100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Alle arresten materieel strafrecht €5,59   In winkelwagen

Arresten

Alle arresten materieel strafrecht

 16 keer bekeken  1 keer verkocht

Alle arresten die je moet weten voor het vak materieel strafrecht. Ik heb het vak zelf in één keer gehaald.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 16 februari 2023
  • 22
  • 2021/2022
  • Arresten
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (59)
avatar-seller
isa29
W2: Legaliteit en wederrechtelijkheid
Veearts De Huizense Veearts-arresten gaan over het ontbreken van materiële
wederrechtelijkheid. In casu heeft een Huizense veearts opzettelijk koeien besmet met
mond-en-klauwzeer om hetzelfde effect te krijgen als vaccinatie.

RV:
De rechtsvraag die centraal staat in dit arrest is als volgt: Heeft de veearts
wederrechtelijk gehandeld door in strijd met art. 82 Veewet te handelen, ook al wordt
het doel van deze wettelijke bepaling dan beter beoogd?

RR:
De dader van een strafbaar feit is niet strafbaar als de doelstelling van de
strafrechtelijke norm beter wordt nageleefd, ook al is het dan op papier gezien wel
wederrechtelijk.

Dreigbrief > Betekenis van wederrechtelijkheid als bestanddeel.
Dit arrest gaat over wederrechtelijkheid als bestanddeel van de delictsomschrijving
van afpersing, artikel 317 Sr. Het gaat er in dit arrest om of er sprake kan zijn van
wederrechtelijke bevoordeling, slechts op grond van het feit dat er een onbehoorlijk
middel gebruikt wordt om dat voordeel na te streven.

RV:
Oftewel, is het gebruiken van een dreigbrief geoorloofd om een (op zichzelf niet
wederrechtelijke) bevoordeling na te streven?

RR:
Indien men een behoorlijk middel gebruikt om een voordeel na te streven kan er
sprake zijn van wederrechtelijke bevoordeling, ook al is de bevoordeling op zichzelf
niet wederrechtelijk.

Inhoud:
In casu draait het om een man die een dreigbrief stuurt naar een vrouw in België en
een man in Duitsland. In de brieven stelt hij dat zij hem geld verschuldigd zijn; de
vrouw was de verdachte 2.200 gulden schuldig, de man uit Duitsland was de
verdachte 600 Duitse Mark schuldig, omdat hij zijn zoon had beroofd. In beide
brieven staan dreigementen indien het geld niet wordt betaald.

De verdachte wordt vervolgens vervolgd voor afpersing. Volgens de verdachte is er
echter geen sprake van afpersing, omdat er niet kan worden voldaan aan het
bestanddeel ‘wederrechtelijk’.

Afpersing is, zoals omschreven in artikel 317 Sr “het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld of bedreiging met geweld”.

De verdachte stelde namelijk dat hij recht had op het geld. Er is volgens hem niet aan
de delictsomschrijving voldaan en dus is er geen sprake van afpersing. De aanklagers
waren het hier niet mee eens en voerden aan dat er wel degelijk sprake was van
afpersing, gezien de onbehoorlijkheid van het dreigen met geweld.

Het hof veroordeelde de verdachte voor afpersing. De Hoge Raad sluit zich daarbij
aan.

HR:
“Dat het Hof (…) heeft kunnen afleiden niet alleen, dat [verdachte] (…) bevoordeling

, heeft beoogd, doch eveneens — nu hetgeen [verdachte] tot het behalen van die
beoogde bevoordeling heeft verricht van zodanige aard is en op zodanige wijze is
geschied, dat daaruit door het Hof kon worden afgeleid, dat [verdachte] moet hebben
beseft, dat hij (ook indien hij de voormelde mening [dat hij recht had op het geld]
toegedaan zou zijn geweest) de grenzen van het maatschappelijk betamelijke verkeer
daarmede verre overschreed — dat [verdachte] bij een en ander heeft gehandeld met
het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen;”

De Hoge Raad oordeelde dat de man zich had moeten realiseren dat hij door het
gebruiken van dreigbrieven de grenzen van het maatschappelijk betamelijke
overschreed. Daardoor is er wel degelijk sprake van wederrechtelijkheid en zodoende
ook afpersing. Zelfs al zou de verdachte wel daadwerkelijk recht hebben op een
geldsom, dan nog sluit dat wederrechtelijkheid niet uit. Hij had dit volgens de Hoge
Raad niet met dreigbrieven moeten oplossen.

De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep en verdachte werd veroordeeld voor
afpersing.

Onbehoor In het arrest Onbehoorlijk Gedrag staat het legaliteitsbeginsel (conform artikel 1 Sr.
lijk en artikel 7 EVRM) centraal. In het bijzonder gaat het om een subbeginsel van het
gedrag legaliteitsbeginsel, namelijk het lex certa-beginsel. Het lex certa-beginsel houdt in dat
het voor burgers duidelijk moet zijn welk handelen (of nalaten) kan leiden tot
strafrechtelijke aansprakelijkheid. Wetten moeten dus duidelijk verwoord zijn.

RV:
In casu draait het om de vraag of de term “onbehoorlijk gedrag” uit artikel 4 ARV
(Algemeen Reglement voor het Vervoer op de spoorwegen) het lex certa-beginsel
schendt.

