Hoorcollege 1 week 36
Sociale normen en rechtsnormen.
Sociale: met mes en vork eten. Rechtsnormen: iemand niet mishandelen, zijn juridische normen.
Afdwingbaar maken van naleving van die normen die worden bestraft door NL staat als deze niet
worden nageleefd.
Straf is ultimum remedium. Alleen als geen andere middelen werken (juridische of niet juridische om
het af te dwingen) komt het strafrecht in beeld.
Wanneer is norm overschrijdend gedrag zo ernstig dat het alleen door strafrecht bestraft kan
worden.
Criteria voor strafbaarstelling:
- Schade-beginsel: moet worden aangevuld met andere beginselen.
- Subsidiariteitsbeginsel: is er een lichter middel waarmee hetzelfde kan worden bereikt.
- Proportionaliteitsbeginsel: weging van belangen. Kan wezen dat er geen ander middel
beschikt is, maar staat middel tot verhouding van misdaad. Soms niet willen dat het in
strafrecht terecht komt.
Civielrechtelijke wanprestatie: bank kopen en laten bezorgen maar niet betalen.
Paragraaf 7 hoofdstuk 1 Pelka de Jong: veel lichtingen als het gaat om rechtvaardiging doel en
werking van de straf. Strafrechters vaak onderling oneens.
Strafrecht gaat over handhaving van rechtsnormen, en geschiedt door oplegging van straf
belangrijkste onderscheidingen in strafrecht.
Rechtsnormen moeten worden gehandhaafd en dat correspondeert tussen materieel en formeel
strafrecht. Zijn verbonden maar kunnen uit elkaar worden gehouden, moet je kunnen.
Materieel en formeel strafrecht
(ECLI:NL:HR:2013:1966)
Materieel: heeft betrekking op materie/inhoud gaat om vraag. Geeft aan wat strafbaar is en welke
straf daarop wordt gesteld.
Voorbeeld: Nijmeegse scooterzaak. 2 Jongens op scooter en gaan hotel overvallen. Hun achterlicht
van scooter valt uit. Politie agent houdt hun aan. Ze slaan op de vlucht. Overstekende man wordt
aangereden en overlijdt. Materieel recht: is hier strafbaar feit gepleegd en zo ja welke? (overval,
zonder achterlicht, door rood, tegen verkeer in, iemand aangereden).
Belangrijkste feit is dood rijden van die man. Man achter op scooter kon geen gas geven, remmen en
stoppen. Achterop heeft dan geen strafbaar feit gepleegd zegt hij. Maar is dat zo? Beide gaven ze
aan dat ze bijrijder waren. Die regels vind je in strafprocesrecht.
Dat voor de rechter brengen = vervolgen, is geregeld in strafprocesrecht.
Strafrecht is sanctie recht. Gaat pas leven als er een straf gebeurt.
Formeel strafrecht: heeft betrekking op de procedure. Geeft aan welke procedure gevolgd moet
worden als iemand het materiële strafrecht heeft overtreden.
Formeel strafrecht
- Vorm, procedure
- Verwezenlijking van materiële strafrecht
- Wetboek van strafvordering
,Materieel:
- Inhoud, werkelijkheid
- Welk gedrag is strafbaar
- Strafbaarstelling van gedrag + straf
- Wetboek van strafrecht
Bronnen van straf- en strafprocesrecht
(Wettenbundel meenemen naar werkcolleges, als artikel wordt genoemd, pak artikel erbij).
- De wet. Art. 141 Sr: (of in elkaar slaan van bushokje strafrechtelijk is). In lid 1: openlijk
geweld plegen tegen personen of goederen mag niet. Dus een bushokje in elkaar schoppen
is een overschrijdende norm. Dat is dus verboden.
Openlijk, is een bushokje openlijk? Rechtspraak: openlijk kan willekeurig publiek zijn (zoals
een bos).
- Rechtspraak (jurisprudentie). Rechtspraak van hoge raad (laatste rechter in strafzaak en
geeft eindoordeel). Die formuleert belangrijke rechtsregels. (Verplichte jurisprudentie is
belangrijk in tentamen, moet je kennen!)
- Internationale verdragen. Bijvoorbeeld EVRM en Eu-recht. Samenwerken doen zij samen
door juridisch bindende afspraken te maken.
- Algemene ongeschreven rechtsbeginselen. Wat strafbaar is moet in de wet staan, kan niet
een regel zijn die je zou moeten weten en nergens staat in de wet.
- Literatuur. Hierin wordt uitgelegd hoe recht is en zou moeten zijn en wordt het recht
bekritiseerd. Literatuur is een secundaire bron.
Wet als bron van strafrecht:
- Materieel strafrecht: onder andere wetboek van strafrecht.
- Formeel strafrecht: onder andere wetboek van strafvordering.
