Literatuur van de middeleeuwen
Historische context
1.1 val West-Romeinse rijk
in 476 kwam er een eind aan het Romeinse rijk, wat ervoor zorgde dat latijn niet
langer meer de spreektaal was. Dit was daarentegen nog wel de taal die de geleerden
en geestelijken gebruikten. De Christelijke kerk breidde zijn macht en invloed uit ai
kerstening; Overal in West-Europa werd het christendom als officiële religie.
In 632 overleed de profeet Mohammed van de Islam. Dit was toentertijd een groter
groeiende religie. De christenen voerden oorlog met hen in Jerusalem, in de vorm van
kruistochten.
In 800 werd Karel de Grote tot keizer gekroond. Hij zorgde voor rust en vrede in
west Europa, iets wat daarvoor niet het geval was.
1.2 Lage Landen
De Nederlanden bestonden uit een aantal gewesten, net zoals België. Er was ook geen
voertaal.
Het gewest Holland werd bestuurd door een graaf. Die breidde zijn macht uit via
verovering en strategische stadsrechtschenking, waardoor steden ontstonden. Een paar
steden verenigden zich in de Hanze.
1.3 Standentheorie
Adalbero ontwikkelde de standentheorie, waarin de maatschappij werd
onderverdeeld in drie groepen; de boeren, de adel en de geestelijkheid.
1.4 Geestelijkheid
Er was reguliere en seculiere geestelijkheid. Reguliere geestelijkheid waren
wat minder hoge rangen, zoals monniken of nonnen. De seculiere
geestelijkheid waren de hogere rangen, zoals bisschoppen, pastoors, etc.
1.5 Adel en ridders
Ridders waren de kern van het leger. Deze kwamen van adel. Door de feodaliteit
nam de adelheer boeren in dienst. In ruil voor veiligheid moest deze boer dan
allerlei klusjes voor de heer doen en oogsten aan hem afstaan. Toentertijd was de
maatschappij nog zeer agrarisch. De ridder werd steeds belangrijker in de
middeleeuwen, omdat ze vaak werden gebruikt bij het verdedigen van eigendom
van een heer. Zij leefden onder een zogeheten eercultuur, een cultuur waarin
iemands norm voor gedrag afhangt van de reactie die hij /zij daarmee uit anderen
krijgt.
,1.6 Burgerij
In de steden kwam er een burgermentaliteit, waar het vooral ging om compromissen sluiten,
in plaats van vechtlust.
1.7 Schrijfcultuur
Tot de twaalfde eeuw werd er vooral geschreven door monniken. Maar door de
verstedelijking, en de administratie die daarbij hoort, ontstond er een schrijfcultuur. Er waren
dus drie instanties waarin literatuur belangrijk was; de adellijke hoven, het publiek in de
steden en in het geestelijk klooster. Door de boekdrukkunst konden boeken snel verspreid
worden. Handgeschreven boeken noemen we daarom nu manuscripten.
Culturele context
2.1 Theologie en Kennis
In de tijd van de middeleeuwen werd kennis via theologie meer gewaarborgd dan kennis via
kennis of filosofie. Thomas van Aquino trok een grens tussen de twee; theologie ging over
goddelijke waarheden die het verstand te boven gaan, terwijl filosofie over wereldlijke kennis
ging. De filosofie was dan ook neoplatonistisch georiënteerd; mensen zochten de waarheid
via hun zintuigen. De wereldlijke kennis limiteerde zich tot de artes liberales; de zeven vrije
kunsten. Hierin werden allerlei academische onderwerpen zoals grammatica en wiskunde
behandeld.
2.2 Kunst in de middeleeuwen
Symboliek stond centraal; concrete onderwerpen hadden eigenlijk een diepere mening. Er
werd ook vaak in opdracht gewerkt, er was artistieke traditie en kunst had een moraliserende
functie.
Een belangrijk symbool uit die tijd was het licht. Hiermee werd vaak verwezen naar Jezus
Christus. Dit stond zeker centraal bij de bouw van Gothische kathedralen.