RR:
Het legaliteitsbeginsel houdt dus in dat een gedraging alleen strafbaar is als het
voldoet aan een duidelijke delictsomschrijving. Volgens de Hoge Raad is het echter
onvermijdelijk dat zich soms ‘vage’ termen voordoen. Dit zorgt ervoor dat open
formulering mogelijk is, opdat er meerdere interpretaties mogelijk zijn. Anders
worden delictsomschrijvingen te concreet.

Het is toegestaan om een vage term te gebruiken in een regel, mits deze voldoende is
geconcretiseerd. Daarnaast moet het gebruik van de vage term onvermijdelijk zijn.
Men moet ermee om leren gaan. O.b.v. wat gebruikelijk is (algemene normen en
waarden), kan men afleiden wat in een bepaalde situatie als onbehoorlijk gedrag
aangemerkt moet worden.

In casu werd de term “onbehoorlijk gedrag” gebruikt binnen de context van stations
en treinen. Daaruit valt dan af te leiden wat als “onbehoorlijk gedrag” gezien kan
worden. Hier is enige speelruimte in en levert derhalve geen schending van het
legaliteitsbeginsel (en vooral het lex certa-beginsel) op.

Inhoud:
Verdachte wordt op 10 juni 1983 aangehouden op perron 1 van Rotterdam Centraal
toen ze haar geschoeide voeten op een stoel in restauratie legde. Vervolgens schold ze
een agent van de spoorwegpolitie uit voor onder andere ‘gorilla’s, klootzakken,
hufters en straatpooiers’. Daar komt bij dat ze een verzoek van de spoorwegpolitie om
de plek te verlaten negeerde.

, Verdachte werd aangehouden en onder meer “onbehoorlijk gedrag” ten laste gelegd,
wat verboden is onder artikel 4 van het ARV. Verdachte stelt dat de term
“onbehoorlijk gedrag” te vaag is en dus het legaliteitsbeginsel schendt.

HR:
“6.3 Anders dan het middel stelt is deze bepaling [art. 4 par 3 aanhef en onder d
Algemeen Reglement Vervoer], ook voor wat betreft het verbod zich op de stations en
de treinen (…) onbehoorlijk te gedragen, niet onverenigbaar met de in het middel
bedoelde bepalingen [art. 1 Sr en art. 7 EVRM]. Daarbij is van belang dat
evenbedoelde norm in zoverre is geconcretiseerd dat het gaat om gedrag op de
stations en in de treinen, en dat het voorts betreft een norm die, in de bewoordingen
van het Europees Hof voor de rechten van de mens in zijn arrest van 26 april 1979,
NJ 1980, 146 [Sunday Times/Verenigd Koninkrijk], is “inevitably couched in terms
which, … are vague and whose interpretation and application are questions of
practice”.”

De Hoge Raad oordeelt dat er GEEN sprake is van schending van het
legaliteitsbeginsel en verwerpt het cassatieberoep van de verdachte.

Legaliteit Het Europese hof is doorgegaan met nadenken over het legaliteitsbeginsel. Hierbij is
in dit arrest van belang.
Straatsbu
rg RV:
Is deze jurisprudentie die een verandering maakte in het recht in strijd met art. 7
EVRM? Kan verkrahcting binnen het huwelijk strafbaar worden gesteld, ook al is er
geen Engelse wet die dit bepaald?

RR:
Deze zaak gaat over een verkrachting binnen het huwelijk. Een man uit Engeland
werd daarvoor aangeklaagd en veroordeeld. De man is echter van mening dat art. 7
EVRM geschonden is. Dat artikel zegt dat niemand mag worden veroordeeld voor
een op het moment van plegen niet strafbaar feit; het legaliteitsbeginsel. Het oordeel
is echter: het vernederende karakter van verkrachting is dermate evident dat
veroordeling van een man wegens poging tot verkrachting van zijn vrouw niet in
strijd is met het doel en strekking van art. 7, en is dus niet geschonden. Mits aan twee
voorwaarden is voldaan:
1) de ontwikkeling moet in overeenstemming zijn met de essentie van het delict en
2) moet in redelijkheid voorzienbaar zijn geweest. Zie hieronder, onder kopje hof.

In sommige gevallen kan er zonder een expliciet bepalingen, een gedragingen WEL
strafbaar worden gesteld o.g.v. ontwikkelingen in jurisprudentie.

Hof:
Het strafrecht mag niet zodanig extensief uitgelegd worden ten koste van de
verdachte, bijv. door analogie (: wet te ruim interpreteren). Een strafbaar feit moet
duidelijk worden omschreven in het recht. Strafbaarstellingen moet toegankelijk en
voorzienbaar zijn:
- Bij toegankelijkheid gaat het erom dat we als burger moeten kunnen opzoeken wat
wel en niet strafbaar is.
- Bij voorzienbaarheid gaat het erom dat we ten tijde van het begaan van het
strafbaar feit moeten kunnen voorzien dat het gedrag strafbaar is.

Het hof zegt dat rechterlijke interpretatie onvermijdelijk is. Het is aan de rechter om
helderheid te creëren. Als er kritiek is op interpretatie van de rechter dan moeten we

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isa29. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,59. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62555 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,59  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen