Een samenvatting voor het Volkshuisvestingsrecht wat gegeven wordt in de afstudeerrichting Recht en Stedelijk Maatschappelijke Vraagstukken. Het is een combinatie van het boek Werken aan Wonen, de les, gastcollege en jurisprudentie. Ook de wetsartikelen zijn erin verwerkt.
Soorten wetten
1. Woningwet (1901):
- Bouwvoorschriften: de wet regelde aan welke eisen woningen moesten voldoen en hoe dat
gecontroleerd zou worden.
o In een bouwverordening moet elke gemeente de eisen aan woningen vastleggen.
o Particulieren moeten bij de gemeente voor het bouwen een bouwvergunning aan-
vragen.
o Voor het uitoefenen van controle kwam er per gemeente een dienst Bouw- en Wo-
ningtoezicht.
- Toegelaten instellingen: de wet regelde welke instellingen voor sociale woningbouw moch-
ten zorgdragen en daartoe financiële steun konden krijgen.
2. Woonruimtewet (1947), tegenwoordig de Huisvestingswet (1992 en daarna 2014):
- De gemeenten bepaalden nu wie er in aanmerking kwam voor een vrijgekomen huurwoning.
3. Huurwet (1950):
- Regelde de huurbescherming en de huurprijzen.
- Dit wordt nu geregeld in Burgerlijk Wetboek 7.
- Als je woont in een vrije sector woning heb je op de huurprijzen die in de huurwet worden
geregeld geen recht.
Relevante organisaties
- Aedes: vereniging van alle woningcorporaties.
- Woonbond: landelijke vereniging voor huurders en woningzoekenden. Zij proberen huurders
te helpen.
- Vereniging eigen huis: voor huiseigenaren. Zij vertegenwoordigen de belangen van de ko-
pers.
- Huurdersorganisatie: een vereniging of stichting die de belangen van huurders van een be-
paalde verhuurder behartigt.
Volkshuisvesting in de periode van de industrialisatie (1850 – 1945)
- Huisvesting was vooral een zaak van particulieren.
- In de tweede helft van de 19e eeuw kwam de industrialisatie op gang.
- Arbeiders trokken naar steden om werk te vinden, maar daar waren nauwelijks woningen
voor hen beschikbaar.
- Woningeigenaren splitsten hun toch al kleine woningen om nog meer huur te kunnen innen.
- In 1852 werd de eerste woningbouwvereniging opgericht.
- Particulieren waren van mening dat arbeiders een woning nodig hadden. Ze waren bezorgd
voor de volksgezondheid. Door de slechte woonomstandigheden werden de arbeiders ziek.
De Woningwet is gekomen onder maatschappelijk druk door de particulieren.
- De overheid moest wat gaan doen aan de woningnood en de slechte omstandigheden van de
woningen.
- Er ontstond overheidsbemoeienis door bouwvoorschriften en de regeling toegelaten instel-
lingen.
Volkshuisvesting vanaf de wederopbouw tot de jaren zeventig (1945 – 1970)
- Na de Tweede Wereldoorlog moest Nederland wederopgebouwd worden.
- Tijdens de wederopbouw had herstel van de economie voorrang, waardoor de woningnood
toenam.
- De volkshuisvesting werd vanaf nu centraal geleid en gefinancierd door de overheid.
- De verzorgingsstaat ontstond en de overheid kreeg taken Art. 22 lid 2 Gw:
1
, A. Bouwen: de overheid bouwt zo veel mogelijk woningen. Er ontstonden veel aantallen
aan identieke woningen, door de systeembouw.
B. Verdelen: het tekort aan woningen maakte een verdelingssysteem urgent. De gemeente
bepaalde wie er in aanmerking kwam voor welke woning. De woonruimtewet werd aan-
genomen.
C. Financieren: de huurwoningen werden betaalbaar gehouden door middel van subsidies.
o Objectsubsidie: subsidie op de huizen. Gerelateerd aan het huis, de woning wordt
gebouwd door subsidie. Om meer woningen te bouwen met een lage huur. De on-
rendabele toppen worden op deze manier gecompenseerd.
o Subjectsubsidie: subsidie voor de mensen die de woningen huren. De huurtoeslag.
Voor mensen die hun woning niet kunnen betalen.
De recente geschiedenis van het wonen (vanaf 1970)
- Met de economische groei en de toename van de welvaart klinken geluiden om minder
staatssteun in de huisvesting te stoppen en de burger zelf meer te laten bijdragen.
- De overheid moest zich inspannen voor behoorlijke huisvesting.
- Dit is vastgelegd in de Grondwet en geeft ons een sociaal grondrecht.
- De corporaties kwamen in de jaren 80 op eigen benen te staan.
- In de jaren 90 stond de privatisering van de collectieve sector centraal.
Huidige problematiek woningmarkt 21e eeuw
- Er zijn hoge wachtlijsten voor sociale huurwoningen.
