Een volledige samenvatting van de leerstof voor het tentamen van Omgaan met Diversiteit in blok 2. Het bevat de juiste hoofdstukken van de boeken Gespreksvoering in de Juridische Praktijk en Interculturele Communicatie.
Boek: Gespreksvoering in de Juridische Praktijk en Interculturele Communicatie
Gespreksvoering in de Juridische Praktijk: Hoofdstuk 14.1 t/t 14.3.2 (intranet)
Interculturele Communicatie: Hoofdstuk 1
Ieder mens is:
- Als alle andere mensen
- Als sommige andere mensen
- Als geen enkel ander mens
Diversiteit: Het geheel van dimensies die gezamenlijk jouw sociale indentiteit vormen en jou uniek
maken als persoon en die tegelijkertijd van invloed (kunnen) zijn op jouw sociaalmaatschappelijke
positie
- Microniveau (interpersoonlijkniveau): omgaan met diversiteit in de interactie tussen client en
sociaaljuridisch dienstverlener
- Mesoniveau (organisatieniveau): Hoe diversiteitsproof is een organisatie?
- Macroniveau (samenleving): Hoe gaat een samenleving om met diversiteit
Professionele grondhouding:
3 factoren:
- Zelfbeeld: je eigen referentiekader
- Beroepsbeeld: eigen kijk op uitoefening functie
- Context: in wat voor beroepsveld werk je
Cultuur:
Hofstede: De collectieve mentale programmering die de leden van een groep onderscheidt van die
van andere groepen
,Overgebracht door:
- Opvoeding
- Socialisatie
- Normen en waarden
- Waarneming
Mogelijke subculturen:
- Werelddeel
- Land
- Etnische cultuur
- Regio
- Stad
- Geloof
- Sociale klasse
- Geslacht
- Leeftijd
- Beroep
- Hobby
- Bedrijfscultuur
Drie niveau’s van programmering:
1. Menselijke natuur
2. Cultuur
3. Individu
Cultuur opgebouwd uit 3 lagen
1. Tastbare zaken (buitenste laag)
a. Taal, rituelen
2. Normen en waarden
3. Basiswaarden (diepste laag)
Cultuurrelativisme:
- Uitgaan vam verscheidenheid: alles is mogelijk
- Verschillende culturen zijn gelijkwaardig aan elkaar
- Eigenheid van cultuur staat voorop en dient gerespecteerd te worden
- Gevolg: onverschilligheid jegens de verschillende culturen
Cultuuruniversalisme:
- Bepaalde waarden en normen zijn geldig voor mensen uit alle culturen
- Overheersende cultuur staat bovenaan (mindere culturen dienen zich aan te passen)
Cultuurpluralisme:
- Ieder mens is uniek
, - Gelijkwaardigheid en verscheidenheid
- Een mens is onderdeel van verschillende sociale systemen, waardoor er sprake is van
meervoudige sociale identiteit
Drie aannames voor de communicatie van mensen tussen verschillende culturen van Hoffman:
1. Ondanks alle verschillen kent iedere samenleving gelijksoortige problemen waarvoor mensen
een oplossing dienen te zoeken (voedselverwerving, werk, scholing, opvoeding, etc)
2. Alle mensen handelen zo rationeel en zinvol mogelijk. Door deze aanname is het mogelijk om
inzicht te krijgen in iemands manier van handelen en zijn gedrag te begrijpen
3. Culturele verschillen kunnen worden overbrugd door mensen vertrouwd te maken met
nieuwe denk- en handelingskaders.
Het kruispuntdenken: Manier van denken, voelen, handelen en kijken naar je omgeving, die je
uitnodigt tot inclusief en dynamisch denken
Centrale gedachte: Ieder mens wordt gevormd door vijf assen van maatschappelijke betekenisgeving:
gender, etniciteit, klasse, seksualiteit, nationaliteit. Deze assen treden gelijktijdig op en worden altijd
beïnvloed door macht, gender en etniciteit
Centrale begrippen (iemand heeft meerdere maatschappelijke posities en sociale indentiteiten bezit
(man én hetero én wit)):
- Multidimensionaliteit in plaats van monodimensionaliteit
- Gelijktijdigheid van verschillende assen in plaats van eenzijdigheid
- En-/en-denken in plaats van of-/of-denken
- Insluiten in plaats van uitsluiten
- Gelijkwaardigheid
- Wederkerigheid
Het analysemodel van Roosevelt Thomas jr.
