Overzichtjes Circulatie ll
Naomi Janssen
Medicatie
Medicatie Toepa Voorbeelden Uitleg
ssing
Trombocytenag Arterië Acetysalicylzuur Remmen COX, ADP, glycoproteïnen IIb/IIIa of
gregatieremmer le (irreversibele prostaglandinen.
s vaatzie acetylering COX Hieronder vallen:
→primaire kten in trombo → - COX-remmers
hemostase afname productie Acetylsalicylzuur, NSAID’s,
tromboxaan → carbasalaatcalcium
minder - ADP-receptorblokkes
trombocytaggreg Clopidogrel, ticagrelor, prasugrel
atie - GPIIb/IIIa-receptorblokkers
Ibuprofen: remt Abciximab (IV), tirofiban (IV)
ook COX, maar
niet selectief en
wel reversibel →
zowel
protrombotisch
als
antitrombotisch
Anticoagulantia VTE VitK: - Vitamine-K antagonisten → remmen
→secundaire DOACs acenocoumarol, factor 2, 7, 9, 10. Duurt lang voordat ze
hemostase : non- warfarine werken, kleine therapeutische breedte,
valvula Factor Xa- trombosedienst wekelijks nodig.
ir AF antagonisten: →gemetaboliseerd door CYP-enzymen
ongefractioneerd - Factor Xa antagonisten (LMWH)
e heparine, - Factor IIa-antagonistenDOACS: directe
LMWH (alleen op Xa-inhibitoren, factor 2a-antagonisten
factor Xa) - Actieve centrum heparine:
DOACs: pentasaccharide Fondaparinux →
Directe Xa stimulatie antitrombine → versterkte
remmers: remming factor Xa (direct) en factor IIa
Rivaroxaban, (indirect)
apixaban, ➔ INR controleren (stollingstijd bloed)
edoxaban, ➔ Overdosis coumarines: vitamine K
betrixaban toedienen
Directe 2a- Individueel risico bloeding inschatten bij gebruik
remmer: anti-coagulantie: HAS-BLED score
dabigatran
Heparines VTE Fraxiparine, 3 soorten heparine:
LE nadroparine - Ongefractioneerd heparine
- LMWH: selectiever voor Xa en minder
voor IIa →dalteparine, enoxaparine
, - Pentasacchariden: zeer selectief voor Xa
→Fondaparinux
Gaan binding aan met antitrombine → werking
hiervan wordt versterkt. Snelle werking. Kunnen
niet oraal worden ingenomen.
Trombolytica Hemo Alteplase, Versnelde afbraak trombosestolsels.
dynam streptokinase, ➔ Wel erg hoog bloedingsrisico
ische urokinase ➔ Moet 4,5 uur na optreden symptomen
instabi toegediend worden
liteit
na
longe
mbolie
ADP- Antitro Clopidogrel Remt selectief en irreversibel de
receptorantago mbotis adenosinedifosfaatreceptor van trombo’s →
nist ch afname binding fibrinogeen aan GPIIb/IIIa-
receptoren → afname trombocytenaggregatie
Statines Post- Bijwerking: SPIERPIJN
myoca Ezetemib als niet werkt
rdinfar
ct,
lipidev
erlage
nd
Fibrinolytica Antitro Streptokinase, Stimuleren afbraak fibrinedraden door
mbotis urokinase versterken van werking van t-PA → activeert
ch plasmine in de lever
Nitraten Venodi Nitroglycerine, Zorgen voor release NO uit gladde spiercellen
latatie Isosorbidedinitraa rond venen → veneuze vasodilatatie → verlaging
t preload en wandspanning → zuurstofverbruik
neemt af en toevoer neemt toe
Nitraattolerantie: nitraatvrije periode (’s nachts)
Bèta-blokkers Hartfal Metoprolol, - Negatief chronotroop (hf)
en, atenol, esmolol, - Negatief inotroop (contractiliteit)
Klasse bisoprolol, - Negatief dromotroop (geleiding AV-
II-anti- nibevolol, knoop)
aritmic propranolol (niet
a selectief),
carvedilol (niet
selectieve B1, B2
en a blokker)
Calciumantagon ACS Dihydropyridine: - Voornamelijk op vaten (arteriële
siten amlodipine, vasodilatatie) → hf gaat zelf iets omhoog
felodipine - Effect op hart: negatief chronotroop,
Niet- negatief inotroop, negatief dromotroop
dihydropyridine: →contra-indicatie B-blokkers
Verapamil,
diltiazem
If- ACS Ivabradine Remming spontane diastolische depolarisatie in
kanaalblokkers SA-knoop → afname hf.
