Colleges Jaar 1 Periode 2 - bovenste extremiteiten
Introductie college
Week 3 & 7 demonstratie van een echte patiënt
MDBB model Meer dimensionaal belasting ….
1. Screening process
2. Diagnostic process
3. Therapeutic process
College MB - Pijn introductie
Model voor pijn: Bio Psycho Sociaal model
Nociceptieve pijn
Sensoren / receptoren: cellen die prikkels waarnemen
Sensoren / receptoren bevinden zich overal in het lichaam:
huid spieren en organen
Sensorische informatie wordt doorgestuurd naar het
sensorisch deel van de hersenen
Indeling sensoren
Op basis van locatie in het lichaam
Op basis van de bouw van de sensorn
Op basis van het stimulus-type; (goed kennen)
- Mechanoreceptoren (trek, druk)
- Thermoreceptoren (warmte, kou)
- Photoreceptoren (licht, donker)
- Chemoreceptoren (chemische stoffen)
- Nociceptoren (pijn)
Over het neuron heen loopt een elektrisch signaaltje. Als het signaal
doorgegeven moet worden aan een andere neuron, dan gebeurd
dat door middel van chemische stoffen.
Dendrieten: imput kant. Komen stimuli binnen, signaaltjes opgewekt
Cellichaam: verdikte deel, ligt de kern in
Axon: Lange vezel, sensorisch 2, motorisch 1
Synaps: chemische signaal overdracht
,Myeline maakt prikkeloverdracht sneller (rode omheen) is een cel die is omgerold om de
groende vezel heen (myeline schede)
Wanneer een axon gemyleiniseerd is kunnen elektrsiche prikkels heel snel door gestuurd
worden.
Axonen zijn super kwetsbaar en moeten niet los liggen. Ze liggen in groepjes bij elkaar. Deze
bundels vormen samen een zenuw.
Endoneurium zit om de axonen in. Perineurium ligt om de bundel. Laag om de hele zenuw
epineurium
Zenuwen zijn gemengd, het zijn bundels van axonen, sommigen zijn sensorisch en sommige
zijn motorische zenuwvezels.
Nociceptie, heet ook wel pijnwaarneming
Bij weefsel schade zijn er cellen kapot. Dan komen er chemische stoffen vrij die er normaal
niet zijn en die worden opgemerkt door een nociceptor. Deze genereerd dan een elektrische
prikkel die naar het brein wordt toegestuurd. Pas als de prikkel in het brein aankomt, voel je
de pijn. Ook de lokalisatie weet je meteen.
Nociceptie volgt 3 stappen:
Transdrictie = prikkeling van de nociceptoren
(hamer, hitte, weefselschade)
Transmissie = het doorgeven van het signaal richting de hersenen
(axonen, synapsen)
Preceptie = bewustwording van pijn in de hersenen
(localisatie, gedrag, emotie en geheugen)
2 typen nociceptoren:
Snelle Ao-mechanische nociceptoren (acute pijn)
- Unimodaal (1 stimulus, kunnen maar 1 ding waarnemen)
- Hoge prikkeldrempel (sterke stimulus nodig)
- Gemyeliniseerd axon (snel)
- Scherpe pijn, goed te lokaliseren (cortex)
- Gekoppeld aan reflexen
- Herstenstam, thalamus, cortex
Langzame C-polymodale nociceptoren (brandend gevoel nadat de acute pijn weg is)
- Polymodaal (verschillende stimuli)
- Lage prikkeldrempel
- Ongemyeliniseerd (langzaam)
- Zeurende, brandende pijn, moeilijk te lokaliseren
- Onbewuste gedragsaanpassingen (immobilisatie)
- Hersenstam, thalamus, limbische systeem (emotie)
Bij weefselschade komen chemische stofjes vrij:
- Bradykinine
- Prostaglandine
- Histamine
- Substance P
- ATP
, Transmissie naar het brein
Schadelijke stimulus
Nociceptoren 1e neuron
Ruggenmerg 2e neuron
Thalamis 3e neuron
Grote hersenen
Signaaltjes komen achterkant je ruggenmerg binnen. In de dorsale hoorn vind overdracht
van het nociceptor op het 2e neuron plaats. Alle sensorische informatie komt hier binnen
Synaps
Prikkeloverdracht: nociceptor geeft het signaal in het
ruggenmerg door aan een 2e zenuwcel.
Transmissie
Signaal gaat via het ruggenmerg naar de hersenstam en
de thalamus.
Tractus spinothalamicus, baan voor prikkels. Ruggenmerg naar thalamus
Thalamus is een schakelstation.
Signaal gaat via de thalamus uiteindelijk naar de cortex (schors) van de grote hersenen.
In de cortex: bewustwording, lokalisatie en bewust gedrag
College MB – schouder + gewricht
Meeste gewrichten zijn synoviale gewrichten
Botvlies – periostium
Synioveel gewricht:
-bestaat uit ligamenten voor extra stabiliteit
Gewrichtsholte waar synoviale vloeistof in zit
Kraakbeen dat het bot beschermt tegen o.a. slijtage
Gewrichtskapsel, omgeeft gewricht (fibruse kapsel en synoviaal membraam bevat 1 cel)
Synioviaal membraam heeft veel bloed nodig want maakt vloeistof want is smeermiddel van
het gewricht, stroperig.
Bloed wordt gefilyterd door de cellen in het membraam en pompen vloeistof in de
gewrichtsholte
Synobiaal vloeistof kan uit het gewricht kunnnen worden gehaald om te kijken hoe het er
mee gaat, Helder (transparant) dus moet weinig cellen => acellulair en is stroperig =>
Viskeus
Viscositeit = wordt zo als er moleculen in zitten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cpostc2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.