100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Algemene Economie (jr. 2) €3,84   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Algemene Economie (jr. 2)

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van Algemene economie voor de opleidingen: finance & control en Accountancy (jr. 2)

Voorbeeld 4 van de 63  pagina's

  • 17 februari 2023
  • 63
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
isadekker27
Samenvatting Algemene Economie
Hoofdstuk 16
16.1 Gevoeligheid voor macro-economische variabelen (blz. 330)
In deze paragraaf staat de vraag centraal hoe en in welke mate macro-economische
ontwikkelingen de bedrijfswinst beïnvloeden. De variabelen in het onderstaande figuur
komen het meest voor in jaarverslagen van ondernemingen waar zij de omgevingsrisico’s
behandelen.




De conjunctuur en de wisselkoers hebben vooral invloed op de afzet en de prijzen en zijn
dus van belang voor de omzet. De loon- en grondstofprijzen en rente beïnvloeden vooral de
arbeidskosten, de kapitaalkosten en de inkoopkosten van ondernemingen. Dit zijn
voorbeelden van directe invloeden. Er zijn ook indirecte invloeden. Een koersstijging van de
euro zal de afzet van de euro zal de afzet van ondernemingen die goederen verkopen naar
de VS direct negatief beïnvloeden. Indirect zal dat voor de toeleverende bedrijven gevolgen
hebben. Voor vrijwel alle ondernemingen, maar in het geheel verschillende mate, zijn de
diverse macro-economische variabelen van belang. Macro-economische variabelen kunnen
verder zowel de kosten als de opbrengsten raken. Dat hangt af van de bedrijfstak, inkoop- en
afzetmarkten van de onderneming.

De invloed van op de winst is afhankelijk van de mogelijkheden om gestegen kosten door te
berekenen in de prijzen. Een loonstijging kan een negatief effect hebben op de winst. Maar
dat hoeft niet als de hele bedrijfstak in staat is de prijzen te verhogen. De mogelijkheid van
doorberekenen is afhankelijk van factoren die in de tabel hieronder zijn samengevat.




Als eerste hangt het af van de marktvorm -> een monopolie kan makkelijk doorberekenen,
hij is toch alleen.

,Ten tweede van de internationalisering -> bedrijven met een hoge import- en exportquote
hebben het lastig, zij moeten rekeningen houden met buitenlandse ondernemingen die deze
kostenstijgingen niet hebben. Ten derde hangt het af van de bezettingsgraad -> bedrijven
met overcapaciteit willen de prijzen eerder verlagen dan verhogen. Ten slotte speelt de
prijselasticiteit van de vraag een rol -> bij een lage prijselasticiteit van de vraag, zullen
mensen nauwelijks reageren op prijsverandering.

16.2 Conjunctuur (blz. 332)
Er zijn vier criteria om de conjunctuurgevoeligheid van een bedrijfstak en een onderneming
vast te stellen:
1. Aard van de eindmarkt; hier levert een onderneming zijn product aan. De
belangrijke aspecten van de eindmarkt zijn;
A. De soort product of dienst die geleverd wordt -> Duurzaam of niet duurzaam, de
aanschaf van duurzame goederen is uitstel baar. Consumenten zullen minder van dit
kopen als hun inkomen daalt.
B. De hoogte van de inkomenselasticiteit -> Producten met een hoge
inkomenselasticiteit (luxegoederen) zijn conjunctuurgevoeliger dan producten met
een lage inkomenselasticiteit (noodzakelijke goederen).
C. De fase in de productlevenscyclus -> Dit is met name van belang voor duurzame
consumptiegoederen. In de verzadigingsfase is de afzet van duurzame
consumptiegoederen het meest conjunctuurgevoelig. In deze fase bestaat de afzet
namelijk voor het overgrote deel uit vervangingsaankopen. Consumenten kunnen
deze uitstellen als de koopkracht van de consument daartoe aanleiding geeft.
2. Fase in de bedrijfskolom; Oer producenten als basismetaal en
basispapierindustrie zijn conjunctuurgevoeliger dan de producenten van
eindproducten. Ondernemingen die het dichtst bij de consument staan, merken
de vraag vermindering het eerst. Zij bestellen dan ook minder bij hun leverancier.
Maar zij nemen ook minder voorraad op, dus verkoopt de oer producent een klap
minder.
3. Kapitaalintensiteit; Hoe hoger de kapitaalintensiteit, des te groter is het aandeel
van de constante kosten in de totale kosten. Ondernemingen kunnen hierdoor
hun prijs moeilijk verlagen.
4. Investeringsbeleid; Naarmate ondernemingen procyclisch investeren, neemt de
conjunctuurgevoeligheid van de bedrijfstak toe. Procyclisch = gas geven, dus
investeren op een tijdstip waardoor de conjunctuurcyclus wordt versterkt.

