100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting hoofdstuk 11 regeling intern milieu biologie vwo 5 nectar €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting hoofdstuk 11 regeling intern milieu biologie vwo 5 nectar

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

samenvatting hoofdstuk 11 regeling intern milieu biologie vwo 5 nectar

Voorbeeld 2 van de 8  pagina's

  • 17 februari 2023
  • 8
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5521)
avatar-seller
jolijntennapel
Anna aarts

Jolijn ten napel
Biologie H11
Bron 3 pagina 87
11.1 het interne milieu
Het interne milieu: Delen van het lichaam, die geen direct contact hebben met de buitenwereld.
Bestaat uit cellen, bloed, weefselvloeistof en lymfe.

De norm: ingestelde (fysiologische) waarde bijv. Lichaamstemperatuur.

Een regelkring: voorkomt grote afwijkingen in de norm. Bron 1 pagina 85

- Receptoren: een zintuig dat de waarde in het lichaam meet.
- Regelcentrum: spil van een regelkring, bewaakt de norm en stuurt effectoren aan.
- Effectoren: een klier of een spier, aangestuurd door regelcentrum in het centraal
zenuwstelsel

Homeostase: het in stand houden van een dynamisch evenwicht.

Negatieve terugkoppeling: een proces dat een afwijking van de norm tegengaat. Speelt bijv. ook een
rol bij het handhaven van de O2- en glucosegehaltes en de hoeveelheid hormonen in je bloed.

De kerntemperatuur: de temperatuur in het centrale deel van je lichaam waar de vitale organen
liggen. Een lagere temperatuur zorgt voor een tragere reactiesnelheid en bij een hogere temperatuur
beschadigen eiwitten, waardoor ze niet meer werken

De hypothalamus: Hersendeel met receptoren voor de kerntemperatuur; bevat het regelcentrum die
de norm voor de kerntemperatuur bewaakt. Aan de hand van de bloedtemperatuur. (Binas 87B en
88C1)

De schiltemperatuur: de temperatuur in de buitenste lagen, buiten de vitale organen van het
lichaam. Varieert met de temperatuur van de omgeving. De receptoren vaak liggen in de huid en de
skeletspieren, het zijn aparte koude- en warmtereceptoren. Vaak is de temperatuur lager dan de
kerntemperatuur.

Onderkoeling: een daling van de lichaamstemperatuur tot onder de 36 °C.

Bij een te lage kerntemperatuur werken enzymen trager, het afweersysteem werkt minder goed en
de vitale organen raken verstoord. Door de kou ga je rillen en klappertanden. Kringspieren in
slagadertjes naar de huid en spieren vernauwen, zodat er minder bloed naar de schil gaat. Deze
herverdeling van het warme bloed houdt de warmte zoveel mogelijk in de kern vast. Warmer worden
doe je door bewegen of een warmtebron.

Koorts: verhoging lichaamstemperatuur vanaf 38 tot boven de 41 °C . is meestal een reactie van je
lichaam op een infectie

hypothalamus verhoogt de norm, onder invloed van een cytokine  de effectoren gaan aan de slag
alsof er onderkoeling dreigt. hogere lichaamstemperatuur stimuleert de productie en afgifte van
afweerstoffen  Het lichaam kan de infectie sneller en beter bestrijden.--> als de infectie genoeg is
bestreden gaat de norm naar beneden  kerntemperatuur is dan nog een tijdje te hoog  De
slagadertjes naar de huid gaan wijd open.  beter

Cytokine: Eiwit uitgescheiden door bepaalde witte bloedcellen, onder andere bij ontstekingen. Werkt
als boodschapperstof bij cel communicatie en verhoogt bij een ontsteking de norm van de
kerntemperatuur. (Binas 84L2)

, De samenstelling van het bloed, de weefselvloeistof, lymfe en cytoplasma, het interne milieu, mag
niet te veel variëren, ook al verandert je omgeving wel sterk. Het regelcentrum voor de samenstelling
van het interne milieu bevindt zich ook in de hypothalamus.

Elke regelkring heeft voor een waarde van het interne milieu een eigen norm:

- Bij transpireren verlies je water met erin opgeloste zouten  De nieren scheiden minder
water uit.
- Spieren hebben Ca2+ nodig om goed te kunnen werken  parathormoon regelt afgifte van
Ca2+ uit je skelet naar het bloed toe en verminderen ze de calciumopslag in je botten. De
darmen nemen extra Ca2+ op uit het voedsel en de calciumuitscheiding door de nieren daalt.
- Door bewegen gebruiken de spieren O2 en glucose en geven ze CO2 af aan het bloed  Het
hart gaat sneller kloppen en de ademfrequentie gaat omhoog. Anders dalen
bloedsuikerspiegel, pH en O2-gehalte van het interne milieu tot gevaarlijke waarden.
Regelcentra in de hersenen en het hormoonstelsel nemen deze maatregelen.
Bewegen kost glucose daarom zet lever onder invloed van het hormoon glucagon glycogeen
om in glucose en geeft dit af aan het bloed. Zo blijft de bloedsuikerspiegel hoog genoeg. Als
de voorraad glycogeen op is gebruikt het lichaam de vetreserves.
Gluconeogenese: Het maken van nieuwe glucose uit aminozuren en vetten.


11.2 prosessen in de lever
de lever zorgt ervoor dat de osmotische waarde en de concentraties van glucose, zouten en
aminozuren op ijl blijft.
Lever:
1,5 kilo, Rechtsboven in de buikholte en is 40 graden en een belangrijke warmtebron
- Veel bloed, 0,3 l vanuit de leverslagader (brengt O2 rijkbloed van uit de aorta) en 1l vanuit de
poortader (bevat verteringsproducten)
- Verdeeld in groepen cellen met elk een eigen aftakking van de leverslagader en de poortader
(leverlobjes)
- In de leverlobjes bevinden zich sinusoïden, hierin komt bloed uit de leverslagader en
poortader samen
- Rode bloedcellen blijven in de haarvaten. Het bloedplasma komt direct in contact met de
levercellen, die zo snel stoffen uit het bloed kunnen opnemen, het bewerkte bloed verlaat
het leverlobje via een centrale ader. Vanuit hier gaat het via de leverader naar de onderste
holle ader.
- Galkanalen, die tussen de cellen doorlopen, voeren de door de levercellen geproduceerde
gal uit de leverlobjes via de galgang, naar de galbuis. Die mondt uit in de twaalfvingerige
darm en de galblaas.

Koolhydraatstofwisseling in de lever
Na het eten van veel koolhydraten stijgt het glucosegehalte (bloedsuikerspiegel)
- Spiercellen, vetcellen en andere weefsels nemen via insuline glucose op. hierdoor daalt de
glucoseconcentratie

- De lever en spiercellen stimuleren insuline tot de omzetting van glucose in de polysacharide
glycogeen: glycogenese
- Is de voorraad glycogeen gevuld, dan zetten de cellen de extra aangevoerde glucose om in
vetten

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jolijntennapel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen