Actualiteiten
Inhoudsopgave
1. VOORBEDACHTE RAAD / HR 12 JULI 2022 ......................................................................................................... 2
2. OPZET, MEDEPLEGEN / HR 12 JULI 2022 ........................................................................................................... 3
1. BULKINTERCEPTIE........................................................................................................................................... 4
3.1 GEBRUIK ENNETCOMDATA / HR 28 JUNI 2022............................................................................................... 5
3.2 TOEGANG TOT VERKEERS- EN LOCATIEGEGEVENS / HR 5 APRIL 2022 .................................................................. 7
4 BEGIN UITVOERING BRANDSTICHTING / HR 24 MEI 2022 ...................................................................................... 9
6. NOODWEER(EXCES) / HR 24 MEI 2022........................................................................................................... 12
6. DRILLRAPP / HOF AMSTERDAM 25 AUGUSTUS 2022 ............................................................................................... 14
6.1 CASSATIE IN BELANG DER WET ................................................................................................................... 16
7. NIT S.R.L. / MOLDAVIE ARTIKEL 10 EVRM / EHRM 5 APRIL 2022 ..................................................................... 16
8. KADER TOESTEMMING DOORZOEKEN AUTO / HR 7 JUNI 2022: ............................................................................ 18
8.1 Vormverzuimen ...................................................................................................................................... 20
9. AANWEZIGHEIDSRECHT / HR 21 JUNI 2022: .................................................................................................... 22
10. PROCESAFSPRAKEN / HR 27 SEPTEMBER 2022 ............................................................................................ 24
11. PLEA BARGAINING, ONSCHULDPRESUMPTIE / EHRM 25 NOVEMBER 2021 ........................................................ 26
12. POST KESKIN / HR 11 OKTOBER 2022 ........................................................................................................ 28
13. UNUS TESTIS / HR 20 SEPTEMBER 2022 ..................................................................................................... 29
13. NE BIS IN IDEM / HR 7 JUNI 2022 ...................................................................................................................... 31
14. ARTIKEL 14 LID 5 IVBPR JADDOE T. NEDERLAND / VN MENSENRECHTENCOMITÉ 2 SEPTEMBER 2022 ............................ 34
15. HERZIENING ROSMAALSE FLATMOORD / HOF ARNHEM-LEEUWARDEN 5 SEPTEMBER 2022 ........................................... 35
16. MENSENHANDEL / HOF AMSTERDAM 23 FEBRUARI 2022....................................................................................... 37
17. WITWASSEN / 7 JUNI 2022............................................................................................................................... 39
18. ATRISTAIN GOROSABEL T. SPANJE RECHT OP RECHTSBIJSTAND / EHRM 18 JANUARI 2022 ............................................ 40
, 1. Voorbedachte raad / HR 12 juli 2022
HR 12 juli 2022:
Het oordeel van het hof dat geen contra-indicaties aannemelijk zijn geworden, acht de steller van het
middel onbegrijpelijk, omdat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte weliswaar tijd en
gelegenheid heeft gehad de aangeefster om het leven te brengen, maar dat hij dit tot de politie
kwam uiteindelijk niet heeft gedaan en het hof ten onrechte in het midden heeft gelaten waarom hij
dit niet heeft gedaan. Er kan worden volstaan met een verwijzing naar de overwegingen van het hof
dat de verdachte al eerder die nacht de keel van de aangeefster heeft dichtgeknepen en heeft
gezegd haar om het leven te brengen, dat hij – terwijl de aangeefster hevig bloedde door de
steekverwondingen die hij haar had toegebracht – heeft geweigerd medische hulp in te schakelen en
toen heeft gezegd “ik moet je nu wel vermoorden. Het wordt nu afgemaakt” en haar daarna nog een
aantal keren heeft proberen te wurgen, waarbij hij kalm en berekenend bleef. Voldoende
gemotiveerd.
Rechtspraak voor 2012:
Een tijdstip van kalm overleg, van bedaard nadenken. Het tegenovergestelde van een ogenblikkelijke
gemoedsopwelling.
Overzichtsarrest 2012:
Achtergrond: strafverzwarend gevolg van het bestanddeel.
- Weging en waardering van de omstandigheid van het concrete geval.
- Rechter bepaald voldoende gewicht van aanwijzingen die voor of tegen verdachte raad
pleiten.
- Indien voldoende tijd → belangrijke objectieve aanwijzing, maar rechter kan aan contra-
indicaties een zwaarder gewicht toekennen.