(het herkennen van omgaan met verschillen en overeenkomsten)
1. Toenemen/afnemen diversiteit
2. Ontkennen/negeren van diversiteit
3. Assimileren: minderheden moeten zich aan de dominante cultuur aanpassen
4. Onderdrukken van diversiteit: net doen alsof er geen diversiteit is
5. Isoleren: mensen met verschillende culturen apart zetten
6. Tolereren: diversiteit wordt ontkend of niet geheel geaccepteerd
7. Relaties opbouwen/samenwerken: acceptatie en begrip
8. Zorg voor wederzijdse aanpassing
Optie 7 en 8 staan voor accepteren van omgaan met diversiteit. De andere opties zorgen voor
toenemen of afnemen van diversiteit
,Analysemodel Geert Hofstede
5 cultuurdimensies:
1. Identiteit
Individualistisch, op eigen identiteit en ontwikkeling als persoon gericht
Collectivistisch, op identiteit van groep gericht
2. Hiërarchie
Macht, ongelijkheid / gelijkheid tussen verschillende sociale klasse
3. Sekse/gender
Verschillen in de rol van man/vrouw
4. Waarheid
Mate van tolerantie van het onbekende/onzekerheden
5. Deugd/confuciaans dynamisme
Waaraan wordt de hoogste waarde toegekend en hoe vullen mensen hun dag in?
Lange / korte termijn
Het 4-D-model van Philomena Essed
Om duidelijk te maken op basis van welke veronderstellingen een bedrijf of persoon handelt begin je
met de volgende vier vragen:
1. Veronderstelling: Van welke veronderstelling wordt uitgegaan, van welke normen, waarden
en vanzelfsprekendheden?
2. Theorie: Van welk theoretisch kader wordt uitgegaan, hoe kijkt iemand tegen de
samenleving of de ander aan?
3. Beleid: Van welk beleid wordt uitgegaan? Wat wil je veranderen, welke doelen stel je, wat
wil je behouden?
4. Praktijk: Voor welke praktijk wordt gekozen, hoe voer je het beleid uit?
Aan de hand van deze vragen kan je kijken welk van de door Essed onderscheiden 4-D-modellen op
de organisatie van toepassing is.
1. Deficit denken
- Veronderstelling: Eigen samenleving en cultuur is beter dan andere samenlevingen en
culturen (cultuurhiërarchie)
- Theorie: De ene cultuur is hoger ontwikkeld dan de andere
, - Beleid: Nieuwkomers moeten zich aanpassen aan de dominante cultuur
- Praktijk: Assimilatie
2. Differentie
- Veronderstelling: Het gegeven dan er verschillen bestaan en dat alle culturen even
waardevol zijn
- Theorie: Het is goed om informatie uit te wisselen over de verschillende culturen
- Beleid: Het wordt belangrijk gevonden om informatie uit te wisselen over etnische
minderheden
- Praktijk: Uitwisselen van informatie kan stigmatiserend werken (Men kan uitgaan van
stereotypen en machtsaspecten ontkennen)
3. Discriminatie
- Veronderstelling: Iedereen heeft recht op gelijke behandeling en eigen cultuur
- Theorie: Men gaat uit van machtsverschillen in de samenleving, van ongelijke structurele
verhoudingen, dat zorgt voor discriminatie
- Beleid: Antidiscriminatiebeleid, voorrangsbeleid of beleid van positieve actie
- Praktijk: Men heeft geen of onvoldoende aandacht voor discriminatie binnen de eigen groep
of durft deze niet ter discussie te stellen omdat er enkel op racisme als vorm van
discriminatie wordt gelet
4. Diversiteit
- Veronderstelling: Alle culturen of individuen hebben wat te bieden
- Theorie: De samenleving veranderd door de invloed van iedereen (inclusief denken), men
kijkt zowel naar de verschillen als overeenkomsten
- Beleid: Niet problematiseren maar kijken naar de voorwaarden waaronder ieders kwaliteiten
tot uiting kunnen komen
- Praktijk: De discussie wordt gereduceerd tot etniciteit en multiculturaliteit, waardoor er
wordt vergeten te kijken naar gender, leeftijd en andere dimensies van diversiteit
Het analysemodel TOPOI van Hoffman
Het topoi-model laat zien op verschillende niveaus waar een miscommunicatie kan ontstaan
Centrale uitgangspunt: “Het gaat om de persoonlijke ontmoeting: Het is in de ontmoeting met
anderen dat wij een idee kunnen vormen over onze eigen identiteit. Zo’n ontmoeting gaat vaak
gepaard met conflicten, spanningen en confrontaties. Totdat die ontmoeting zo vanzelfsprekend is
dat jij een deel wordt van mijn ik en ik een deel wordt van jou, is er pas sprake van een dialoog van
het leven” (Hoffman, 2002)
Drie kernvragen die belangrijk zijn bij het analyseren van de miscommunicatie:
1. Wat is mijn aandeel?
2. Wat is de ander zijn aandeel?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ACScheer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.