeem bij vrouwen
- FSH en LH zetten ovaria aan tot productie van oestrogenen, progestagenen en androgenen.
o Oestrogenen: Oestradiol is het belangrijkste oestrogeen. Oestrogenen zorgen voor
puberteitsontwikkeling en voor versterking en onderhoud van botmassa.
Oestrogenen maken het brein ontvankelijk voor de invloed van testosteron. Ook
hebben ze invloed op stemming en uiterlijke kenmerken van seksuele
aantrekkelijkheid. Seksuele responsen blijken niet oestrogeenafhankelijk.
o Progestagenen: de LH-piek zorgt voor de eisprong en zet het corpus luteum aan tot
maken van progesteron. Dit bereidt het endometrium voor op innesteling van de
bevruchte eicel.
o Androgenen: Vrouwen produceren ook andorgenen, waarbij testosteron het
belangrijkst is. Testoseron wordt voor de helft geproduceerd in de ovaria en voor de
andere helft in de bijnier (het wordt dus niet alleen gemaakt tijdens de seksuele
respons!) Tijdens de ovulatie is er meer testosteron.
Testosteron komt in drie vormen in het bloed:
Vrij T
Gebonden aan albumine
Gebonden aan sekshormoonbindend globuline (SHBG) niet
biologisch actief.
Androgenen zijn niet noodzakelijk voor de seksuele respons, maar hebben wel
invloed op het seksueel verlangen, op de frequentie van seksuele gedachten en
fantasieën en op de frequentie van nachtelijke genitale responsen. Ze verhogen de
gevoeligheid van het brein en de geslachtsdelen voor seksuele stimulatie. Bij een
deel van de vrouwen maken androgenen het ‘seksuele systeem’ ontvankelijker voor
seksuele prikkels waardoor de seksuele opwindbaarheid verhoogd wordt.
Afwijkingen in het hormoonstelsel
Te laag oestrogeen opvliegers, minder kwaliteit vaginaslijmvlies en minder lubricatie, sneller
ontstaan van vaginale ontsteking en pijnlijke gemeenschap, verlies van oksel- en schaambeharing,
sneller botontkalking.
Te laag testosteron vermindering seksuele responsiviteit en afgenomen libido, maar ook
stemmingswisselingen, verminderde energie en afgenomen welbevinden en verlies aan
spierkrachtvolume.
,De overgang en seks
Oestrogenen hebben waarschijnlijk alleen indirect effect op seksualiteit door de relatie met
stemming en met klachten als opvliegers en nachtelijke onrust. Wat wel oestrogeenafhankelijk is, is
de vermindering in vaginale doorbloeding en vochtigheid in een niet seksueel gestimuleerde situatie.
En de pil?
Bij de pil worden de maandelijkse hormoonspiegelingen gestopt. Er is echter geen directe link
waarom het het libido verlaagt. Er worden wel negatievere ervaringen gemeld door vrouwen die aan
de pil zijn: verlaging van androgenen en lagere productie testosteron. Maar de ervaren effecten zijn
heel individu afhankelijk.
Volgens ander artikel zijn vrouwen die de pil slikken minder competitief op relationeel vlak en
hebben de voorkeur voor mannen die zorgzaamheid en betrouwbaarheid uitstralen in plaats van het
laten leiden door seksuele aantrekkingskracht.
Meest relevante verklaringen van verminderde seksualiteit:
- Negatieve effect van de pil op stemming leidt vervolgens tot verminderde seksualiteit
- De afhankelijkheid van testosteron voor seksualiteit wordt door de pil geremd
- De mate waarin het progestageen uit de pil de androgene werking tegengaat
Dus hoe zit het nou met oestrogenen en testosteron en verlangen naar seks?
Ze dragen wel bij, maar de mogelijkheid om seksueel opgewonden te worden blijft aanwezig
wanneer deze hormonen minder aanwezig zijn. Het is dus niet doorslaggevend en er is misschien
extra stimulatie nodig. De oorzaak van seksuele disfuncties bij vrouwen is vaak gerelateerd aan
contextuele en relationele factoren en/of gebrek aan adequate seksuele stimulatie.
Verschillen in seksualiteit tussen culturen (en mannen en vrouwen)
Er is crossculturele diversiteit op het vlak van huwelijksvormen (poly- en monogamie), wetgeving
(t.a.v. bijv. homoseksualiteit), interpersoonlijke dynamiek (seksuele rollen en gedrag), culturele
normen en waarden (bijv. t.a.v. masturbatie) en persoonlijke betekenisgeving.
