Stageportfolio
Klinisch redeneren en
Onderzoekend vermogen
Lynn Andeweg
1736528
GVE-1R3A-18
GVE-1.PL1-16
Josette van Klaren
24 juni 2018
Klinisch redeneren
Pagina 1 van 18
,Anamnese
A. De eerste indruk:
Meneer Q. is 67 jaar en woont sinds 2 jaar in een verzorgingshuis op een somatische
afdeling. Hij wil graag dat mensen hem bij zijn voornaam noemen. Meneer vervoert
zich door een zelfrijdende rolstoel. Wat erg opvalt bij meneer is dat meneer spasme
heeft, dit heeft hij sinds zijn geboorte. Hierdoor is meneer moeilijk te verstaan, heeft
hij moeite met dingen vastpakken en kan hij sinds twee jaar niet meer lopen door zijn
spasme. Omdat meneer moeite heeft om dingen vast te pakken, zoals bijvoorbeeld
een lepel, wordt er rubber om de lepel geschoven zodat de lepel breder wordt en het
zo makkelijker wordt om vast te pakken. Meneer heeft ook een groot gat in zijn nek,
dit was ooit een open wond door een operatie aan zijn nek. Deze operatie werd
uitgevoerd om zijn luchtweg te verbreden, meneer had namelijk moeite met
ademhalen. Deze wond wordt iedere dag verzorgd, door het schoon te maken met
een nat gaasje en er daarna bepanthen zalf op te smeren.
Meneer Q. is vaak vrolijk, praat veel en houdt van spelletjes. Ook is hij altijd in voor
een grapje en maakt deze ook vaak. Als meneer een keer saggerijnig is, wil hij dat er
serieus naar hem geluisterd wordt. Meneer heeft namelijk een verhoogde kans op
een depressie en eenzaamheid. Meneer heeft drie broers, helaas heeft hij slecht
contact met hen. Ook heeft meneer geen partner, wat hij heel erg vervelend vindt.
Meneer heeft een vrij ruime kamer voor hem alleen. Hierin staan veel spullen, op zijn
bureau liggen veel dingetjes, zoals brieven, openers etc. Meneer is vaak te vinden in
de woonkamer, omdat daar de mogelijkheid is om een praatje te maken. Als hij even
rust wil trekt meneer zich terug in zijn kamer.
B. Het ziektebeeld:
Meneer Q. heeft veel en verschillende ziektebeelden, ik werk hier de meest relevante
ziektebeelden uit.
Meneer heeft sinds zijn geboorte spasmen, met deze beperking kon hij zelfstandig
wonen en leven. Pas sinds de afgelopen twee jaar kan meneer door zijn spasmen
niet meer lopen en rijdt daarom in een elektrische rolstoel. Meneer wordt van het bed
naar de rolstoel geholpen met de passieve tillift. Spierspasmen ontstaan wanneer
een spier krachtig samentrekt en niet kan ontspannen. Dit gebeurt vaak en kan elke
spier beïnvloeden, meneer heeft daardoor moeite met praten en heeft
samentrekkingen in handen en armen. Spasmen duren enkele seconde tot 15
minuten ongeveer, dit is vaak pijnlijk voor meneer. (Mens-en-gezondheid, 2006-
2019).
Meneer heeft ook last van cerebrale parese, dit is ontstaan door zijn spasme.
Cerebrale parese betekent namelijk gedeeltelijke onvolledige verlamming. (Ross en
Wilson, 2018).
Dit is bij meneer erg duidelijk te merken, meneer kan namelijk niet meer staan en
lopen, maar heeft nog wel kracht in zijn benen. Er zijn bij cerebrale parese ook vaak
Pagina 2 van 18
, stoornissen van het gezichts-en spraakvermogen en van het gehoor, dat is bij
meneer ook het geval. Meneer heeft namelijk spastische trekjes in zijn gezicht, praat
moeilijk en maakt gebruik van een gehoorapparaat.
Meneer heeft last van ileus. Daarom krijgt meneer drie keer per dag een klysma. Dit
wordt ingebracht terwijl meneer in zijn bed ligt, meneer belt de zorg als hij denkt dat
er resultaat is.
Onder ileus wordt een stoornis in de darmpassage verstaan. Ileus kan het gevolg
zijn van een volledige afsluiting van de darm waardoor niets meer kan passeren.
Ook door verlamming van de darmen kan een ileus ontstaan. (Bijzijn XL, 2014).
Meneer Q. heeft een paralytische ileus, dit ontstaat wanneer de beweging van de
darm ernstig vertraagd is of afwezig. De darm ligt dan stil, waardoor het voedsel zich
ophoopt en het lichaam niet verlaat. Meneer heeft hierdoor een opgezette buik en
vaak buikpijn. Om ervoor te zorgen dat hij toch ontlasting krijgt, wordt hem drie keer
per dag een klysma gegeven via de anus. Het klysma maakt de ontlasting zacht en
dwingt eigenlijk de darmen om de ontlasting eruit te persen.
Meneer heeft door en operatie aan zijn nek een groot gat/litteken overgehouden.
Deze operatie werd uitgevoerd om zijn luchtweg te verbreden, hij had het namelijk
benauwd. Deze wond moet goed worden schoongemaakt en ingesmeerd worden.
C. De belevingswereld:
Ik ben met meneer Q. in gesprek gegaan om erachter te komen hoe meneer in het
leven staat. Meneer is hier erg open over. Het lastige hiervan was wel dat meneer
moeilijk te verstaan is, omdat hij moeite heeft met praten door zijn spasme.
Wat meneer Q. belangrijk vindt in het dagelijks leven weet hij niet zo goed. Meneer
vindt dat zijn leven nu niet meer zo veel waard is, hij kan niks meer zelf. Het ergste
vindt hij dat hij niet meer kan lopen, dat zou hij graag weer willen kunnen. Meneer
vindt een gezellig praatje en onder de mensen zijn fijn. Het jammere van deze
afdeling vindt hij dat er weinig mensen in zijn voor een praatje.
De impact van meneer zijn ziektes op zijn dagelijks leven zijn groot. Meneer heeft er
erg last van dat hij niet meer kan lopen en dat hij drie keer per dag een klysma krijgt,
hij heeft namelijk last van ernstige obstipatie. Meneer vindt dit soms pijnlijk en ziet
hier altijd erg tegen op. Meneer wil graag zijn oude leven terug. Meneer woonde
vroeger namelijk zelfstandig en katheteriseerde zichzelf. Dit leven wil hij graag terug.
Ook denkt meneer vaak terug aan zijn jeugd, nu hij zo beperkt is. Hij ging namelijk
vaak met zijn familie en de hond naar het bos. Deze tijden mist meneer erg.
Meneer vindt het accepteren van zijn ziekte en beperkingen nu moeilijker dan eerst,
omdat hij nu echt niks meer kan en vroeger wel. Aan de andere kant vindt hij dat hij
het gewoon moet accepteren, omdat er niks meer aan te doen is.
D. Inschatting maken van de gezondheid:
Pagina 3 van 18