Week 1
Huwelijk Vereisten
Absoluut
o Mensen van gelijk geslacht mogen tegenwoordig ook trouwen, art. 1:30 BW
o Leeftijd, art. 1:31 BW minderjarigen geen huwelijk sluiten, je moet minimaal 18 jaar zijn
o Geestvermogens, art. 1:32 BW
o Monogamie, art. 1:33 BW
Relatief
o Toestemming, art. 1:37 BW e.v.
o Geen nauwe bloedverwantschap, art. 1:41 BW huwelijk tussen 3e/4e graads bloedverwant:
verklaring van ‘vrije toestemming’ vereist
Huwelijk
Art. 1:67 BW:
De aanstaande echtgenoten moeten ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand en in
tegenwoordigheid van de getuigen verklaren dat zij elkaar aannemen tot echtgenoten en dat zij
getrouw alle plichten zullen vervullen die door de wet aan de huwelijkse staat worden verbonden.
Emotionele en materiële verplichtingen
Art. 1:149 BW: einde huwelijk kan door:
Dood
Overleden verklaring/ opvolgend huwelijk na vermissing
Echtscheiding
Ontbinding na scheiding van tafel en bed. Huwelijk eindigt niet helemaal, maar wel de rechten en
verplichtingen.
Geregistreerd partnerschap
Art. 1:80 a lid 3 BW:
Registratie van partnerschap geschiedt bij een akte van registratie van partnerschap opgemaakt door
een ambtenaar van de burgerlijke stand.
Art. 1:80 c BW: einde geregistreerd partnerschap door:
Dood
Overleden verklaring/ opvolgend huwelijk na vermissing
Met wederzijds goedvinden
Ontbinding
Omzetting in huwelijk
Art. 1:80b BW: gevolgen G.P. zijn hetzelfde als bij het huwelijk.
Huwelijksvermogensrecht
Huwelijksvermogensrecht in enge zin:
Titels 6, 7, 8 Boek 1 BW.
Mensen die gehuwd zijn of geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.
Als iets niet is geregeld in een van deze titels moet er teruggevallen worden op het algemene
vermogensrecht
Huwelijksvermogensrecht in ruime zin:
Art. 3:321 BW (verjaring)
Art. 7:266 BW (medehuur)
Art. 61 FW (faillissement)
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
,Gemeenschap
Titel 7 Boek 3 BW
Huwen /Aangaan geregistreerd partnerschap
Vermogensrechtelijke gevolgen: titel 7 + 8
Art. 1:93 BW:
Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk op door de aard der bedingen worden afgeweken van
bepalingen van deze titel (titel 7)………
Zo niet dan is op de vermogensrechtelijke verhouding het wettelijke stelsel van toepassing:
Wettelijke gemeenschap van goederen
Huwen/ Geregistreerd partnerschap
Titel 6: art. 1:81- 1:92 BW
Maar in alle gevallen zijn de rechten en plichten van echtgenoten van toepassing (voor zover
dwingend voorgeschreven) van titel 6…...
Van niet dwingend voorgeschreven bepalingen kan bij huwelijkse voorwaarden of (soms) door
schriftelijke overeenkomst worden afgeweken:
Zie bijv. art. 1:84 lid 3 BW (huishouding) en art.1:87 lid 4 BW (vergoedingskosten)
Titel 6 Algemene rechten en plichten
Geldt voor alle echtgenoten waarop Nederlands huwelijksvermogensrecht van toepassing is
Geen informatieverplichting voorafgaande aan het huwelijk,
- HR 6 okt. 2000, NJ 2004/58, Spreekplicht?
Vóór huwelijk schenkt V spaargeld aan moeder
- HR 30 maart 2012, NL:HR:2012, BV1749
Man heeft voor huwelijkse schulden door geldleningen bij de bank
Geen “premarital counceling”
Algemene rechten/plichten van gehuwden
Art. 1:81 BW:
Echtgenoten zijn elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Zij zijn verplicht elkander het
nodige te verschaffen.