2.3 Muziek
Muziek is ook in te delen in een religieuze en wereldlijke stroming. Paus Gregorius I deelde
bepaalde liederen in bij bepaalde gelegenheden. Dit wordt nu Gregoriaanse muziek genoemd.
Wereldlijke muziek werd uitgevoerd door rondtrekkende zangers en muzikanten, zoals
troubadours, trouvèrez of Minnesänger. Dit kwam vooral voor bij de adel.
2.4 Hoofsheid
‘hoofsheid’ was een ideaal om naartoe te streven bij de hofcultuur. Hierbij was zelfbeheersing
een belangrijk principe. Hoofsheid werd daarom ook vaak afgebeeld in literaire werken uit die
tijd als iets goeds, vooral bij hoofdsliefde, waarbij de man juist moeite doet voor de vrouw.
Dit was uitdagend en zwaar, maar uiteindelijk lonend. De hoofse cultuur begon door zijn
groeiende populariteit een tegenpool van de christelijke, kerkelijke cultuur te worden.
, Literaire ontwikkelingen Middeleeuwen
Belangrijke middeleeuwse schrijvers;
Hendrik van Veldeke; kwam uit een ridderlijk gezin, kon Frans en Latijn spreken en was een
clericus; een kerkelijke opgeleide. Van Veldeke werkte voor graven.
Diederic van Assenede; schreef Floris ende blancefloer en was kanselarijklerk aan het
Vlaamse hof.
Jacob van Marlant; schreef de eerste natuurencyclopedie in volkstaal. Werkte waarschijnlijk
aan het Hollandse graven hof.
Schrijvers hadden vaak ook een baan waar ze, tja, schreven. Overigens werkten ze ook in
opdracht. De opdrachtgever, genaamd de mecenas, gaf de opdracht een literair werk te laten
schrijven of te vertalen. Literatuur had toentertijd een vermakende, maar ook een belerende
functie.
Veel middeleeuwse werken gaan terug naar de bron. Originaliteit was geen vereiste. Veel
werken waren dusdanig ook gebaseerd op traditionele werken.
Omdat de meeste mensen niet konden lezen, werden literaire werken voorgelezen aan een
publiek.
3.2 Ridderroman
De ridderroman was eliteliteratuur, literatuur voor de adel en ridderschap. De ridderroman
was vooral bedoeld voor jongeren aan het hof. De ridderroman bood lessen aan en moralen
die de jongeren na moesten volgen.
Desalniettemin had de ridderroman ook een ontspannende functie. Er waren overigens wel
verschillende versies van de ridderroman; de Oosterse roman gaat om een hoofs
liefdesverhaal wat zich in het oosten afspeelt (kruistochten) terwijl er ook ridderromans waren
die zich afspeelden in Troje, genaamd antikiserende romans. De Karelepiek gaat over
grootse heldendaden van Karel de Grote, en is afkomstig van de chanson de geste, uit de
Franse literatuur. Dit waren liederen over waargebeurde gebeurtenissen over helden. De
onderwerpen gingen vaak over de strijd tegen heidenen en de spanningen tussen de vorst en
de opstandige vazallen. Dit is te verklaren door de toenemende centralisatie van de vorst en de
kruistochten.
De belangrijkste chanson de geste is Chanson de Roland , die gaat over hoe Karel met de hulp
van God de heidenen die hem achternazitten verslaat.
Arthurepiek zijn heldhaftige verhalen over koning Arthur. Dit werd geschreven als een
historisch feit waarin er verslag werd gedaan over de Britse geschiedenis.
De eerste Arthurromans werden geschreven door Chrétien de Troyes. Zijn verhalen waren
niet historisch gebaseerd. De verhalen gingen over liefde en ridderschap. Het hof van koning
Arthur is het hoofse modelwereld, met een doordachte structuur en onderling vertrouwen. Er
is sprake van een hofdag, en de wereld waarin zich de verhalen afspelen zijn meestal
sprookjesachtig. De hoofdpersoon gaat op een zoektocht.