1
,Inhoudsopgave
1. De anatomie van de onderste en bovenste luchtwegen……………………………………………………………….3
2. Omschrijving van de belangrijkste functies van het ademhalingsstelsel………………………5
3. De deelprocessen van de ademhaling…………………………………………………………………………………………………………….7
4. Beschrijven van fysiologie van de ademhaling (ademprikkel,ventilatie en
diffusie).............................................................................................................................................................................9
5. Factoren die de ademarbeid beïnvloeden en op welke manier……………………………………………11
6. Je kunt afwijkende adem geluiden, bewegingen en patronen
beschrijven en herkennen…………………………………………………………………………………………………………………………………………….12
7. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Allergische Rhinitis…………..……………….13
8. Wat de pathologie, oorzake, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Sinusitis………………………………………………………..14
9. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Tonsillitis………………………………………………………15
10. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Faryngitis……………………………………………………..16
11. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Laryngitis………………………………………………………17
12. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van OSAS…………………………………………………………………18
13. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Griep………………………………………………………………….19
14. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Astma exacerbatie……………………….…….20
15. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van COPD…………………………………………………………………21
16. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Pleuritis………………………………………………………..…22
17. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Pneumonie…………………………………………………23
18. Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Longembolie…………………………………………….24
19. 2Wat de pathologie, oorzaken, gevolgen, diagnostiek, behandeling, symptomen,
risicofactoren, complicaties en preventie zijn van Pneumothorax…………………………………………25
2
,De opbouw van de onderste - en bovenste
luchtwegen
Positie van de longen
De longen liggen in het mediastinum waar ook het hart, grote bloedvaten, slokdarm en
de luchtwegen liggen. De onderkant van de longen lopen tot het diafragma en de
bovenkant tot de sleutelbenen. Een long heeft kwabben. De rechterlong heeft 3
kwabben en links zijn er 2. Dit komt doordat het hart meer naar links ligt.
Buitenkant longen
De longen zijn omgeven met een pleura die twee lagen heeft:
- Pleura visceralis (zit aan de long vast)
- Pleura parietalis (zit aan de thorax vast en bekleed de binnenkant van de
borstkas.)
Tussen de pleura zit er een laagje pleuravocht wat twee functies heeft: de twee lagen
kunnen gemakkelijk over elkaar heen bewegen tijdens de ademhaling, ze blijven kleven
aan elkaar en het zorgt voor oppervlaktespanning waardoor de longen niet inklappen.
Functies van het respiratoire stelsel (tractus respiratorius):
- Verantwoordelijk voor uitwisseling van gassen tussen de longen en de
buitenlucht, zuurstof en koolstofdioxide
- Gaswisseling vindt plaats in beide longen, die anatomisch van elkaar verschillen:
De rechterlong bestaat uit drie longkwabben en is groter van formaat. De
linkerlong bestaat uit twee longkwabben en is kleiner van formaat vanwege het
hart
- Onderverdeeld in bovenste en onderste luchtwegen
De luchtwegen kunnen worden
onderverdeeld in:
Bovenste luchtwegen (geleidende zone):
Verbinding tussen buitenlucht en onderste
luchtwegen
- Neus
- Sinus paranasales (Neusbijholten)
- Cavitas nasi (Neusholte)
- Cavitas Oris ( Mondholte)
- (Oro) Farynx (Keelholte)
De functies van de bovenste luchtwegen zijn:
- Opwarming, bevochtiging en zuivering
van de ingeademde lucht. Dit is vooral
belangrijk voor de onderste
luchtwegen, omdat deze zo worden
beschermd tegen afkoeling en uitdroging.
- Reukzin
- Betrokken bij stemvorming
- Bescherming tegen pathogenen (tonsillen)
3
,Onderste luchtwegen ( Respiratoire zone) :
Hier vindt gaswisseling plaats tussen de longen en de circulatie
- Trachea (Luchtpijp)
- Larynx (strottenhoofd)
- Hoofdbronchi
- B2ronchi
- Bronchioli
- Alveoli (longblaasjes)
De functies van de onderste luchtwegen:
- Gaswisseling
- Slikfunctie
- Stemgeluid
- Hoestreflex
- Bescherming tegen pathogenen
4
, Omschrijving van de belangrijkste functies van het
ademhalingsstelsel
Hieronder zal ik als eerste de functies van elk aspect in de bovenste luchtwegen
vermelden.
De neus en de neusbijholten
- De neus is de primaire weg waarlangs de lucht, het ademhalingsstelsel
binnenkomt.
- Via de twee neusopeningen stroomt het lucht langs allerlei trilhaartjes (cilia) deze
vangen hele grote deeltjes uit de lucht en filteren de lucht.
- Via de neusopeningen komt dan de lucht in de linker en de rechter neusholte
2(cavitas nasi)
- Deze holtes lopen diep door naar achteren en liggen boven op het harde
gedeelte van de mond.
- De neusholten (fossa nasalis) zijn twee diepe, met lucht gevulde ruimten.
- Deze worden gescheiden van elkaar door het septum nasi (neustussenschot)
bestaat uit een voorste deel van elastisch hyalien kraakbeen en een achterste
deel van bot.
- Het voorste kraakbeen van de neus vormt de neuspunt en de neusbrug. Dit
kraakbeen wordt aan de bovenkant rond de oogkassen ondersteund door het os
nasale (neusbeen) aan de mediale zijde en de maxilla (boven kraakbeen) aan de
laterale zijde.
- Aan beide zijkanten van de neus bevinden zich de ala nasi (neusvleugels)
gevormd uit een dikke laag bindweefsel. - De ala nasi ondersteunen de
neusopening, waardoor deze niet dichtvalt.
De bovenwand en de zijwanden van de neusholte bestaan uit schedelbeenderen, waarin
verbindingen tussen de neusholte en de sinus paranasales (neusbijholten) liggen. De
bovenwand wordt gevormd door:
- Os sphenoidale (wiggenbeen)
- Os ethmoidale (zeefbeen)
- Os nasale (neusbeen)
- Samen: de lamina cribrosa
In het os ethmoidale lopen vezels van de nervus olfactorius (reukzenuw) die sensoren
bevatten voor geurprikkels. De bovenwand van de neusholte, de bovenste concha
nasalis (neusschelp) en het septum bevatten reukepitheel, waarmee het mogelijk is om
geuren waar te nemen.
In de neus lopen 3 Driebenige neusschelpen
Conchae nasalis = Driebenige neusschelpen
Die zorgen ervoor dat de neusholte in drie gangen verdeeld worden waarlangs de lucht
stroomt richting de keelholte. En zorgen zij voor turbulentie:
- Geurstoffen bij de sensoren van de reukzenuw in het neusepitheel terechtkomen
- Stof en andere deeltjes uit de lucht weggevangen worden
- De lucht wordt verwarmd en bevochtigd
5