Phineas Gage
De buis katapulteerde door het brein van Phineas Gage waar het de ‘medial prefrontal cortex’
beschadigd (voor plannen, beslissingen maken, emoties)
Na zijn herstel was hij lichamelijk en op intellectueel vlak volledig hersteld , maar zijn persoonlijkheid
was veranderd. Van een gelovige, respectvolle, betrouwbare man veranderde hij naar een
oneerbiedige, onbetrouwbare, impulsieve man. Hierdoor heeft hij nooit meer het vermogen gehad
om een verantwoordelijke baan vast te houden.
Darwins theory of the evolution of emotion:
‘the expression of emotion in man and animals’
Darwin geloofde dat expressies van emoties gepaard gaan met dezelfde emotionele staat in elk
diersoort. Vanuit dit idee is hij verschillende diersoorten gaan vergelijken en heeft hieruit een theorie
ontwikkeld. Zijn 3 hoofdideeën zijn:
- expressies van emoties zijn geëvolueerd om te laten zien wat voor gedrag een dier waarschijnlijk
gaat vertonen.
- Als deze signalen een voordeel opleveren evolueert de communicatieve functie verder en gaat de
originele functie misschien verloren.
- Tegenovergestelde signalen geven tegenovergestelde bewegingen en houdingen (voorbeeld hond).
Dit idee heet ‘principle of antithesis’
James – Lange, Cannon-Bards en de moderne bio psychologische view:
Yomes – Lange (1884): Beer Fysiologische reacties Emotie
Connon Bar (1915): Beer Fysiologisch reactie
Emotie
Moderne bio psychologische view:
waarneming
van een beer
fysiologische
emotie
reactie
,Sham rage:
Bard(1929) ontdekte dat katten zonder cortex heel agressief reageren op de lichtste provocaties, die
vaak niet gericht zijn op een specifiek doel.
Sham rage kan ook ontstaan door het weghalen van de ‘cerebral hemispheres’ tot de hypothalamus.
Deze observatie toont aan dat de hypothalamus kritiek is voor de expressie van agressie en de functie
van de cortex is dit te onderdrukken en ergens op te richten.
Limbische circuit:
Papez (1937) stelde dat deze hersengebieden een circuit vormen voor emotionele expressie:
The amygdala, Mammillary body, Hippocampus, Fornix, Cingulate cortex, Septum, Olfactory bulb,
Hypothalamus.
Later breidde Paul Maclean (1952) dit uit tot de: Limbic system theory of emotion.
Klüver-Bucy syndrome (1939)
apen waarbij de voorste ‘temperal lobes’ zijn verwijderd. Zij laten dit gedrag zien:
- Consumptie van bijna alles dat eetbaar is.
- Verhoogde seksuele activiteit gericht naar ongepaste objecten.
- Continu bekende objecten onderzoeken o.a met de mond.
- Een gebrek aan angst.
In primaten word Klüver-Bucy syndroom toegeschreven aan schade aan de amygdala.
1848 – Case of Phineas Cage
1872 – Darwins theory of the evolution of emotion
1929 – Ontdekking van Sham Rage
1939 – Ontdekking van Klüver-Bucy syndroom
1952 - Limbic system theory of emotion
Activiteit in het autonomic nerveous system (ANS) bij specifieke emoties:
niet alle emoties laten hetzelfde ANS patroon zien. Dit geeft de indicatie dat een bepaalde emotie
een eigen ANS patroon heeft, maar hier is geen bewijs voor gevonden.
Polygrafie maakt gebruik van ANS maar om bovenstaande reden is dit moeilijk.
2 manier of de effectiviteit van polygraaf tests te testen van ‘mock-crime’ procedures:
- Controle vraag techniek, waarbij de fysiologische reactie gemeten word op de doelvraag (heb jij die
tas gestolen?) tegenover de fysiologische reactie van een control vraag (heb je ooit in de gevangenis
gezeten?)
gemeten succesratio = 55%, niet iets beter dan kans (50%)
- the guilty knowledge techniek (concealed information test)
hierbij moet de polygraaf afnemer een stukje informatie hebben dat alleen de schuldige persoon kan
weten. Door een lijst op te noemen van verzonnen en echte feiten, indiceert een fysiologische
reactie op echte feiten naar de dader.
gemeten succesratio = 88%, en 0 onschuldige mensen zijn beschuldigd!
