Massacommunicatie en publieke opinie:
Introductiecollege:
Wat is gezondheidscommunicatie?
- Het communiceren van aspecten van gezondheid naar het publiek, anderen
Communicatie:
- De handeling of het proces van communiceren; feit van gecommuniceerd te worden
- Het meedelen of uitwisselen van gedachten, meningen of informatie door middel van spraak,
schrijven of tekens
- Iets bijbrengen, uitwisselen of verzenden
- Een document of bericht dat nieuws, meningen, informatie, enz. meegeeft
- Passage, of een kans of middel van doorgang, tussen plaatsen.
Communiceren is het overdragen van informatie, aanvoelen, informatie vergaren, etc.
(Gezondheids)communicatiewetenschap:
- Paraplubegrip voor verschillende communicatieve praktijken in de gezondheidszorg
- Gezondheid steeds meer een ‘hot topic’
- Populaire subdiscipline van communicatiewetenschappen
- Inzichten uit: psychologie, sociologie, taalkunde, filosofie, besluitvorming,
gezondheidswetenschappen
Gezondheidscommunicatie heeft motieven, onder andere:
- Informeren
- Bekritiseren
- Overtuigen
- Manipuleren
- Vermaken
- Empowerment
- Of combinatie
Domeinen gezondheidscommunicatie zijn onder andere:
- Individueel niveau, bijvoorbeeld besluitvorming behandelingen
- Maatschappelijk, bijvoorbeeld betrekken bij debat over vaccineren
- Politiek, bijvoorbeeld referendum over orgaandonatie
- Commercieel, bijvoorbeeld tv-programma over afvallen
- Media, bijvoorbeeld kritische verslaggeving over coronabeleid
MPO:
- Focus: massacommunicatie met name via de media, in het bijzonder over wetenschap en
technologie
- Doel: verkrijgen van een theoretisch kader om een media analyse te kunnen doen.
Vaardigheden ontwikkelen om een kwalitatief (massa-)communicatieonderzoek te kunnen
doen
- Inhoud: zienswijze van het publiek over wetenschappelijk en technologische onderwerpen en
relatie met verslaggeving
, - Skills: media-analyse en interviews uitvoeren, resultaten presenteren
Wetenschappelijke kennisproductie:
Hoorcollege 1:
Het hangt af van hoe je naar iets kijkt, hoe je het ziet. (framing)
In de media is er sprake van framing op het moment dat er nieuws wordt gepubliceerd.
Framing in media:
- Selection: je selecteert waarover je gaat schrijven
, - Naming: er worden bepaalde termen gegeven aan dat wat er is gebeurd, er worden bepaalde
metaforen gegeven
- Categorisatie: wat prioriteer je in een artikel, item, podcast, etc. en in welke context plaats je
het
- Storytelling: het hele verhaal dat je maakt als mediamaker, het is bedoeld om je aan te
trekken tot het verhaal en je bij te houden tijdens het lezen
Vaak zie je een ABT structuur, And, But en Therefore.
Binnen framing worden er een aantal criteria gebruikt in een redactie, die bepalen wat er
gepubliceerd gaat worden en waar en wanneer het gepubliceerd gaat worden.
CABABA:
- Conflict: heeft het te maken met een conflict
- Actualiteit: is het net of nu gebeurd
- Belang: is het nieuws belangrijk voor veel mensen
- Afstand: hoe dichtbij is het (nabijheid)
- Bekendheid: gaat het nieuws over bekende personen
- Afwijking: iets anders dan dat we gewend zijn van het mainstream
Hoe selecteert een mediamaker waar over geschreven gaat worden, CABABA.
Cultivation theory:
- Het gaat niet zozeer over het oordeel wat juist is maar je wereldbeeld word erdoor gevormd
- Dat wat je portretteert in de media is wat je beeld word
- Je neemt een bepaalde energie, gevoel, over van wat je ziet
Agenda setting theory:
- Media-items bepalen waar jij prioriteiten aan toekent, wat jij belangrijk vind
De uses en gratification theorie gaat over het idee dat media-gebruikers eigenlijk zelf de macht
hebben in de impact die ze media op zich laten hebben. Waar de cultivation en agendasetting
theorieën uitgaan dat de macht over hun impact ligt bij de media, zegt de uses en gratification
theorie dat media-gebruikers media-items proactief en selectief shoppen voor de vervulling van hun
eigen behoeften. Hierin wordt vaak de koppeling gelegd met de piramide van Maslow, waarin staat
dat we basale behoeften hebben zoals een dak boven ons hoofd, frisse lucht, eten en drinken, tot en
met ‘hogere’ behoeften zoals aan erkenning en zelfontplooiing. Je zou kunnen zeggen dat we in lijn
met de piramide pas toekomen aan het consumeren van media en deze een impact op ons kunnen
laten hebben (zelfactualisatie) als aan de andere behoeften voldaan is.