Dit document bevat een zeer uitgebreide samenvatting van alle stof van het vak Inkomstenbelasting Winst dat wordt gegeven in de Master Fiscaal Recht aan de VU. De hoofdstukken zijn ingedeeld in de stof dat per hoorcollege is behandeld, aangevuld met informatie uit de Cursus Belastingrecht. Voor een...
Hele lange uitgebreide samenvatting. 
 Ik vind vooral de voorbeelden handig en de balansen voor de personenvennootschappen
Door: Haniabd • 1 jaar geleden
Door: E2738 • 1 jaar geleden
Beste Haniabd,

Bedankt voor jouw review en jammer om te zien dat de samenvatting niet aan jouw wensen voldoet. Kan je wellicht toelichten wat jij niet goed vindt? Het document is met de grootste zorg gemaakt, dus ik sta altijd open voor verbetering! Mocht je het bestand nog niet gedownload hebben, dan kan je overigens nog je geld terug vragen!
,Inhoudsopgave
HOORCOLLEGE 1 - ALGEMEEN ..................................................................................................................... 3
HOORCOLLEGE 2 – FISCAAL ONDERNEMERSCHAP .............................................................................. 8
HOORCOLLEGE III – FISCALE WINSTBEPALING .................................................................................. 15
HOORCOLLEGE IV – FUSIE, SPLITSING EN DOORSCHUIFFACILITEITEN .................................... 27
HOORCOLLEGE V – PERSONENVENNOOTSCHAPPEN ......................................................................... 32
HOORCOLLEGE VI – EINDE VAN DE ONDERNEMING .......................................................................... 38
HOORCOLLEGE VII – RESULTAAT OVERIGE WERKZAAMHEDEN ................................................. 47
Voorwoord
Beste student,
Voor je ligt een uitgebreide samenvatting voor het vak Inkomstenbelasting Winst aan de VU
opgesteld in het jaar 2022-2023. De hoofdstukken zijn ingedeeld per hoorcollege en
opgemaakt aan de hand van de hoorcolleges, literatuur en jurisprudentie.
Ik wens je veel succes met het studeren en het tentamen!
2
,Hoorcollege 1 - Algemeen
De Wet Inkomstenbelasting 2001 (hierna: IB) kent een analytische belastingheffing. Dit houdt
in dat geheven wordt per persoon aan de hand van een Boxenstelsel. De IB kent drie boxen:
Box I waarin inkomsten uit werk en woning worden belast, Box II waarin inkomsten uit een
aanmerkelijk belang wordt belast en Box III waarin inkomsten uit sparen en beleggen wordt
belast.1 In Nederland wordt belasting geheven op grond van het draagkrachtbeginsel. Dat
beginsel houdt in dat iedere burger naar mate van zijn inkomen belasting dient bij te dragen
(de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten).2 Ieder offert een relatief gelijk nutsoffer op.
Het inkomen is het meest gemakkelijke en meetbare meting van de draagkracht van een
persoon. Mensen met hogere inkomsten betalen door het draagkrachtbeginsel procentueel
meer belasting. De mate waarin het draagkrachtbeginsel uitoefening vindt in onze
belastingheffing is politiek afhankelijk, maar het blijft het fundament van de Nederlandse
belastingheffing. Onderscheid kan gemaakt worden tussen objectieve draagkracht en
subjectieve draagkracht. Objectieve draagkracht kijkt enkel naar het inkomen van een persoon
en berekend aan de hand daarvan de verschuldigde belasting. Subjectieve draagkracht kijkt
naar persoonlijke omstandigheden en neemt die omstandigheden mee bij de verschuldigde
belasting. Gedacht kan worden aan de persoonlijke verplichting om partneralimentatie te
betalen, dat vormt een aftrekpost in Box I.3 In de literatuur is men van mening dat de
heffingswijze van Box III – een forfaitaire heffing – te veel inbreuk maakt op het
draagkrachtbeginsel. Allereerst omdat niet daadwerkelijk wordt geheven over het inkomen uit
Box III maar forfaitair, en daarnaast omdat geen ruimte is voor tegenbewijs voor de
belastingplichtige. Na een recente uitspraak van de Hoge Raad is de wetgever nu aan zet om
Box III te veranderen zodat het een rechtvaardiger systeem is.4
De belastingwetgeving wordt mede beïnvloed door het instrumentalisme, dat ook gezien
wordt als een inbreuk op het draagkrachtbeginsel. Het instrumentalisme houdt in dat de
wetgever de belastingwetgeving niet alleen gebruikt ter financiering van de staatskas, maar
ook om het huidige politieke klimaat weer te geven. Voorbeeld hiervan is dat tijdens
Prinsjesdag 2022 duidelijk werd dat de hoogte van de MKB-vrijstelling voor ondernemers in
Box I sterk zal worden verlaagd en uiteindelijk afgeschaft. Dat is puur politieke vorming met
het idee om werknemers in loondienst en zelfstandigen gelijker te behandelen met dezelfde
wetgeving. Fiscale regels veranderen vandaag de dag ook door de wens van de wetgever en
de Europese Unie om belastingontwijking/ontduiking tegen te gaan. Het instrumentalistische
gebruik van de belastingwetgeving maakt een inbreuk op de hoofdregel dat wordt geheven op
grond van het draagkrachtbeginsel.
De drie Boxen zijn zojuist al even besproken. Alle inkomsten uit al deze boxen tezamen
wordt het verzamelinkomen genoemd. Door het analytische stelsel van Boxen is het
verzamelinkomen niet van groot belang, geheven wordt immers per Box.5 Een analystisch
belastingstelstel houdt in dat per afzonderlijke inkomstenbron wordt geheven en niet over het
gehele inkomen van een jaar. De bronnentheorie houdt in dat inkomen al hetgeen is dat uit
een permanente bron van inkomen toevloeit. Door deze omschrijving vallen sommige
inkomsten buiten de heffing van de inkomstenbelasting omdat zij niet permanent zijn zoals
1
Zie voor een eenvoudig overzicht hiervan artikel 2.3 en 2.4 IB.
2
Dat is volgens onderzoek echter niet absoluut het geval:
https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/CPB-Policy-Brief-Ongelijkheid-en-herverdeling.pdf
3
Artikel 6.1 lid 2 sub a IB.
4
Hoge Raad 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1936, BNB 2022/27.
5
Het is wel van belang bij de berekening van toeslagen, studiefinaciering en giften ect.
3
, bijvoorbeeld schenkingen en casinoprijzen. Deze worden vaak wel elders belast
(Successiewet, Wet op kansspelen). Het kan voorkomen dat een bepaald soort inkomen als
meerdere bronnen kan worden aangemerkt, zoals bijvoorbeeld loon, winst uit onderneming én
resultaat overige werkzaamheden. Artikel 2.14 IB bepaalt de rangorde voor dergelijke
situaties. Uit dat artikel blijkt dat de eerste bron die je op chronologische wijze tegenkomt in
de wet, die als belastbare bron wordt aangemerkt.
Voorbeeld
Peter is werkzaam als advocaat bij een advocatenkantoor (maatschap) welke zeer
hoog staat aangeschreven. Omdat dit kantoor zoveel aanzien heeft, is een juridisch
tijdschrift bereidt om €1500 per maand aan Peter te betalen als hij artikelen schrijft
voor het tijdschrift. Deze bron kan worden aangemerkt als resultaat overige
werkzaamheden én als winst uit onderneming omdat hij de artikelen mag schrijven
door de reputatie van het advocatenkantoor. De voordelen die hij verdient met het
schrijven van de artikelen worden mogelijk gemaakt door zijn onderneming. In de
rangorderegeling staat dat de bron die je als eerste tegenkomt in de Wet IB die voor
jou van toepassing is, moet worden gebruikt. In de Wet IB staat winst uit onderneming
als eerste en dus zal het als zodanig worden belast.
Winst uit onderneming houdt in dat een onderneming wordt gedreven, dat is volgens de Hoge
Raad een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal met het oogmerk voordeel te behalen.
Dat komt in een later college nog terug. Er kan door de bronnentheorie pas geheven worden
indien sprake is van een bron. Om te spreken van een bron dient cumulatief voldaan te zijn
aan de volgende drie vereisten:
- Er wordt door de belastingplichtige deelgenomen aan het economisch verkeer; en
- Hij moet het oogmerk hebben om een voordeel te behalen; en
- Het voordeel moet redelijkerwijs te verwachten zijn.
Door deze voorwaarden vallen hobbymatige activiteiten buiten de definitie van een bron, er
wordt daarmee immers geen voordeel verwacht of beoogd. Ook speculatiewinsten worden
niet aangemerkt als een bron voor de IB omdat daarbij niet redelijkerwijs een voordeel
veracht kan worden. Speculatiewinsten kunnen worden belast in Box III als inkomen uit
sparen en beleggen. De fiscus oordeelt niet over de aard van de activiteiten bij de
belastingheffing. Ook onzedelijke of onwettige activiteiten worden belast. Voor inkomsten uit
criminele activiteiten gelden wel specifieke regels met betrekking tot de aftrekbaarheid van
kosten, zie artikel 3.14 IB.
De tarieven in Box I
In artikel 2.10 IB staan de tariefschijven van Box I. Deze wijzigen elk jaar een beetje. Over de
eerste schijf worden premies volksverzekeringen geheven bij de belastingplichtige waardoor
het belastingtarief effectief per saldo gelijk is aan schijf 2. In de derde schijf staat het
toptarief. De tarieven zijn progressief, dat wil zeggen dat naarmate je meer inkomen geniet, je
draagkracht stijgt en dus ook je belastingheffing stijgt. Dit is nodig om een hoger nutoffer te
verkrijgen van personen met een hoger inkomen, hetgeen ten grondslag ligt aan het
draagkrachtbeginsel.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper E2738. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.