Sensorische informatieverwerking bij diverse
beperkingen en de ontwikkeling van het
handelen.
Syndroom van Down, M. Duchenne en Cerebrale Parese
Hoorcollege 1 - Sensorische informatieverwerking bij
syndroom van Down, M. Duchenne en Cerebrale Parese
Volgens het ICF-CY betreft zelfverzorging wonen/zorgen.
- Zichzelf verzorgen
- Zich wassen
- Afdrogen en aankleden
- Zorg dragen voor zijn lichaamsdelen
- Eten en drinken
- Zorgdragen voor eigen gezondheid
- Rust / socialisatie / communicatie / reactie op nood / seksualiteit
Voor kinderen met ontwikkelingsproblemen is het aanleren van zelfzorgvaardigheden erg belangrijk.
Het omvatten een complexe interactie tussen de activiteit zelf, de persoonlijke identiteit, waarden en
normen en de fysieke, sociale, culturele en institutionele context waarin de activiteit wordt
uitgevoerd. In deze dagelijkse handelingen hebben in de loop van tijd drastische veranderingen
plaatsgevonden.
- Bij verstandelijke beperking is iemand instaat tot zelfzorg? Wat is het IQ? Kan diegene
de adaptieve vaardigheden hanteren?
o Aankleden, zelfstandig eten, toiletgebruik en pers. hygiëne.
Theorie van sensorische informatieverwerkingstheorie (Ayres en Miller)
Sensorische informatieverwerking / integratie is het vermogen om informatie vanuit de
wereld om ons heen en vanuit ons lichaam op te nemen, te selecteren en de
verschillende stukjes informatie met elkaar te verbinden zodat wij er op de juiste manier
op kunnen reageren
o Visueel / auditief / voelen / geur / smaak
o Dagelijkse activiteiten zoals bij eten en aankleden
Bij sensorische informatieverwerking neemt, naast het kijken en luisteren naar, het voelen van, het
aangeraakt worden, het bewogen worden en het voelen in welke houding je je bevindt en welke
bewegingen je maakt, een belangrijke plaats in.
1. Sensorische informatie verwerking = een proces
Modulatie rust/focus etc.
Discrimineren
onderscheiden en betekenis
proberen te geven:
reuk/auditief/visueel.
Herken ik wat de prikkel is?
, 2. Alertheid (arousal) wisselt per zintuigen.
a. Voor een optimale prikkelverwerking is een juiste alertheid nodig.
b. Een optimale alertheid wordt geregeld doordat zintuigsystemen meer of minder
worden ingezet (modulatie)
c. Vergroten van alertheid
a. Door snelle bewegingen (Vestibulair/proprioceptief)
b. Wisselen van houding V/P
c. Geuren
d. Smaken
e. Rechtop zitten of staan V
d. Verminderen van alertheid
a. Langzame bewegingen P
b. Diepe druk
c. Rustige ritmische bewegingen V
d. Geluiden (auditief)
e. Warmte (tactiel)
e. Propioceptieve informatie: alertheid verhogend en verminderd
f. Verstibulaire informatie: idem.
3. Belangrijkste zintuigsystemen volgens J.Ayres
1. Tactiele systeem tast
2. Vestibulair systeem evenwicht
3. Propprioceptieve systeem diepe spier en gewrichtsgevoel
4. Visuele systeem kijken
5. Auditieve systeem horen
6. Reuk systeem ruiken
7. Smaak systeem proeven
Voor de geboorte zijn al vele delen van het sensorische verwerkingssysteem ontwikkelt, dit komt
door de moeder, wat zij doet, de eerste fase etc.
Twee fasen te onderscheiden
o Prenataal (voor de geboorte)
o Neonataal
Zelfregulatie zeer belangrijke functie, het inzet en van het ene
zintuigsysteem om het andere te compenseren.
Ontwikkelingsleeftijd 0-1 jaar sensorische sneltrein verwerking
Eerste 6 maanden:
- Houding tegen zwaartekracht in
- Zintuigsystemen gaan samenwerken
o Oprichten / verplaatsen
o Tactiel / proprioceptieve systeem
Tweede 6 maanden:
- Verfijning van zintuigsystemen en samenwerking
o Verplaatsen, exploreren omgeving
o Tactiel / visueel, ontwikkeling handfunctie, zelf eten
o Proberen te communiceren
Ontwikkelingsleeftijd 1 – 2 jaar
Vestibulair-proprioceptief-visueel gaat door
, - Verfijning fijn motorische vaardigheden
- Imiteren, nieuwe sensorische ervaringen
Praxis bestaat uit 2 delen
- Motorplanning: aansturing van motorische uitvoer van bewegingen
- Ideatie: planvorming, overzicht in deelhandelingen in een activiteit
Ontwikkelingsleeftijd 3-7 jaar
1. Vervolmaking sensomotorische rijpheid
2. Innerlijke drang en adaptieve respons
a. Visueel-motorische integratie
b. Motorplanning: klimmen, klauteren, fietsen etc.
c. Sensomotorische integratie: sporten, ballet, muziek maken
d. Autonomie: meedoen, op tijd aangekleed zijn
e. Welbevinden
f. Eigenwaarde zelfvertrouwen
4. Afwijkende sensorische ontwikkeling (Miller, 2007)
A) Sensorische modulatie stoornis
Kinderen met modulatie problemen Effect op gedrag
Normaal: goede afstemming van alle Normaal gedrag: verwerking van informatie
betrokken systemen onderling. en aangepaste reactie en gedrag.
Problemen met moduleren Te hoge of lage arousal –> onder of over
gevoeligheid
Overgevoelig Fight / Flight / Fright / Freeze
Ondergevoelig Zoeken naar prikkels, dromerig, passief, niet
luisteren
Typen kinderen met modulatie stoornis
1. Overregistratie (er komt te veel binnen, onvoldoende filter)
a. Overgevoelig
i. Kind is overprikkelt, regristreert teveel
ii. Kind trekt zich terug
2. Onderregistratie (er komt te weinig binnen, passief, dromer)
a. Ondergevoelig
i. Kind mist bepaalde ervaringen
3. Onderregistratie (wel registratie, maar doet er niets mee)
a. Prikkelzoeker
i. Kind gaat op zoek naar intense en extreme prikkels