Emoties en gezichtsexpressies (Ekman)
Mensen van verschillende culturen laten dezelfde gezichtsexpressies zien. Er zijn 6 primaire
emotionele gezichtsuitdrukkingen:
Surprise, Anger, Sadness, Disgust, Fear, Happiness
Verassing, boosheid, verdriet, walging, angst, geluk
Alle andere gezichtsexpressie van emotie zijn een mix van deze 6
, Facial feedack hypothesis is het feit dat gezichtsuitdrukkingen invloed hebben op je emotionele
ervaring, het kan dus helpen om een neppe expressie te tonen zodat je je vervolgens meer zoals deze
expressie gaat voelen.
Er zijn 2 manieren om een neppe expressie te onderscheiden van een echte: (Ekman 1985)
- micro expressies – echte emoties breken vaak door de neppe heen voor +/- 0.05s
- Het eerste onderzoek naar een neppe of echte glimlach werd gedaan door Duchennne (1962)
Bij een echte glimlach word de ‘orbicularis aculi’ aangespannen (deze omcirkeld de ogen en trekt de
huid van je wangen en voorhoofd richting je ogen). Bij een neppe glimlach alleen de zygomaticus
major (deze trekt de liphoeken omhoog)
Gezichtsexpressies van emoties, tegenwoordig perspectief:
4 tegenwoordige perspectieven die anders zijn dan de onderzoeken van Ekman:
- De 6 primaire expressies komen erg weinig in pure vorm voor
- Het bestaan van andere primaire expressies is erkend
- Lichaamstaal speelt ook een grote rol
- De 6 expressies zijn niet 100% universeel
Error of reification
Omdat we ergens een woord voor hebben word vaak gedacht dat dit een wezenlijk iets is.
Bijvoorbeeld ‘intelligentie’ is niet iets wat echt bestaat, maar is een complexe constructie die
psychologen hebben bedacht. Ook met bijv. onderzoek naar angst en agressie geeft dit problemen.
Agressief en defensief gedrag:
Deze kunnen veel op elkaar lijken (dominante muizen verhaal). Beide lijken gebruik te maken van een
‘target-site concept’ waarbij een bepaalde houding door het dier word aangenomen om de target die
de tegenstander heeft (rug bijten, ogen krabben) te verdedigen.
Door agressief en defensief gedrag te scheiden zijn nieuwe ontdekkingen gedaan.
Bijv. de Lateral Septal zou alle agressie tegenhouden in het brein omdat ratten bij welke deze was
weggehaald extreem ‘agressief’ werden. Maar dit klopt dus niet, de ratten werden hyper defensief.
Agressie en testosteron:
Belangrijke conclusies over testosteron:
- Verhoogd sociale agressie van mannen in veel verschillende soorten.
- agressie word grotendeels afgeschaft bij castratie van die soorten.
- In sommige soorten heeft castratie geen effect op sociale agressie, in andere soorten alleen tijdens
het broedseizoen.
- De relatie tussen agressie en testosteron is moeilijk te onderzoeken omdat agressie testosteron
verhoogd.
- testosteron in bloedlevels is niet de beste meting, testosteron in bepaalde hersengebieden wel,
maar dit is moeilijk te meten.
Het is onwaarschijnlijk dat mensen hier een exceptie op zijn, maar het bewijs is niet helder.
In tegenstelling tot hoe het bij andere soorten werkt, word agressief gedrag niet hoger als:
- Testosteron levels tijdens de pubertijd verhogen in het bloed.
- Agressie word niet geëlimineerd bij castratie.
- Agressie word niet verhoogd bij testosteron injecties die bloedlevels verhogen.
Bewijzen op dit gebied zijn moeilijk te verzamelen door het bloedlevel probleem, maar ook omdat
onderzoekers er vaak in falen om onderscheidt te maken tussen sociale agressie en defensieve
aanval.