(indicatie VR: vooropgezet plan)
Contra-indicaties:
- Besluitvoering en uitvoering in plotselinge hevige drift.
- Korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering.
- Gelegenheid tot beraad eerst tijdens de uitvoering van het besluit.
Motiveringspicht rechter:
De rechter moet motiveren waarom hij tot een bewezenverklaring komt, waarbij:
- De rechter heeft vastgesteld dat er een gelegenheid tot nadenken heeft bestaan, maar dit
niet rechtstreeks uit de bewijsmiddelen volgt. Dit moet nader gemotiveerd worden.
- Tevens moet de rechter ingaan op aanwezige contra-indicaties.
Psychische stoornis:
Een psychische stoornis staat aan een bewezenverklaring voor opzet in de weg indien de verdachte ten tijde van handelen
ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen zou hebben ontbroken (HR NJ 2009/157).
Stellingen:
De maatstaf voor voorbedachte raad heeft door de jaren heen een subjectief karakter behouden.
Nee, het is begonnen met een subjectief karakter door een tijdstip van kalm overleg, van bedaard
nadenken centraal te zetten. De maatstaf is vervolgens echter geobjectiveerd door aan te nemen dat
de mogelijkheid tot nadenken impliceert dat er daadwerkelijk is nagedacht. Met de koerswijziging
van 2012 heeft de HR de maatstaf meer in balans gebracht door ook aan de omstandigheden van het
geval en eventuele contra-indicaties gewicht toe te kennen.
Na 2012 vereist de Hoge Raad voor voorbedachte raad dat vast komt te staan dat verdachte zich
daadwerkelijk heeft beraden op het te nemen besluit.
2
,Nee, dit behoeft geen bewijs. Enkel het objectieve criterium behoeft bewijs. Indien er voldoende tijd
is geweest kan worden aangenomen dat verdachte heeft nagedacht, echter kunnen contra-indicaties
en de omstandigheden van het geval hier ook een rol in spelen.
De door de Hoge Raad aanvaarde objectivering van voorbedachte raad ziet voornamelijk op de
wijze waarop de subjectieve zijde bewijsrechtelijk kan worden geconstrueerd.
Correct, er kan amper bewezen worden dat iemand daadwerkelijk iets dacht, dit is niet objectief
waarneembaar. Om hieraan tegemoet te komen wordt een objectief criterium gehanteerd, namelijk
‘tijd’.
Verschuiving sinds 2012: enkel ‘tijd’ is niet voldoende voor het aannemen voor voorbedachte raad.
En als het niet direct uit de bewijsmiddelen blijkt moet het nader gemotiveerd worden
2. Opzet, medeplegen / HR 12 juli 2022
HR 12 juli 2022:
Door medeverdachte is de advocaat in het hoofd gestoken. Via pgp-appgroep opdracht aangenomen
om advocaat te verminken. Het gerechtshof vond dat het snijden in het gezicht van de advocaat zo
gevaarlijk was, dat sprake was van een poging tot moord. Het hof hield de verdachte en deze
medeverdachte daar verantwoordelijk voor, ook al hadden zij het slachtoffer niet zelf gestoken.
De cassatieklacht dat bij deze verdachte geen sprake was van (voorwaardelijk) opzet op de dood
slaagt. Uit de door het hof vastgestelde feiten blijkt wel dat de verdachte contacten had met de
anderen die bij de aanval betrokken waren, maar de Hoge Raad is van oordeel dat hieruit niet volgt
dat ook de verdachte zelf (voorwaardelijk) opzet had op de dood van de advocaat. Het hof heeft aan
dat opzet van de verdachte zelf ook geen nadere overwegingen gewijd.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en wijst de zaak terug om opnieuw te worden
behandeld en beoordeeld.
Opzet en medeplegen:
Handelingen van een fysieke dader kunnen enkel voor rekening van de medepleger komen indien er
op basis van een nauwe en bewuste samenwerking is begaan. Zowel de samenwerking als de opzet
van de medepleger op het grondfeit kunnen uit het plan worden afgeleid. Dit opzet van de
medepleger dient slechts globaal te zijn (o.a. HR 10 april 2007). Bewustheid van de aanmerkelijke kans op
een bepaald gevolg is voldoende (HR 17 september 2002).
Culpa en medeplegen:
Geen opzet op het grondfeit maar opzet op de gedragingen van de deelnemer (zie Nijmeegse scooterzaak,
waarbij beide verdachten elkaar aanwezen als feitelijk dader).
Motiveringsplicht rechter:
Indien het medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering maar uit gedragingen
die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, dan dient de rechter hier in zijn
motivering nader op in te gaan (uitkijk staan, helpen vluchten etc.).
Ook wanneer de bijdrage niet ziet op een gezamenlijke uitvoering maar voor/tijdens/na het strafbare
feit, dan moet de rechter ook nader motiveren.
Procesopstelling verdachte:
Zwijgrecht is niet absoluut.
In zijn algemeenheid kan de procesopstelling een rol spelen bij het aannemen van medeplegen,
voornamelijk in verhouding tot medeplichtigheid (HR 5 juli 2016). Het bewijs tegen moet zodanig zijn
3
, dat de enige common-sense gevolgtrekking is dat verdachte het feit heeft begaan, tenzij verdachte
een (ontlastende) verklaring heeft voor het bewijs tegen hem. In dat geval mag het zwijgen worden
meegenomen bij de beoordeling van de redengevendheid van het bewijs tegen de verdachte (o.a.
EHRM Krumpholz/Oostenrijk & EHRM O’Donnel’VK). Een formidable case is niet vereist. De absolute
ondergrens is dat de zaak niet enkel op het uitblijven van een verklaring van verdachte kan worden
bewezen, dit is onverenigbaar met het zwijgrecht.
Indien de rechter het zwijgen van de verdachte meeneemt bij een prima facie case leidt dit voorts
niet tot een schending van art. 6 EVRM/zwijgrecht (zie John Murray/VK).
Bijvoorbeeld indien wel kan worden vastgesteld dat het misdrijf door "verenigde personen" is begaan, maar niet direct kan
worden vastgesteld door wie precies. Indien in een dergelijk geval de verdachte zelf kort na het misdrijf wordt aangetroffen
in omstandigheden die op betrokkenheid bij het strafbare feit duiden, kan sprake zijn van een situatie waarin het uitblijven
van een aannemelijk verklaring van de verdachte van belang is voor de beantwoording van de vraag of het tenlastegelegde
medeplegen kan worden bewezen (Nijmeegse scooterzaak).
Echter, dit uitgangspunt is vatbaar voor contra-indicaties. Als daarvan geen sprake is kan de
geciteerde hoofdregel gelden, aldus de HR (nog steeds) in 18 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:967.
Reflectie:
In hoeverre leidt de materieelrechtelijke aanscherping van medeplegen, die de HR in 2014 heeft
aangebracht tot onwenselijke subjectivering van het leerstuk?
er moeten veel factoren worden afgewogen en dat dit tot onvoorspelbare/inconsistente uitkomsten
kan leiden. Omdat er dus moet gekeken naar of er voldoende intellectueel/materieel gewicht is. En
daar worden die 7 factoren bij genoemd. Er is tevens geen rangorde bij die factoren en dat
onduidelijk is of het subjectieve of objectieve aspect moet prevaleren.
In hoeverre leidt de materieelrechtelijke aanscherping van medeplegen, die de HR in 2014 heeft
aangebracht, tot bewijsproblemen die over de band van het bewijsrecht worden opgelost,
waardoor het zwijgrecht ongerechtvaardigd vergaand wordt beperkt?
Doordat er bij twijfel tussen medeplichtigheid en medeplegen nader gemotiveerd wordt door de
rechter en dit lastig is bij situaties waarbij bijv. onduidelijk is wie precies welke handelingen hebben
verricht en dit in een prima facie case is, dan kan het uitblijven van een verklaring van verdachte als
bewijs dienen om medeplegen aan te nemen. Hierdoor wordt het zwijgrecht beperkt, immers
zwijgen kan dan meehelpen aan veroordeling.
1. Bulkinterceptie
Bulkinterceptie:
Bulkinterceptie kan verenigbaar zijn met de vereisten van artikel 8 lid 2 EVRM, zolang het als middel
ter bescherming van de nationale veiligheid en andere gewichtige belangen van de staat wordt
ingezet (Big Brother Watch e.a. t. VK).
Vier fasen in bulkinterceptie:
1. Verzamelen, opslaan en filteren van communicatie.
2. Doorzoeken van de bewaarde bulkdataset met selectoren.
3. De fase waarin de data wordt geannalyseerd.
4. Gebruiksfase, waarin de onderzochte gegevens worden bewaard en gebruikt.
→ Inbreuk op privacy neemt toe per fase.
Vereisten bulkinterceptie:
1. Juridisch kader voorziet in gronden waarop bulkinterceptie is toegestaan;
2. Vermeldt de omstandigheden waarin de communicatie van een individu kan worden
verzameld;
4