- Codificatiegedachte: art. 107 GW het straf- en strafprocesrecht wordt in het algemene
wetboek aangeven in afzonderlijke wetten.
- Bijzondere strafwetgeving: o.a. Opiumwet, WWM, WED, WVW 1994. Deze wetten zijn te
vinden achter Wetboek van Strafrecht.
Opiumwet: geeft verboden middelen in NL aan.
WWM: Wet Wapens en Munitie.
WED: Wet op Economische delicten. Regels voor opsporing, vervolging en berechting van
economische delicten.
WVW: Wegenverkeerswet.
Eerste weken gaat vooral over materieel strafrecht.
Strafrecht bestaat uit 3 boeken/onderdelen:
1. Algemene bepalingen;
2. Misdrijven;
3. Algemene overtredingen.
Openlijk geweldpleging aan een bushokje vind je in boek 2. Dit is een misdrijf tegen openbare orde
(titel 5).
Voor het plegen van misdrijven kun je gevangenisstraf krijgen. Zo’n strafblad dat volgt uit het plegen
van misdrijven blijft je langer achtervolgen dan een strafblad als gevolg van een overtreding.
Wetgeving in formele zin en wetgeving in materiële zin
De wet als rechtsbron lijkt een eenduidig begrip, maar dit zijn twee betekenissen: formeel en
materieel. Dit heeft niets te maken met materieel en formeel strafrecht.
, - Wet in formele zin: wordt gecreëerd volgens de procedure zoals beschreven in art. 81-88
GW. Als de naam van wetboek begint met ‘Wet’, gaat het altijd om formele zin.
Bijvoorbeeld: WvSr, WvSv, WED.
WvSr: Wetboek van Strafrecht.
WvSv: Wetboek van Strafvordering.
- Wet in materiële zin: elke door het daartoe bevoegde overheidsgezag vastgestelde,
algemene, burgers-bindende regeling. Bijvoorbeeld: WvSr, WvSv, WED of APV Tilburg,
omgevingsverordening Noord-Brabant. Wet in materiële zin: je mag geen tongzoen
dwingen. Wet in materiële zin heeft een algemeen verbindende voorschrift, en geldt dus
voor iedereen.
Een wet kan zowel materieel als formeel zijn.
Voorbeelden
- APV Breda: verboden een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat is mee te rijden.
Parkeren van verwaarloosde auto op weg is verboden.
Dit is een wet in materiële zin en geen formele zin.
- WWM: Wapen bezit afgeven.
Is wet in formele zin en in materiële zin. Wet in de naam is formele zin, en heeft algemeen
verbindend voorschrift iedereen die wapen heeft moet afgeven dus ook materieel.
- Toestemmingwet huwelijk Willem-Alexander en Maxima.
Dit is een wet in formele zin, want er staat woordje wet in. Het is geen wet in materiële zin,
want het bevat geen algemeen bindende voorschriften want het betreft alleen hun twee.
Legaliteitsbeginsel: er moet altijd een wettelijke basis zijn van strafrechtelijk optreden. Een
gedraging kan niet bestraft worden als het niet in de wet staat.
Wet in formele zin is hoger in rang dan materieel zin. Een wetgever in formele zin kan namelijk
misdrijven bestraffen, een gemeente wet kan dat niet (dat is altijd wet in materiële zin).
Art. 1 Sr en art.1 Sv
Strafrecht:
Strafvordering: “Formele zin.
Art. 1 lid 1 Sr: bevat materiele legaliteitsbeginsel, namelijk: “Geen feit is strafbaar dan uit kracht van
een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.” Dit betekent dat een wettelijke strafbepaling
ook door lagere regelgevers kan worden vastgesteld.
Art. 1 lid 1 Sv: “Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.” Dit is een wet in
formele zin. (HR Muilkorf ECLI:NL:HR:1897:1).
Grondslagen legaliteitsbeginsel:
Steeds moet er een wettelijke basis worden aangewezen voor strafrechtelijke overheidsoptreden.
- Rechtstaat: wordt burger beschermd tegen overheid. Strafrecht is namelijk een machtig
middel om burger onder de duim te houden, maar door de overheid ook te binden wordt
het machtsmiddel middel beperkt en wordt de burger beschermd.
- Democratie: wij moeten bepalen wat wij wel en niet vinden mogen en wij bepalen hoe straf
plaats moet vinden.
- Machtenscheiding: trias politica. Het idee dat er niet maar een macht is, maar verschillende
machten die elkaar in balans houden. Het privaat licht bij de wetgever als het gaat om het
maken van strafrecht. Het maken van wetten moet niet van de individuele rechter of politie
afhangen om te voorkomen dat zij bepalen wat jij doet mag of niet. (Voorkomt bijvoorbeeld
corruptie.)