Goederenrecht Athena
Begrippenkwesties
Cessie = levering van een vorderingsrecht op naam aan een derde.
Schuldenaar (debiteur) = degene die de vordering moet betalen.
Schuldeiser (Crediteur) = degene aan wie betaald dient te worden.
Cessionaris = degene die na cessie de nieuwe eigenaar is geworden.
Cedent = voormalige schuldeiser
Hoe word je eigenaar van een goed?
Art. 3:80 BW: ‘men kan goederen onder algemene titel en onder bijzondere titel
verkrijgen’ (derivatieve eigendomsverkrijging) – HR Blaauboer/Berlips
Originaire eigendomsverkrijging: doet zich voor bij schepping nieuw goed of
wanneer recht opgaat in ander recht. In beginsel vervallen alle eventuele
vroegere rechten van anderen op goed:
o Natrekking op grond van art. 5:14 jo. 5:3 BW jo. 3:4 BW
o Vermenging ex art. 5:15 BW (HR Texeira de Mattos jo. HR Zalco)
Eigenlijke vermenging: door vermenging van goederen ontstaat
een nieuwe zaak; de oude verliest identiteit.
Oneigenlijke vermenging: oude zaken behouden identiteit, maar
zijn niet meer van elkaar te onderscheiden. Je wordt dan de
facto eigenaar; en als houder verondersteld bezitter te zijn
van de goederen (wettelijke bewijsvermoedens) ex art. 3:109 BW jo.
3:119 BW.
Eigendomsvoorbehoud gaat bij oneigenlijk
vermenging niet teniet. Maar je kan feitelijk niet meer
revindiceren. (Art. 5:2 BW)
o Zaaksvorming ex art. 5:16 BW: het maken van een nieuwe zaak uit andere
roerende zaken. (Lid 2 gaat voor op lid 1) (HR Hollandse Kuikenbroederij)
o Vinderschap (Art. 5:5 e.v. BW)
Bescherming art. 3:88 BW – onroerende zaken (Art. 3:89 BW)
Dit artikel heelt beschikkingsonbevoegdheid van vervreemder, cumulatieve
vereisten:
o Het moet gaan om een vorderingsrecht of onroerende zaak;
o De verkrijger moet te goeder trouw zijn (Art. 3:11 BW)
o De onbevoegdheid vloeit voort uit de ongeldigheid van een eerdere
overdracht ooit én niet uit de onbevoegdheid van de vervreemder bij die
eerdere overdracht.
Bescherming art. 3:86 BW – roerende zaken (Art. 3:90 BW)
Dit artikel heelt de beschikkingsonbevoegdheid, cumulatieve vereisten:
o Het moet gaan om roerende zaak + overdracht moet anders dan om niet
geschieden;
o Verkrijger moet te goeder trouw zijn (Art. 3:11 BW)
o Geldige levering + geldige titel
Diefstal, bijzondere regeling ex art. 3:86 lid 3 BW:
o Een bestolen eigenaar kan drie jaren zijn eigendom revindiceren als art.
3:86 lid 1 BW slaagt, tenzij de derde een consument is en de zaak in
een winkel gekocht heeft.
Wegwijsplicht (Art. 3:87 BW): als verkrijger binnen 3 jaar na overdracht wordt
gevraagd waar het goed vandaan komt, moet hij ‘wegwijzen’ omdat hij anders
alsnog niet beschermd wordt (aanvulling op eis van goede trouw)
Vorderingsrecht art. 3:94 BW
Ook vorderingen kunnen geleverd en overgedragen worden aan derden
(vermogensrechten)
Vorderingsrecht bestaat in drie varianten: aan toonder, aan order of op naam.
, Overdracht van vordering noemen we cessie; werkt via weg van art. 3:84 lid 1 BW
(O = LTB)
Openbare cessie: eisen: akte + mededeling aan debiteur (Art. 3:94 lid 1 BW)
Stille cessie: authentieke akte of geregistreerde onderhandse akte (mededeling
NIET vereist) (lid 3)
Art. 3:84 BW (nemo-plus, prioriteitsregel)
Nemo plus-regel: niemand kan meer overdragen dan hij zelf heeft.
o Indien rechtsvoorganger geen rechthebbende was, word jij het ook niet.
o Indien rechtsvoorganger een goed had dat bezwaard was met beperkt
recht, jij een goed krijgt dat bezwaard is met beperkt recht.
Prioriteitsregel: het oudere recht gaat voor het jongere recht.
Levering bij roerende zaken niet-registergoederen
Feitelijke machtsverschaffing (Art. 3:114 BW): feitelijke handeling
Traditio constitutio possessorio (Art. 3:115 sub a BW): bezitter wordt houder voor
nieuwe bezitter. (Tweezijdige vormvrije verklaring): houder kan niet c.p. leveren,
alleen een bezitter kan c.p. leveren
o Relativering levering c.p.: levering is geldig en werkt in beginsel jegens
iedereen, behalve tegen bepaalde personen omdat levering voor
buitenwereld niet zichtbaar is en derden soms beschermd worden. (Art.
3:90 lid 2 jo. 3:284 lid 2 jo. 7:42 BW)
o B levert de fiets aan A, waar A de fiets weer aan B geeft o.g.v bruikleen
overeenkomst.