Bijwerkingen: visusstoornissen en AF
,Anti-artimica Ritmes Zie onderstaande Gericht op: automatie, geleidingssnelheid, re-
toornis afbeelding entry
sen Overig anti-aritmica:
- Digoxine (hartglycoside):
Vago-mimetisch effect: bootst effecten van
parasympaticus na. Het remt de Na/K ATP-ase
pomp → SA activiteit gaat omlaag (neg.
Chronotroop), AV-geleiding gaat omlaag (neg.
Dromotroop), contractiliteit verhoogt (positief
inotroop). Bij AF. Bijwerking: hartblok
- Adenosine
- Atropine
Klasse I
1a en 1c: remming open natriumkanalen → EN
meest potent
1b: remming geïnactiveerde natriumkanalen
Klasse IV
Twee soorten calciumantagonisten:
- Niet-dihydropydinen
Met name hart. Verapamil, diltiazem
- Dihydropydinen
Werken vooral op de vaten, kan zelfs de
hartslag versnellen. Amlodipine,
felodipine
Ia: beïnvloedt AV-geleiding
Ib: Beïnvloedt ectopische cellen en Purkinjevezels
Ic: vooral AV-geleiding
Flecaïnide (I):
vertraging geleiding alle hartcellen (vertraagt
influx natriumionen)
Indicaties: supraventriculaire tachy, paroxysmaal
AF en ventriculaire tachycardie.
Oraal, IV, HWT 14 uur
Hepatische metabolisatie, renale klaring.
Bijwerkingen:
Cardiodepressie
Ventriculaire aritmie
Gastro-intestinale klachten
Paresthesieën, duizeligheid, tremor,
metaalsmaak
Amiodaron (III):
Langere refractaire periode en actiepotentiaal
Bij depressie AV-knoop en atriale en ventriculaire
aritmieën
Oraal, IV, HWT 20-100 dagen → oplaaddosis
altijd. Heeft groot verdelingsvolume →
accumulatie in lichaam
Bijwerkingen: grauwe, blauwe kleur huid,
schildklierafwijkingen, pulmonale fibrose,
corneale neerslag, pro-aritmische effecten,
nachtmerries
Verapamil (IV):
, Verlengt geleiding en refractaire periode in AV-
knoop en vermindert activiteit SA-knoop
Alleen bij supraventriculaire aritmieën. NIET bij
ventriculaire aritmieën want kans op
cardiovasculaire collaps. NIET icm B-blokkers
Bijwerkingen: bradycardie, constipatie,
misselijkheid
Fosfodiesterase Contra Milrinon Verhogen cAMP in de cel → positief inotroop
remmers ciliteit effect
verbet
eren
bij
hartfal
en
B-mimetica Systoli Dopamine Directe verhoging cAMP in myocardcel →
sch Dobutamine positieve inotropica
hartfal Nadelen:
en - Alleen IV
- Uitlokkend voor A- en V-ritmestoornissen
- Snelle tolerantieopbouw
Diuretica Overv 3 soorten:
ulling - Lisdiuretica
Furosemide en bumetanide
Werken op opstijgende deel van Henle →
minder opname K+, Na+ en Cl- → afname
waterresorptie → afname preload
Bijwerkingen: hypokaliëmie, hypotensie,
ototoxiciteit
- Thiazidediuretica
Hydrochloorthiazide en chloortalidon
Werken op distale tubulus en blokkeren
Na+ en Cl- kanalen → minder resorptie
zout en water → afname preload
Bijwerkingen: hypokaliëmie, jicht
- Kaliumsparende diuretica
Aldosteronantagonisten: Spironolacton,
eplerenon → uitscheiding Na+ en
behoud K+
Natriumkanaalblokkers: triamtereen
Neprilysine Overv Valsatran Combinatie angiotensinereceptorblokker +
ulling Sacubutril neprilysine-inhibitor. Remt afbraak ANP en BNP
→ meer natriurese → verlaging preload en
afterload
Bijwerkingen: hypotensie, angio-oedeem,
ophoping bradykinine