- Financiering voor een koopwoning is moeilijker geworden. De overheid heeft de voorwaar-
den/eisen omhoog geschroefd.
- Er spelen eventuele restschulden bij de verkoop van woningen.
- Er is schaarste aan duurdere betaalbare huurwoningen.
1. Kinderen willen het huis uit maar er is geen woning
2. Er is sprake van vergrijzing
3. Nieuwe woningen bouwen is duur en door de crisis wordt er niet veel meer gebouwd.
Onderverdeling woningmarkt
- De woningmarkt is verdeeld in twee delen:
1. Koopwoningen: het draait om vraag en aanbod.
2. Huurwoningen: de huurwoningmarkt is verdeeld in drie segmenten:
A. Geliberaliseerde huurwoningen:
- De vrije sector huurwoningen.
- Dit zijn de huurwoningen die boven de huurgrens van 710 euro zitten.
B. Sociale/gereguleerde huurwoningen:
- Dit zijn de huurwoningen die onder de huurgrens van 710 euro zitten.
- Het maakt hiervoor niet uit of de woningen van een particuliere verhuurder zijn of van een
woningbouwvereniging.
o Je hebt recht op huurtoeslag
o Er is woonruimteverdeling
o Er is een woningwaarderingsstelsel (de woning wordt getoetst)
o Er is een huurcommissie (je hebt hier recht op)
C. Onderhuur:
- Is vaak illegaal, maar dit is niet altijd het geval. Je kunt ook onderverhuren met toestemming
van de verhuurder.
- De onderhuurder wordt wel beschermd indien hij niet kan weten dat hij illegaal onderhuurt.
Huurwoningverdeling
- De Woonruimtewet werd vervangen door de Huisvestingswet.
2
, - De gemeenten kregen de verantwoordelijkheid om in een huisvestingsverordening de
schaarse sociale huurwoningen en de goedkope koopwoningen te verdelen onder de lage in-
komens.
- Door de huisvestingsverordening werd de woonruimteverdeling gereguleerd door de ge-
meente.
Scheefwonen:
- Je woont in een woning die niet past bij je inkomen.
A. Duur scheefwonen: mensen verdienen te weinig voor hun huurwoningen en wonen
hierdoor te duur.
B. Goedkoop scheefwonen: mensen verdienen te veel voor hun huurwoning en betalen
hierdoor te weinig.
Problematiek scheefwonen
- Er is te weinig doorstroom van mensen met een hoger inkomen. De doorstroming van sociale
huurwoningen stagneert hierdoor.
- De kloof tussen de huur- en de koopmarkt is te groot.
- Men verdient teveel voor de sociale huurwoningen maar te weinig om te kopen.
- Daarnaast is het moeilijk om de financiering voor een koopwoning rond te krijgen.
Doel:
- Een grotere diversiteit van de woningvoorraad.
- Een groter accent op koopwoningen, door middel van een lage hypotheekrente en de aftrek
van de hypotheekrente.
Woonakkoord 2013
- De overheid met een aantal belangenorganisaties waaronder Aedes, Makelaarsorganisaties,
De Nederlandse Woonbond en Vereniging Eigen Huis wilde een akkoord sluiten.
- In het woonakkoord 2013 zijn de volgende afspraken gemaakt:
1. Inkomensafhankelijke huurverhoging: de huurverhoging wordt met maximaal 6,5 procent
verhoogd en is van het inkomen afhankelijk. Dit voorkomt scheefwonen.
2. Woningwaarderingsstelsel: de maximale huur blijft gebaseerd op dit stelsel.
3. Aflossing eigenwoningschuld binnen 30 jaar: de hypotheekrente aftrekt kost de staat name-
lijk teveel geld.
4. Verhuurdersheffing: de verhuurders van sociale huurwoningen dienen sinds 2013 0,00014%
van de WOZ-waarde over de woning te betalen.
Geschiedenis van de woningen
- De vormgeving van huizen moet voldoen aan de technische voorwaarden van ons wonen.
- Milieueisen worden steeds dringender en omgezet in bouweisen.
- De inrichting van woonwijken weerspiegelt ook de heersende ideeën over hoe mensen zou-
den moeten wonen en leven.
o Landelijke visie: uitte zich in het ideaal van tuindorpen (in het groen gesitueerde wij-
ken met een dorps karakter die tegen de stad aan werden gebouwd).
o Stedelijke visie: uitte zich in hoogbouw (
- De veranderingen in de maatschappij vertalen zich altijd in veranderingen in de ruimtelijke
ordening.
- Door de mobiliteit kon men ergens anders wonen dan waar zij werken.
Binnenhuis:
- De woningwet bepaalde dat de wc niet meer op de keuken mocht komen, dat elke slaapka-
mer een open raam moest hebben en wat de minimale omvang van de kamers moest zijn.
- Verwarming veranderde van de kolenkachel alleen in de huiskamer naar verwarming in bijna
het hele huis met de komst van de gaskachels en de centrale verwarming.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper NaomiSamantha. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.