Traditio brevi manu (Art. 3:115 sub b BW): houder wordt bezitter. (Tweezijdige
vormvrije verklaring):
o B leent goed van A, hij is dan houder, als B het goed wil overkopen wordt
hij Bezitter.
Traditio longa manu (Art. 3:115 sub c BW): houder voor de een wordt houder voor
de ander (tweezijdige vormvrije verklaring + mededeling)
o Als A zijn fiets laat repareren bij fietsenmaker en ondertussen zijn fiets
verkoopt aan B.
Verhaal door individuele schuldeiser
Art. 3:276 BW: een schuldeiser kan zijn vordering op alle goederen van zijn
schuldenaar verhalen.
Verhalen = het innen van de vordering door goederen van de schuldenaar in
beslag te laten nemen om zich vervolgens op de opbrengst te verhalen.
Verrekening in algemeen (Art. 6:127 t/m 6:141 BW)
Hoofdregel art. 6:127 lid 1 BW: ‘wanneer een schuldenaar die de bevoegdheid tot
verrekening heeft, aan zijn schuldeiser verklaart dat hij zijn schuld met een
vordering verrekent, gaan beide verbintenissen tot hun gemeenschappelijk beloop
teniet.’
Verrekening werkt niet automatisch; een (vormvrije) verklaring is nodig. (Art. 3:37
lid 1 BW)
Verrekening bij bankrekening (Art. 6:140 lid 1 BW)
Bankrekening is rekening-courantverhouding tussen bank en klant.
Vorderingen worden bijgehouden op één rekening: als vordering van bank groter
wordt dan debetsaldo (schulden), en als vordering van klant groter is dan
creditsaldo.
Vorderingen op naam worden over en weer automatisch met elkaar verrekend ex
art. 6:140 lid 1 BW.
Als bank failliet gaat dan wordt de vordering van rekeninghouder een concurrente
vordering.
, Debitering van rekening; nakoming van verbintenis van de bank uit rekening-
courant.
Executoriaal beslag
Vordering innen is lang niet altijd mogelijk via verrekening; soms beslag worden
gelegd of faillissement worden aangevraagd. Vereisten hiervoor zijn:
o Er moet een geldvordering bestaan;
o Je moet executoriale titel van rechter krijgen;
o Er moeten een of meer goederen van debiteur zijn waarop beslag kan
worden gelegd;
o Goederen moeten verkocht worden en opbrengst moet geïnd en verrekend
worden met vordering.
Beslag leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid van degene ten laste
van wie dat beslag is gelegd en staat dus ook niet in de weg aan
overdracht van de beslagen zaak aan een derde. (Dit is (relatief blokkerende
werking jo. Art. 453a Fw.)
Indien goederen waarop beslag is gelegd voldoende opleveren om vordering te
voldoen, geldt art. 3:297 BW: bevrijdende betaling. (Bevrijdende werking van
de executie)
Hoofdregel: goederen van derden kunnen in beginsel niet uitgewonnen worden
voor de schuld.
Gevaar: debiteur kan kiezen om al zijn goederen over te hemelen naar bevriende
derde (Art. 3:84).
Actio pauliana (Art. 3:45 e.v. BW): remedie om dergelijke overdracht terug te
draaien:
o Er is sprake van onverplichte rechtshandeling van schuldenaar en
schuldenaar wist of behoorde te weten dat schuldeiser benadeeld zou
worden door deze rechtshandeling.
Indien aan voldaan? Overdracht in strijd met goede zeden hierdoor vervalt
geldige titel!
Derdenbeslag
Art. 475 Rv: derdenbeslag treft vorderingen die de beslagene op het moment van
beslaglegging heeft op de derde. (Momentopname)
Vanaf moment van beslaglegging gebeuren er twee dingen:
1. Blokkerende werking treedt in (art. 45a ld 1 jo. Art. 475h lid 1 Rv; (bij
beslag op roerende zaken bij derden werd beslagene
beschikkingsonbevoegd door blokkerende werking).
2. De derde is niet meer bevoegd te betalen aan de beslagene (Art. 475h Rv):
bank mag het saldo van bankrekening niet meer afgeven aan beslagene
(wordt relatief beschikkingsonbevoegd, relatief blokkerende werking)
(bankrekening wordt bevroren).
Verrekenen bij vorderingen & beslag
Het is mogelijk om beslag te leggen op vorderingen; vaak op vordering die
schuldenaar heeft op zijn bank. Is het nog mogelijk om te verrekenen na beslag op
vordering?
Art. 6:130 lid 1 jo. Lid 2 BW: bij een beslag mag de derde-beslagene (vaak
bank) nog steeds verrekenen met zijn schuldenaar (beslagene), ondanks dat
beslaglegger betaling vereist.
Mag alleen: als de tegenvordering uit dezelfde rechtsverhouding voortvloeit of
reeds voor beslaglegging is opgekomen + opeisbaar is geworden in zin art. 6:38
BW.
Verbintenisrechtelijke afspraken
Werken slechts tussen betrokken partijen: derden worden niet gebonden aan
overeenkomsten en kunnen er ook geen rechten aan ontlenen;
o Uitzondering: derdenbeding (Art. 6:253-6:256 BW)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isa29. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.