Je moet elkaar financieel ondersteuning, hier zijn ook voorzieningen voor aan te vragen na het
huwelijk.
Niet vermogensrechtelijk/ vermogensrechtelijk:
“Elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd”
Vermogensrechtelijk:
“Verplicht elkaar het nodige verschaffen”
= afdwingbare wederzijdse plicht tot financiële ondersteuning
Algemene rechten/plichten
Art. 1:82 BW:
Echtgenoten zijn jegens elkaar verplicht:
“De tot het gezin behorende minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden”
Niet vermogensrechtelijk/ vermogensrechtelijk
“En de kosten van die verzorging en opvoeding te dragen”
Vermogensrechtelijk
Ook tot het gezin behorende stief- en pleegkinderen
Art. 1:84 BW: Aparte regeling voor kosten van de huishouding
, Wie moet welk deel van de kosten van de huishouding betalen?
Om welke kosten gaat het? Dagelijkse kosten van levensonderhoud. Zie uitspraak hieronder.
Echtgenoten zijn niet tot samenwoning verplicht, dus ook kosten van een gescheiden huishouding?
Geldt de regeling ook voor samenwoners? HR vindt alles in deze titel geldt uitsluitend voor
gehuwden, niet voor samenwoners.
HR 29 juni 2012, NL:HR:2012:BW9769
Kosten van de huishouding
In het algemeen impliceert dit de kosten van voedsel, huishoudelijke apparatuur, maar ook de
kosten van een huishoudelijke hulp, kosten van een vakantie met het gezin en bijvoorbeeld kosten
van noodzakelijke verzekeringen.
Daartoe behoren ook de huisvestingskosten in het bijzonder huurtermijnen alsmede
rentebetalingen ter zake van de met geleend geld verworven echtelijke woning, maar niet de
aflossing.
Kosten van de huishouding
Huur echtelijke woning
Rente van (hypotheek)schuld ter financiering echtelijke woning
Auto, caravan, boot, schuld voor vakantiehuis?
Wat is de levensstandaard van het gezin?
Hof ‘s-Gravenhage 27 juni 2012, LJN: BX0698: auto aangeschaft ten behoeve van het gezin is aan
te merken als kosten van de huishouding
Kosten van de huishouding
Art. 1:84 lid 2 BW: bijdrageplicht voor deze kosten:
Verplichting daarvoor benodigde geld ter beschikking te stellen (bijdrageplicht)
Maatstaf: overeenkomstig de draagplicht (lid 1)
Echtgenoten kunnen over een weer betaling verlangen
Ook tijdens echtscheidingsprocedure:
Maar praktijk: art. 822 RV. Voorlopige voorzieningen vragen aan de rechter.
Draagplicht voor kosten van de huishouding
Art. 1:84 lid 1 BW: draagplicht van deze kosten:
1. Gemene inkomen, indien ontoereikend >>
2. Privé-inkomens naar evenredigheid, indien ontoereikend >>
3. Gemene vermogen, indien ontoereikend >>
4. Privévermogens naar evenredigheid
Tenzij bijzondere omstandigheden zich hiertegen verzetten
Lid 3: Echtgenoten kunnen schriftelijk afwijkende regeling overeenkomen, is dus geen dwingend recht
Casus
2020: de totale kosten van de huishouding zijn € 28.000,=
Inkomen 2020 van de man is € 45.000,=
Inkomen 2020 vrouw is € 15.000,=
Hoeveel moet ieder bijdragen?
a. Echtgenoten zijn in gemeenschap van goederen getrouwd
b. Echtgenoten hebben huwelijkse voorwaarden gemaakt inhoudende gescheiden vermogens
Casus
2020: de totale kosten van de huishouding zijn € 68.000,=
Inkomen 2020 van de man is € 35.000,=/ Vermogen man is € 5.000,=
Inkomen 2020 vrouw is € 20.000,=/ Vermogen vrouw is € 28.000,=
Hoeveel moet ieder bijdragen?
a. Echtgenoten zijn in gemeenschap van goederen getrouwd