Er is sprake van een health gap op het vlak van seksuele gezondheid en rechten. De gebrekkige
toegang tot seksuele educatie en zorgsystemen is de grootste oorzaak hiervan.
In Nederland
In NL is steeds meer migratie en dus culturele verschillen. Daardoor komen ook seksuele verschillen
in Nederland steeds meer voor. Onder bepaalde etnische groepen komen seksuele
gezondheidsproblemen dan ook meer voor dan onder de autochtone bevolking meer
schuldgevoelens, conservatieve opvattingen, minder toleratie t.a.v. minderheden, hogere
zwangerschaprisico’s, meer seksuele agressie.
Dit hangt mogelijk ook samen met een laag opleidingniveau.
Het is van belang om stereotyperingen niet te vermijden want er zit een kern van waarheid in. Maar
vaak heeft het culturele aspect niet zoveel invloed, maar juist de sociaal-economische status. Bijv.
laagopgeleide Turkse jongeren zijn vaker seksueel agressief dan hoogopgeleide Turkse jongeren.
Achtergestelde jongeren voelen zich vaak machteloos en achtergesteld. Het heeft dus meer met
klasse, opleidingsniveau en sociaal-economische status te maken dan met cultuur.
Theoretisch perspectief op diversiteit
Essentialistische perspectieven: verwijzen naar innerlijke essentie, gedicteerd door nature (biologie
, en evolutie), en worden vaak gehanteerd bij evidentie voor crossculturele en/of historische
universaliteit. Zijn door de populariteit van de evolutionair-psychologische, biologisch gefundeerde
zienswijze op (vooral gender)diversiteit weer relatief sterk op de voorgrond getreden.
Sociaal-constructionistische perspectieven: verwijzen naar de invloed van cultuur en sociale context
en worden vaak gehanteerd bij evidentie voor variabiliteit. Om te beginnen wordt de rol van ‘normen
en waarden’ dan wel seksuele ideologie benadrukt.
Doing diversity
Doing gender: verwijst naar de dagelijkse realisatie van voorgeschreven sociale rollen en de dubbele
seksuele standaard. Gender wordt gezien als het resultaat van het dagelijkse, routinematige
handelen van individuen in sociale interactie.
Performative gender: ook hier wordt benadrukt dat gender niet verwijst naar identiteit maar naar
een activiteit, die wordt uitgevoerd, gestalte gegeven en gereconstrueerd in het dagelijkse leven,
gebaseerd op reacties en (impliciete) feedback van anderen. Gender is hier een fenomeen dat zijn
beslag krijgt doordat het wordt ‘gedaan’, een continu resultaat van interactie tussen mensen
Interactive model of gender-related behavior (Deaux & Major)
Dit model stelt voor dat de mate waarin gedrag gentertypisch is, afhangt van aspecten van de person
zelf, diens interactiepartner, de bredere context en van triggers die in de specifieke situatie al dan
niet werkzaam zijn. Via sociale processen als selectieve aandacht en interpretatie, norm sending en
expectancy confirmation reguleren mensen continu op een subtiele wijze anderen en zichzelf in
dagelijkse interactie en maken ze, afhankelijk van tijd, plaats en actoren, gendertypisch gedrag meer
of minder waarschijnlijk.
Cultuur: besnijdenis
Bij vrouwelijke besnijdenis wordt schade aangebracht aan de externe genitaliën van de vrouw voor
culturele of andere niet-therapeutische redenen. Er zijn vier categorieën:
- Type 1: clitoridectomy: gedeeltelijke of totale verwijdering van clitoris
- Type 2: excisie: gedeeltelijke of totale verwijdering van clitoris en binnenste labia
- Type 3: infibulatie: vernauwing van de vagina door de binnenste en buitenste schaamlippen
te besnijden en van positie te verplaatsen
- Type 4: anders: andere schadelijke procedures aan de vrouwelijke genitaliën voor niet-
medische redenen.
Het komt vaak voor bij etnische groepen in Afrika, vaak bij meisjes onder de 15 jaar. Het veroorzaakt
permanente, niet herstelbare veranderingen in de externe vrouwelijke genitaliën. Vrouwen hebben
later vaak meer dysparunie, minder seksueel verlangen en vaker pijn tijdens seks.
De seksuele responscyclus
Masters en Johnson ontwikkelden de seksuele
respons cyclus. Deze bestaat uit 4 fasen:
opwinding, plateau, orgasme en herstel.
Kritieken:
- Eerste grote verandering kwam van
Kaplan, die meende dat er een fase van
verlangen ontbrak: mensen worden wel