Niet alleen tussen bedrijfstakken bestaan verschillen in conjunctuurgevoeligheid, ook binnen
bedrijfstakken treden verschillen op:

,Om deze verschillen te verklaren, moeten we, naast de eerdergenoemde criteria, ook een
aantal specifieke bedrijfskenmerken bestuderen:
- Productdiversificatie
- Geografisch diversificatie
- Marktpositie

Beleidsmaatregelen voor conjunctuurgevoeligheid:
Aard van de eindmarkt = diversificatie
Fase in de bedrijfskolom = dichter bij de uiteindelijke afnemer produceren
Kapitaalintensiteit = uitbesteden
Investeringsbeleid = anticyclisch investeren (afremmen)
Productdiversificatie = richten op minder conjunctuurgevoelige producten
Geografische diversificatie = gebruik maken van verschillen in conjunctuurcycli
Marktpositie = Streven naar groot marktaandeel

16.3 Wisselkoers (blz. 337)
Wisselkoers = de waarde van een valuta, uitgedrukt in een andere valuta.

Als de koers van de euro stijgt ten opzichte van de dollar, verslechtert de concurrentiepositie
van Nederlandse exporteurs ten opzichte van hun concurrenten in de VS. Dan kopen ze daar
wel van natuurlijk.

Dollar is een belangrijke valuta om mee te vergelijken, ook kan het een factureringsmunt
zijn.
De volgende ondernemingen hebben te maken met de dollar:
- Ondernemingen die een groot deel van hun productie in de VS of een ander
dollargebied afzetten.
- Ondernemingen die op buitenlandse markten geconfronteerd worden met
concurrenten uit de VS of een ander dollargebied.
- Ondernemingen die op een markt opereren waar de dollar de factureringsmunt is.




16.4 Olieprijzen (blz. 339)
De invloed die een stijging van de olieprijs heeft op de winst van een bedrijfstak of
onderneming, hangt af van vier factoren.
1. Energie-intensiteit
2. Energiebesparing
3. Doorberekening
4. Bestedingseffecten

, Energie-intensiteit
De energie-intensiteit is de mate waarin een bedrijfstak of onderneming energie als hulpstof
en olieproducten als grondstof in het productieproces gebruikt. Als de olieprijs stijgt, merkt
elke onderneming in Nederland dit aan de hogere energierekening. Dus hoe hoger de
energie-intensiteit van de onderneming, hoe sterker de gevolgen van een verhoging in de
olieprijs.
Voor bedrijven die olie als grondstof gebruiken, merken zij dat niet alleen aan de hogere
energierekening maar ook aan de hogere grondstofkosten.

Energiebesparing
Het verband tussen prijs en hoeveelheid is uit te drukken in de prijselasticiteit. Hoe hoger
deze in een bepaalde bedrijfstak is, hoe minder schadelijk een olieprijsstijging voor de winst
is.

Doorberekening
Soms kunnen ondernemingen de olieprijsstijging of een deel daarvan opvangen door een
lager energieverbruik. Zo niet, is er sprake van een kostenstijging. Of dit ten koste van de
winst gaat hangt af van de mogelijkheden om gestegen kosten door te berekenen in de
prijzen.

Bestedingseffecten
Een stijging van de olieprijs heeft tot gevolg dat consumenten een groter deel van hun
inkomen moeten besteden aan energie. Dat gaat ten koste van andere bestedingen, zoals
vakanties.

16.5 Lonen (blz. 342)
Om de loongevoeligheid van een onderneming of bedrijfstak te bepalen, moeten we de
volgende vier factoren bekijken.
1. Arbeidsintensiteit van de productie; hoe hoger de arbeidsintensiteit, hoe meer
invloed op de winst.
2. Productiviteitsverbetering; wordt gekeken naar loonkosten per eenheid product.
Hangt af van de productiviteit, mensen moeten zoveel mogelijk produceren in zo min
mogelijk tijd.
3. Mogelijkheid van doorberekening; kunnen de toenemende arbeidskosten
doorberekend worden in de prijs, dan heeft het geen invloed op de winst.
4. Bestedingseffect van een loonstijging; als alle lonen stijgen, hebben bedrijven een
hogere afzet. Dat is goed voor bedrijven met luxegoederen; zij zijn meer aan lonen
kwijt maar hebben ook meer afzet. Voor bedrijven met noodzakelijke goederen is het
alleen een kostenpost.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isadekker27. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,84. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,84
  • (0)
  Kopen